![]() ![]() | ![]() ![]() |
• | Zorg dat u een IP-adres op de machine hebt geconfigureerd alvorens u de instructies in dit hoofdstuk uitvoert. Raadpleeg De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding als u het IP-adres nog niet hebt geconfigureerd. |
• | Controleer dat de hostcomputer en de afdrukserver zich ofwel op hetzelfde subnet bevinden, of dat de router foutloos is geconfigureerd, zodat gegevensuitwisseling tussen deze twee apparaten mogelijk is. |
• | Als u persoonlijke firewallsoftware gebruikt (bijvoorbeeld de firewall voor internetverbindingen in Windows® XP), moet u de firewall voordat u met de installatie begint eerst uitschakelen. Wanneer u zeker weet dat u kunt afdrukken, moet u de persoonlijke firewall weer activeren. |
![]() ![]() | ![]() ![]() |