![]() ![]() | ![]() ![]() |
1 | Plaats uw document. |
2 | Druk op ![]() |
3 | Druk op ![]() ![]() Druk op OK. |
4 | Druk op ![]() ![]() Druk op OK. Als uw machine Duplex Scan niet ondersteunt, gaat u naar stap 6. Als uw machine Duplex Scan ondersteunt, gaat u naar stap 5. |
5 | Druk op ![]() ![]() Druk op OK. |
6 | Druk op ![]() ![]() Druk op OK. Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het bedieningspaneel de 4 cijfers van de pincode voor de betreffende Macintosh in. Druk op OK. |
7 | Druk op Start. De machine begint met scannen. |
• | Als u de gescande gegevens in kleur wenst, kiest u kleur in type scan op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van de ControlCenter2-configuratie. Als u de gescande gegevens in zwart-wit wenst, kies dan zwart-wit in type scan op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van de ControlCenter2-configuratie. (Zie Bestand.) |
• | Als u de bestandsnaam van de gescande documenten wilt wijzigen, voert u de bestandsnaam in bij het gedeelte Bestandsnaam op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van de ControlCenter2-configuratie. |
• | Als u de standaard bestandsgrootte wilt wijzigen, selecteert u de gewenste grootte door de schuifbalk te bewegen op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van de ControlCenter2-configuratie. |
![]() ![]() | ![]() ![]() |