Voer een naam voor dit serverprofiel in (maximaal 15 alfanumerieke tekens). De LCD van het apparaat geeft deze naam weer.

Voer het pad in naar de map op de CIFS-server waar u de gescande gegevens naartoe wilt sturen.

Selecteer een voorvoegsel voor de bestandsnaam in de gegeven voorinstellingen of in de door de gebruiker gedefinieerde namen. De bestandsnaam die voor het gescande document wordt gebruikt, is het voorvoegsel dat u hebt geselecteerd, plus de laatste zes cijfers van de teller van de flatbed-/ADF-scanner en de bestandsextensie (bijvoorbeeld: "Estimate_098765.pdf").

Selecteer een instelling voor de kwaliteit. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt het apparaat de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.

Selecteer het type bestand dat u wilt gebruiken voor het gescande document. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt het apparaat de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.

Selecteer het formaat van het document in de lijst. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het gescande bestand de juiste grootte heeft.

Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt het apparaat de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.

Selecteer de bestandsgrootte in de lijst.

Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt het apparaat de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.

Selecteer de optie Automatisch om het apparaat zo in te stellen dat scheefgetrokken pagina's automatisch worden gecorrigeerd wanneer de pagina's worden gescand.

Selecteer de optie Aan om blanco pagina's van het document uit de scanresultaten te verwijderen.

Selecteer het gevoeligheidsniveau voor het detecteren van blanco pagina's in de gescande gegevens. Hoe hoger het gevoeligheidsniveau, hoe gemakkelijker het voor het apparaat is om blanco pagina's te detecteren.

Selecteer de optie Lange zijde of Korte zijde om beide zijden van het document te scannen, afhankelijk van de lay-out van het origineel.

Wijzig de hoeveelheid achtergrondkleur die wordt verwijderd.

Hiermee past u de documentmarges aan.

Hiermee kunt u een gescande afbeelding splitsen.

Wanneer u meerdere documenten scant, kunt u met deze functie de documenten opsplitsen en afzonderlijk opslaan.

Selecteer de optie TIFF-compressie voor een zwart-witdocument.

Selecteer het helderheidsniveau.

Selecteer het contrastniveau.

Om dit profiel te beveiligen met een pincode, selecteert u Aan en typt u een pincode van vier cijfers in het veld Pincode.

Om de verificatiemethode in te stellen selecteert u Automatisch, Kerberos of NTLMv2.

Voer de gebruikersnaam in (maximaal 96 tekens) van een gebruiker die toestemming heeft om gegevens te schrijven naar de map die in het veld Netwerkmapnaam is opgegeven. Voer de gebruikersnaam op een van de volgende manieren in als hij onderdeel van een domein is:

• user@domain
• domain\user

Voer het wachtwoord in (maximaal 32 tekens) voor de gebruikersnaam die u in het veld Gebruikersnaam hebt ingevoerd. Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren in.