Home > Problemen oplossen > Fout- en onderhoudsmeldingen
Fout- en onderhoudsmeldingen
Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten, kunnen fouten voorvallen en moeten verbruiksartikelen mogelijk worden vervangen. Als dit gebeurt, identificeert uw apparaat de fout of het vereiste routineonderhoud en toont hij het geschikte bericht. De meest voorkomende meldingen met betrekking tot fouten en onderhoud staan in de tabel.
De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf afhandelen. Ga voor meer tips naar de pagina Veelgestelde vragen en probleemoplossing voor uw model op support.brother.com.

- (MFC-J6940DW)
Als een foutmelding op het touchscreen verschijnt en uw Android™-apparaat de NFC-functie ondersteunt, houdt u het apparaat even tegen het NFC-pictogram op het bedieningspaneel om de laatste FAQ's (veelgestelde vragen) voor uw apparaat te raadplegen. (Mogelijk worden hiervoor kosten in rekening gebracht door uw telefoonaanbieder.)
Controleer of de NFC-instellingen op uw Brother-apparaat en Android™-apparaat zijn ingeschakeld.
- Verwijzingen naar Verwante informatie vindt u onder aan deze pagina.
Foutmelding | Oorzaak | Wat te doen |
---|
Aanraakscherm init. mislukt | Het touchscreen werd aangeraakt voordat het inschakelen was voltooid. | Zorg ervoor dat niets het touchscreen raakt of erop steunt, vooral wanneer u het apparaat inschakelt. |
Tussen het onderste deel van het touchscreen en het frame kan zich vuil hebben opgehoopt. | Steek een stuk stevig papier tussen het onderste deel van het touchscreen en het frame en schuif het stuk papier heen en weer om het vuil te verwijderen. |
Afgebroken (Verb. verbroken) | De andere partij of het faxapparaat van de andere partij heeft de oproep afgebroken. | Probeer de fax opnieuw te verzenden of te ontvangen. Als oproepen geregeld onderbroken worden en u een VoIP-systeem (Voice over IP) gebruikt, kunt u proberen de compatibiliteit te wijzigen naar Basis (voor VoIP). |
Alleen BK afdr. (Alleen Z/W afdr.) | Een of meer kleurencartridges zijn aan vervanging toe. U kunt nog ongeveer vier weken in zwart-wit afdrukken, afhankelijk van het aantal pagina's dat u afdrukt. Wanneer dit bericht op het LCD-scherm wordt weergegeven, werken de volgende functies als volgt:
| Vervang de inktcartridges. Hoewel in de kolom Oorzaak opties worden weergegeven voor het gebruik van het apparaat nadat deze foutmelding verschijnt, kunt u het apparaat pas weer gebruiken nadat u een of meer van de inktcartridges onder de volgende voorwaarden hebt vervangen:
|
Communicatiefout | Een slechte telefoonverbinding heeft een communicatiefout veroorzaakt. | Verzend de fax opnieuw of sluit het apparaat op een andere telefoonlijn aan. Als het probleem nog niet verholpen is, neemt u contact op met het telefoonbedrijf en vraagt u of ze uw telefoonlijn willen controleren. |
Document vastgelopen/te lang (Documentstoring/te lang) | Het document is niet goed geplaatst of ingevoerd, of het document dat via de ADF is gescand, is te lang. | Verwijder het vastgelopen document en druk vervolgens op |
Foute lade-inst. (Verkeerde lade-instell) | De apparaat-instellingen voor het papierformaat en de lade-instellingen komen niet overeen met het formaat van het papier in de gebruikte lade. | Volg de instructies op het touchscreen en probeer opnieuw af te drukken. |
Configureer de papierformaatinstelling voor de lade volgens de aanwijzingen op het LCD-scherm. |
Geen antw/Bezet | Het gebelde nummer antwoordt niet of is bezet. | Controleer het nummer en probeer opnieuw. |
Geen antwoord | Het aangesloten USB-apparaat reageert niet. | Ontkoppel het apparaat van de USB Direct Interface. |
Geen apparaat | Bij het configureren van het Wi-Fi Direct-netwerk vindt het Brother-apparaat uw mobiele apparaat niet. |
|
Geen Beller ID | Er is geen overzicht van inkomende oproepen beschikbaar. Er zijn geen oproepen binnengekomen of u bent niet geabonneerd op de nummerweergavedienst van uw telefoonbedrijf. | Neem contact op met uw telefoonbedrijf als u nummerweergave (Beller ID) wilt gebruiken. |
Geen bestand | Het USB-flashstation in het mediastation bevat geen JPG-bestand. | Plaats het juiste USB-flashstation opnieuw in de sleuf. |
Geen contact | Het Brother-apparaat en uw mobiele apparaat kunnen niet communiceren tijdens de Wi-Fi Direct-netwerkconfiguratie. |
|
Geen papier ingevoerd (Geen pap. Ingev.) | Het papier in het apparaat is op of het papier is niet juist in de papierlade geplaatst. | Voer een van de volgende handelingen uit:
|
Het papier is niet in het midden van de sleuf voor handmatige invoer geplaatst. Het papier is niet in het midden van de MF-lade geplaatst. | Verwijder het papier, plaats het opnieuw in het midden van de sleuf voor handmatige invoer en volg de instructies op het LCD-scherm. Verwijder het papier, plaats het opnieuw in het midden van de MF-lade en volg de instructies op het LCD-scherm. |
De klep ter verwijdering van vastgelopen papier is niet goed gesloten. | Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier aan beide zijden goed is gesloten. |
Er heeft zich papierstof opgehoopt op het oppervlak van de papierdoorvoerrollen. | Maak de papierdoorvoerrollen schoon. |
Geheugen vol | Het geheugen van het apparaat is vol. | Als een fax wordt verzonden of een kopieerbewerking wordt uitgevoerd:
|
Herhaaldelijk geen papierinvoer (Herhaaldelijk Lade nazien) | Het papier in het apparaat is op of het papier is niet juist in de papierlade geplaatst. | Voer een van de volgende handelingen uit:
|
Er heeft zich papierstof opgehoopt op het oppervlak van de papierdoorvoerrollen. | Maak de papierdoorvoerrollen schoon. |
Herhaaldelijke papierstoringen (Herh. vastgelopen papier) | Er bevindt zich in het apparaat een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of een stuk afgescheurd papier. | Verwijder eventuele vreemde voorwerpen of stukjes papier uit het apparaat. |
Het maximumaantal apparaten is al verbonden via Wi-Fi Direct. | Het maximumaantal mobiele apparaten is al aangesloten op het Wi-Fi Direct-netwerk wanneer het Brother-apparaat de groepseigenaar is. | Na het verbreken van de huidige verbinding tussen uw Brother-apparaat en een ander mobiel apparaat, probeert u de Wi-Fi Direct-instellingen opnieuw te configureren. U kunt de verbindingsstatus controleren door het netwerkconfiguratierapport af te drukken. |
Hub is Onbruikbaar. | Een hub of een USB-flashstation met een hub is aangesloten op de USB Direct Interface. | Hubs, inclusief USB-flashstations met een ingebouwde hub, worden niet ondersteund. Ontkoppel het apparaat van de USB Direct Interface. |
Inkt bijna op | De inkt is bijna op. Als de verzendende machine de fax kan omzetten, wordt de kleurenfax door uw apparaat afgedrukt als een zwart-witfax. | Bereid een nieuwe inktcartridge voor. U kunt doorgaan met afdrukken totdat Vervang inkt wordt weergegeven op het touchscreen.
|
Inktabsorb. bijna vol | Het inktopvangbakje is bijna vol. | Het inktopvangbakje moet bijna worden vervangen. Neem contact op met de klantenservice van Brother of met uw lokale Brother-reseller. |
Inktabsorbeerkussen vol (Inktabsorbtiekussentje vol) | Het inktopvangbakje is vol. Voor optimale prestaties van uw Brother-apparaat moeten deze onderdelen regelmatig onderhouden en uiteindelijk vervangen worden. Omdat periodiek onderhoud voor deze onderdelen vereist is, valt vervanging van de onderdelen niet onder de garantie. Na hoeveel tijd deze artikelen aan vervanging toe zijn, is afhankelijk van het aantal keren dat het inktsysteem moet worden doorgespoten en gespoeld om het te reinigen. Tijdens de verschillende doorspuit- en spoelbewerkingen loopt er inkt in deze vakjes. Hoe vaak doorspuit- en spoelbewerkingen voor reinigingsdoeleinden worden uitgevoerd, is afhankelijk van verschillende omstandigheden. Als u het apparaat bijvoorbeeld vaak in- en uitschakelt, zullen er heel wat schoonmaakcycli uitgevoerd worden, aangezien het apparaat automatisch een reiniging uitvoert bij het opstarten. | Het inktopvangbakje moet worden vervangen. Neem contact op met de klantenservice van Brother of uw plaatselijke Brother-servicecenter om een afspraak te maken voor een onderhoudsbeurt. Het apparaat reinigt zichzelf nadat:
|
Installeer inkt | Een van de inktcartridges is niet correct geïnstalleerd. | Verwijder de inktcartridge en plaats hem langzaam opnieuw. Hij moet stevig op zijn plaats vastklikken. |
Kan niet detect. | U hebt te snel een nieuwe inktcartridge geïnstalleerd en het apparaat heeft deze niet gedetecteerd. | Verwijder de nieuwe inktcartridge en installeer hem langzaam opnieuw tot deze stevig op zijn plaats klikt. |
Een van de inktcartridges is niet correct geïnstalleerd. |
Er is een inktcartridge voor het verkeerde Brother-model geïnstalleerd. | Controleer de modelnummers op de inktcartridges en installeer de juiste cartridges. |
Kan niet reinigen XX Kan niet initialiseren XX Afdruk. onmog. XX | Het apparaat heeft een mechanisch probleem. -OF- Er bevindt zich in het apparaat een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of een stuk afgescheurd papier. | Open de scannerklep en verwijder eventuele vreemde voorwerpen en papiersnippers uit het binnenste van het apparaat. Als het probleem hiermee niet is verholpen, haalt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact en steekt u deze na enkele minuten weer in het stopcontact. U kunt aanvullende handelingen proberen om vastgelopen papier te verwijderen. (Als u ontvangen documenten en faxen niet kunt afdrukken, brengt u ze over naar een ander faxapparaat of naar uw computer.) |
Kan niet scannen XX | Het apparaat heeft een mechanisch probleem. | Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact en steek deze na een paar minuten weer in het stopcontact. (Als u ontvangen documenten en faxen niet kunt afdrukken, brengt u ze over naar een ander faxapparaat of naar uw computer.) |
Klep is open. (Deksel is open.) | Het scannerdeksel zit niet goed dicht. | Til het scannerdeksel op en sluit dit weer. |
Controleer of het telefoonsnoer en de interfacekabel (indien gebruikt) op de juiste manier in de kabelgoot liggen en achter uit het apparaat komen. |
Het deksel van de inktcartridge zit niet goed dicht. | Sluit het deksel van de inktcartridge (het moet vastklikken). |
Lade 1 bijna leeg Lade 2 bijna leeg Lade 3 bijna leeg | De papierlade is bijna leeg. | Plaats papier in de lege papierlade die aangegeven wordt op het LCD-scherm. |
Lade-instellingen Instellingen van lade 1 Instellingen van lade 2 Instellingen van lade 3 MF-lade-instellingen | Dit bericht wordt weergegeven wanneer de instelling om het papiertype en grootte te bevestigen is ingeschakeld. | Om dit bevestigingsbericht niet weer te geven, stelt u de instelling in op Uit. |
Media is vol. | Op het USB-flashstation waarvan u gebruikmaakt, is onvoldoende vrije ruimte beschikbaar om de documenten te scannen. | Verwijder bestanden die u niet gebruikt van het USB-flashstation om ruimte vrij te maken en probeer het vervolgens opnieuw. |
Onbruikb. app. Apparaat loskoppelen van frontconnector en machine uit- en weer aanzetten (Koppel apparaat los van frontconnector en zet de machine uit en vervolgens aan) | Op de USB Direct Interface is een defect apparaat aangesloten. | Ontkoppel het apparaat van de USB Direct Interface. Schakel het apparaat uit en opnieuw in. |
Onbruikb. app. Koppel het USB-apparaat los. (Koppel USB-apparaat los.) | Een USB-apparaat of een USB-flashstation dat niet wordt ondersteund, is aangesloten op de USB Direct Interface. | Ontkoppel het apparaat van de USB Direct Interface. |
Onjuiste cartridge | Het modelnummer van de inktcartridge is niet compatibel met uw apparaat. | Controleer of het cartridgemodelnummer voor uw apparaat geschikt is. |
Onvoldoende faxgeh. | Het faxgeheugen is vol. | Voer een van de volgende handelingen uit:
|
Papierform. onjuist | De papierformaatinstelling komt niet overeen met het formaat van het papier in de lade. -OF- De afdrukstand is niet geschikt voor het papierformaat. -OF- U hebt de papiergeleiders in de lade niet ingesteld op het gebruikte papierformaat. |
|
Bij afdrukken vanaf de computer moet u ervoor zorgen dat het in de printerdriver (of in de toepassing waarmee u wilt afdrukken) gekozen papierformaat overeenkomt met het formaat van het papier in de lade. |
Papierlade niet gedetecteerd Papierlade 1 niet gedetecteerd Papierlade 2 niet gedetecteerd Papierlade 3 niet gedetecteerd | De papierlade is niet goed ingebracht. | Duw de papierlade langzaam volledig in het apparaat. |
Er zit papier of een vreemd voorwerp in het apparaat waardoor de papierlade niet goed kan worden ingebracht. | Trek de papierlade uit het apparaat en verwijder het vastgelopen papier of het voorwerp. Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden of verwijderen |
Rest. gegevens in geheugen | Er zitten nog afdrukgegevens in het geheugen van het apparaat. | Druk op |
Temperatuur hoog | De kamertemperatuur is te hoog. | Verlaag de temperatuur in de ruimte en laat het apparaat vervolgens afkoelen tot kamertemperatuur. Probeer het opnieuw als het apparaat is afgekoeld. |
Temperatuur laag | De kamertemperatuur is te laag. | Zodra de kamer warmer is, geeft u het apparaat de tijd om tot kamertemperatuur op te warmen. Probeer opnieuw wanneer het apparaat is opgewarmd. |
Vast voor/achter Vast voor Vast achter Vast in MF-lade Handmatige invoersleuf vastgel. Voor/MF-lade vastgelopen Voor/handm. invoersleuf vastgel. Vast in lade2 Vast in lade3 Opnieuw vast XX | Het papier is vastgelopen in het apparaat. | Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. |
Als het papier opnieuw vastloopt, probeert u de storing op een andere manier te verhelpen. |
De papiergeleiders zijn niet op het juiste papierformaat afgesteld. | Controleer of de papiergeleiders op het juiste papierformaat zijn afgesteld. |
De papiersteun is niet juist in het apparaat geïnstalleerd. | Zorg ervoor dat de papiersteun volledig in het apparaat is geïnstalleerd. |
Er is meer dan één vel papier in de sleuf voor handmatige invoer geplaatst. -OF- Er is een nieuw vel papier in de sleuf voor handmatige invoer geplaatst voordat u hiertoe opdracht kreeg via het touchscreen. | Plaats nooit meer dan één vel tegelijk in de sleuf voor handmatige invoer. Plaats het volgende vel papier pas in de sleuf voor handmatige invoer als u hiertoe opdracht krijgt via het touchscreen. Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. |
Er heeft zich papierstof opgehoopt op het oppervlak van de papierdoorvoerrollen. | Maak de papierdoorvoerrollen schoon. |
Verbindingsfout | Andere apparaten proberen tegelijk verbinding te maken met het Wi-Fi Direct-netwerk. | Zorg ervoor dat er geen andere apparaten verbinding proberen te maken met het Wi-Fi Direct-netwerk en probeer de Wi-Fi Direct-instellingen opnieuw te configureren. |
Verkeerde kleur inkt | Er is een inktcartridge op de verkeerde positie geïnstalleerd. | Controleer welke inktcartridges niet op de plek van de juiste kleur zijn geïnstalleerd en plaats deze in de correcte positie. |
Vervang inkt | Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe. Het apparaat stopt alle printbewerkingen. Als er geheugenruimte is, worden zwart-witfaxen in het geheugen opgeslagen. Als het verzendende apparaat de fax kan omzetten, wordt de kleurenfax als een zwart-witfax in het geheugen opgeslagen. | Vervang de inktcartridges.
|
Verzend Fout (Verzendfout) Onjuiste inst. voor doc.-form. | De optie voor het documentformaat komt niet overeen met het formaat van uw faxdocument. | Selecteer de juiste optie voor het documentformaat en druk vervolgens nogmaals op Fax start. |