![]() ![]() | ![]() ![]() |
1 | Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk te noteren voordat u de machine configureert. U hebt deze informatie nodig voor u doorgaat met de configuratie. Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
| ||||||||||||||||||||||||||
2 | Druk op ![]() | ||||||||||||||||||||||||||
3 | Druk op Netwerk. | ||||||||||||||||||||||||||
4 | Druk op WLAN. | ||||||||||||||||||||||||||
5 | Druk op Inst. Wizard. | ||||||||||||||||||||||||||
6 | Wanneer WLAN inschakelen? wordt weergegeven, drukt u op Ja om te bevestigen. De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Nee om te annuleren. | ||||||||||||||||||||||||||
7 | De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID's. Kies <Nieuwe SSID> door omhoog of omlaag te vegen of door te drukken op ![]() ![]() | ||||||||||||||||||||||||||
8 | Voer de SSID-naam in. (Zie de Installatiehandleiding voor meer informatie over het invoeren van tekst.) Druk op OK. | ||||||||||||||||||||||||||
9 | Druk op Infrastructuur wanneer hierom wordt gevraagd. | ||||||||||||||||||||||||||
10 | Selecteer en druk op de verificatiemethode. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Open systeem hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap 11. Als u Gedeelde sleutel hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap 12. Als u WPA/WPA2-PSK hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap 13. | ||||||||||||||||||||||||||
11 | Selecteer en druk op het versleutelingstype Geen of WEP. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Geen hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap 15. Als u WEP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap 12. | ||||||||||||||||||||||||||
12 | |||||||||||||||||||||||||||
13 | |||||||||||||||||||||||||||
14 | |||||||||||||||||||||||||||
15 | Druk op Ja om de instellingen door te voeren. Druk op Nee om te annuleren. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Ja hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap 16. Als u Nee hebt geselecteerd, keert u terug naar stap 7. | ||||||||||||||||||||||||||
16 | De machine probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd. | ||||||||||||||||||||||||||
17 | Als uw draadloze apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm. Als de draadloze verbinding niet is gelukt, wordt een foutcode weergegeven op het LCD-scherm. Noteer de foutcode en los het probleem op aan de hand van het gedeelte Problemen oplossen in de Installatiehandleiding. |
![]() ![]() | ![]() ![]() |