![]() ![]() | ![]() ![]() |
1 | Plaats uw document. |
2 | Druk op ![]() |
3 | Druk op ![]() ![]() Druk op OK. |
4 | Druk op ![]() ![]() Druk op OK. Als uw machine Duplex Scan niet ondersteunt, gaat u naar stap 6. Als uw machine Duplex Scan ondersteunt, gaat u naar stap 5. |
5 | Druk op ![]() ![]() Druk op OK. |
6 | Druk op Start. De machine begint met scannen. |
• | Als u de gescande gegevens in kleur wenst, kiest u kleur in type scan op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van de ControlCenter3-configuratie. Als u de gescande gegevens in zwart-wit wenst, kies dan zwart-wit in type scan op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van de ControlCenter3-configuratie. (Zie SCANNEN.) |
• | Als u het venster met de map na het scannen van het document wilt laten weergeven, selecteert u op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van de ControlCenter3-configuratie de optie Map weergeven. (Zie SCANNEN.) |
• | Als u de bestandsnaam van de gescande documenten wilt wijzigen, voert u de bestandsnaam in bij het gedeelte Bestandsnaam op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van de ControlCenter3-configuratie. Om de instellingen van de toets Scan te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op elke toets van het ControlCenter, klikt u op Configuratie ControlCenter en vervolgens op het tabblad Bedieningsknop Apparaat. |
• | Als u de standaardgrootte wilt wijzigen voor JPEG, PDF of Secure PDF, selecteert u de gewenste grootte door de scrollbalk te bewegen op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van de ControlCenter3-configuratie. |
![]() ![]() | ![]() ![]() |