B Problemen oplossen en routineonderhoud

Problemen oplossen

Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com.

Als u problemen met uw machine hebt

Afdrukken
Probleem
Suggesties
Geen print
Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de machine en uw computer.
Eén of meer inktcartridges zijn leeg. (Zie De inktcartridges vervangen.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Foutmeldingen.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of de machine online is. Klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Brother DCP-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is), en controleer of ‘Printer offline gebruiken’ niet is aangevinkt.
Slechte afdrukkwaliteit
Controleer de afdrukkwaliteit (Zie De afdrukkwaliteit controleren.)
Zorg dat de instellingen voor de printerdriver of de papiersoort in het menu overeenkomen met het door u gebruikte type papier. (Zie Afdrukken voor Windows® of Afdrukken en faxen voor Machintosh® in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren ten gevolge van:
• 
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Cartridges kunnen tot max. 2 jaar gebruikt worden, als zij in hun originele verpakking bewaard worden.)
• 
De inktcartridge bevond zich al meer dan zes maanden in uw machine.
• 
Het kan ook zijn dat de inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Probeer het aanbevolen type papier te gebruiken. (Zie Acceptabel papier en andere media.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine is tussen 20° C en 33° C (68° F en 91° F).
Witte horizontale lijnen in tekst of grafische afbeeldingen.
Reinig de printkop (Zie De printkop reinigen.)
Probeer het aanbevolen type papier te gebruiken. (Zie Acceptabel papier en andere media.)
De machine print blanco pagina’s.
Reinig de printkop (Zie De printkop reinigen.)
Tekens en regels overlappen elkaar.
De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade geplaatst is en dat de papiergeleiders aan de zijkant goed staan afgesteld. (Zie Papier en andere media laden.)
Controleer of de klep verwijdering vastgelopen papier goed is geïnstalleerd.
Er staat een vlek in het midden bovenaan de afgedrukte pagina.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere media.)
Op de afdruk staan vlekken of het lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het juiste type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere media.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Er staan vlekken aan de achterkant of onderaan de pagina.
Controleer of er geen inkt op de geleiderol zit. (Zie De machinegeleiderol reinigen.)
Wees er zeker van dat u de papiersteunklep gebruikt. (Zie Papier en andere media laden.)
De machine drukt dichte lijnen af.
Vink Omgekeerde volgorde aan op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld.
Klik op Normaal, in het tabblad Instellingen van de printerdriver, en deselecteer Printkop heen en weer.
Kan ‘2 op 1 of 4 op 1’ afdrukken niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de printerdriver hetzelfde zijn.
Printsnelheid is te laag.
Probeer de instelling van de printerdriver te wijzigen. De hoogste resolutie heeft meer tijd nodig om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere kwaliteitsinstellingen in het tabblad Normaal van de printerdriver. Klik ook op het tabblad Instellingen, en vergeet niet Kleur verbetering te deselecteren.
Zet de optie Zonder marges uit. Printen zonder marges is langzamer dan normaal printen. (Zie Afdrukken voor Windows® of Afdrukken en faxen voor Macintosh® in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
Kleurverbetering werkt niet goed.
Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals 256 kleuren), dan werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie Kleurverbetering tenminste 24-bits kleur gegevens.
De machine voert meerdere pagina’s in.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en andere media laden.)
Controleer of er nooit meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn geplaatst.
De afgedrukte pagina’s zijn niet juist afgelegd.
Wees er zeker van dat u de papiersteunklep gebruikt. (Zie Papier en andere media laden.)
Afgedrukte pagina's worden opnieuw ingevoerd en veroorzaken het vastlopen van papier.
Zorg ervoor dat u de papiersteun eruit trekt totdat deze klikt, en vouw de papiersteunklep uit.
De machine print niet vanuit Paint Brush.
Probeer het beeldscherm in te stellen op ‘256 kleuren.’
De machine print niet vanuit Adobe Illustrator.
Probeer de printresolutie te verlagen. (Zie Afdrukken voor Windows® of Afdrukken en faxen voor Machintosh® in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
De machine kan geen volle pagina’s van een document printen.
Het bericht Geheugen vol wordt weergegeven.
Verlaag de printresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows® of Afdrukken en faxen voor Machintosh® in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
Maak uw document minder complex en probeer opnieuw. Verlaag de grafische kwaliteit of verminder het aantal lettertypen in uw toepassing.
Problemen met kopiëren
Probleem
Suggesties
Verticale strepen op de kopieën.
Als u verticale strepen op de kopieën ziet, de scanner reinigen. (Zie De scanner reinigen.)
Problemen met scannen
Probleem
Suggesties
Tijdens het scannen verschijnen er TWAIN/WIA-fouten.
Zorg dat de TWAIN/WIA-driver van Brother als primaire bron is geselecteerd. In PaperPort® SE met OCR, klikt u op Bestand, Scannen en selecteert u de Brother TWAIN/WIA-driver.
Problemen met software
Probleem
Suggesties
Kan software niet installeren of niet printen.
Het programma Repair MFL-Pro Suite op de CD-ROM uitvoeren. Dit programma repareert en herinstalleert de software.
‘Apparaat bezet’
Controleer of er op het LCD-scherm van de machine geen foutmelding staat.
PhotoCapture Center™ problemen
Probleem
Suggesties
Verwisselbare schijf werkt niet naar behoren.
1.
Hebt u de update voor Windows® 2000 geïnstalleerd? Als u dat niet hebt gedaan, doet u het volgende:
1)
Koppel de USB-kabel los.
2)
Installeer de update voor Windows® 2000, en raadpleeg de installatiehandleiding. Nadat de installatie is voltooid, wordt de PC automatisch opnieuw gestart.
3)
Wacht ongeveer 1 minuut nadat de PC opnieuw is gestart en sluit daarna de USB-kabel aan.
2.
Verwijder de mediakaart en plaats deze weer terug.
3.
Als u ‘Uitwerpen’ vanuit Windows® hebt geprobeerd, moet u de mediakaart verwijderen alvorens u verdergaat.
4.
Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de mediakaart probeert uit te werpen, betekent dit dat de kaart gebruikt werd. Wacht even en probeer opnieuw.
5.
Als niets van het bovenstaande werkt, uw PC en machine uitzetten en vervolgens opnieuw aanzetten. (U moet de stekker van de machine uit het stopcontact halen om de machine uit te zetten.)
Geen toegang tot Verwisselbare schijf vanuit pictogram Desktop.
Controleer of u de mediakaart in de sleuf hebt geplaatst.