Zoeken

Home > Scannen > Scannen met de scanknop op uw apparaat > Scan naar FTP > Een profiel instellen voor Scannen naar FTP

Een profiel instellen voor Scannen naar FTP

Gerelateerde modellen:MFC‑J4440DW / MFC‑J4540DW
Installeer een Scannen naar FTP-profiel om de gescande gegevens rechtstreeks naar een FTP-locatie te scannen en te uploaden.

Wij raden Microsoft Internet Explorer 11/Microsoft Edge voor Windows, Safari 10/11 voor Mac, Google Chrome voor Android (4.x of hoger) en Google Chrome/Safari voor iOS (10.x of hoger) aan. Zorg ervoor dat JavaScript en cookies altijd zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt.

  1. Start uw webbrowser.
  2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van het apparaat).

    Bijvoorbeeld:

    https://192.168.1.2

  3. Voer zo nodig het wachtwoord in in het veld Inloggen en klik vervolgens op Inloggen.
    image
    Het standaardwachtwoord voor het beheer van de apparaatinstellingen vindt u op de achterzijde van het apparaat bij "Pwd".
  4. Ga naar het navigatiemenu en klik vervolgens op Scannen>Scannen naar FTP/SFTP/netwerk/SharePoint.
    image
    Begin bij image als het navigatiemenu niet wordt weergegeven aan de linkerkant van het scherm.
  5. Selecteer de optie FTP en klik vervolgens op Indienen.
  6. Klik op het menu Scannen naar FTP/SFTP/netwerk/SharePoint-profiel.
  7. Selecteer het profiel dat u wilt instellen of wijzigen.
    image

    Als u een van de tekens ?, /, \, ", :, <, >, | of * gebruikt, kan dit een verzendfout veroorzaken.

    Optie Beschrijving
    Profielnaam

    Voer een naam voor dit serverprofiel in (maximaal 15 alfanumerieke tekens). De LCD van het apparaat geeft deze naam weer.

    Hostadres

    Voer het hostadres (bijvoorbeeld: sftp.voorbeeld.com; tot 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld: 192.23.56.189) in.

    Poortnummer

    Wijzig de instelling voor Poortnummer die wordt gebruikt voor toegang tot de FTP-server. De standaardinstelling is poort 21. In de meeste gevallen hoeft deze instelling niet te worden aangepast.

    Gebruikersnaam

    Voer een gebruikersnaam in (maximaal 32 tekens) die toestemming heeft om gegevens naar de FTP-server te schrijven.

    Wachtwoord

    Voer het wachtwoord in (maximaal 32 tekens) voor de gebruikersnaam die u in het veld Gebruikersnaam hebt ingevoerd. Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren in.

    SSL/TLS

    Stel de optie SSL/TLS in om veilig te scannen met SSL/TLS-communicatie. Wijzig indien nodig de instelling CA-certificaat.

    Directory opslaan

    Voer het pad in (max. 60 tekens) naar de map op de FTP-server waar u de gescande gegevens naartoe wilt sturen. Voer geen backslash in het begin van het pad in (bijvoorbeeld: brother/abc).

    Bestandsnaam

    Selecteer een bestandsnaam in de gegeven voorinstellingen of in de door de gebruiker gedefinieerde namen. U kunt de door de gebruiker gedefinieerde namen en stijl van de bestandsnamen instellen in het menu Bestandsnaam voor scans in de navigatiebalk.

    Kwaliteit

    Selecteer een instelling voor de kwaliteit. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt het apparaat de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.

    Bestandstype

    Selecteer het type bestand dat u wilt gebruiken voor het gescande document. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt het apparaat de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.

    Documentgrootte

    Selecteer het formaat van het document in de lijst. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het gescande bestand de juiste grootte heeft.

    Marge-instellingen

    Hiermee past u de documentmarges aan.

    Automatisch rechtleggen

    Selecteer Automatisch om het apparaat zo in te stellen dat scheefgetrokken pagina's automatisch worden gecorrigeerd wanneer de pagina's worden gescand.

    Lege pagina overslaan

    Selecteer de optie Aan om blanco pagina's van het document uit de scanresultaten te verwijderen.

    Gevoeligheid geen lege pag.

    Selecteer het gevoeligheidsniveau voor het detecteren van blanco pagina's in de gescande gegevens. Hoe hoger het gevoeligheidsniveau, hoe gemakkelijker het voor het apparaat is om blanco pagina's te detecteren.

    Achtergrondkleur verwijderen

    Wijzig de hoeveelheid achtergrondkleur die wordt verwijderd.

    Helderheid

    Selecteer het helderheidsniveau.

    Contrast

    Selecteer het contrastniveau.

    Passieve modus

    Zet de optie Passieve modus aan of uit, afhankelijk van de configuratie van de FTP-server en de firewall van het netwerk. De standaardinstelling is Aan. In de meeste gevallen hoeft deze instelling niet te worden aangepast.

  8. Klik op Indienen.
Was deze pagina behulpzaam?