Home > Scannen > Scannen met de scanknop op uw apparaat > Scannen naar SSH-server (SFTP) > Een Scannen naar SFTP-profiel instellen
Een Scannen naar SFTP-profiel instellen
- Start Beheer via een webbrowser.
Beheer via een webbrowser openen
- Klik op in de linkernavigatiebalk.Als de linkernavigatiebalk niet zichtbaar is, begint u te navigeren bij
.
- Selecteer de optie SFTP en klik vervolgens op Indienen.
- Klik op het menu Scannen naar FTP/SFTP/netwerk/SharePoint-profiel.
- Selecteer het profiel dat u wilt instellen of wijzigen.
Als u een van de tekens ?, /, \, ", :, <, >, | of * gebruikt, kan dit een verzendfout veroorzaken.
Optie Beschrijving Profielnaam Voer een naam voor dit serverprofiel in (maximaal 15 alfanumerieke tekens). De LCD van het apparaat geeft deze naam weer.
Hostadres Voer het hostadres (bijvoorbeeld: sftp.voorbeeld.com; tot 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld: 192.23.56.189) in.
Gebruikersnaam Voer de gebruikersnaam in (maximaal 32 tekens) van een gebruiker die toestemming heeft om gegevens naar de SFTP-server te schrijven.
Verificatiemethode Selecteer Wachtwoord of Openbare sleutel.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Wanneer u Wachtwoord selecteert, voert u het wachtwoord (tot 32 tekens) in dat betrekking heeft op de gebruikersnaam die u in het veld Gebruikersnaam invoerde. Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren in.
Wanneer u Openbare sleutel selecteert, selecteert u het verificatietype uit de vervolgkeuzelijst Sleutelpaar client.
Public server key Selecteer het verificatietype. Directory opslaan Voer het pad in naar de map op de SFTP-server waar u de gescande gegevens naartoe wilt sturen. Gebruik geen schuine streep (slash) als eerste teken van de bestandsnaam. Bestandsnaam Selecteer een bestandsnaam in de gegeven voorinstellingen of in de door de gebruiker gedefinieerde namen. U kunt de door de gebruiker gedefinieerde namen en stijl van de bestandsnamen instellen in het menu Bestandsnaam voor scans in de navigatiebalk.
Kwaliteit Selecteer een instelling voor de kwaliteit. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt het apparaat de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
Bestandstype Selecteer het type bestand dat u wilt gebruiken voor het gescande document. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt het apparaat de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
Documentgrootte Selecteer het formaat van het document in de lijst. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het gescande bestand de juiste grootte heeft.
Automatisch rechtleggen (ADF automatisch rechtleggen) Selecteer Aan om het apparaat zo in te stellen dat scheefgetrokken pagina's automatisch worden gecorrigeerd wanneer de pagina's worden gescand.
Lege pagina overslaan Selecteer de optie Aan om blanco pagina's van het document uit de scanresultaten te verwijderen.
Gevoeligheid geen lege pag. Selecteer het gevoeligheidsniveau voor het detecteren van blanco pagina's in de gescande gegevens. Hoe hoger het gevoeligheidsniveau, hoe gemakkelijker het voor het apparaat is om blanco pagina's te detecteren.
Achtergrondkleur verwijderen Wijzig de hoeveelheid achtergrondkleur die wordt verwijderd.
Marge-instellingen Hiermee past u de documentmarges aan.
Helderheid Selecteer het helderheidsniveau.
Contrast Selecteer het contrastniveau.
Poortnummer Wijzig de instelling voor Poortnummer die wordt gebruikt om toegang tot de SFTP-server te krijgen. De standaardinstelling is poort 22. In de meeste gevallen hoeft deze instelling niet te worden aangepast.
- Klik op Indienen.