Controleren welke netwerkomgeving u hebt

Aangesloten op een computer met een WLAN-toegangspoort/-router in het netwerk (Infrastructuurmodus)

Figuur
1.
WLAN-toegangspunt/-router1
1
Als uw computer Intel® MWT (My WiFi Technology) ondersteunt, kunt u uw computer gebruiken als een door WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteund toegangspunt.
2.
Draadloze netwerkmachine (uw machine)
3.
Computer met draadloze functionaliteit die is aangesloten op het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router
4.
Bedrade computer die zonder draadloze functionaliteit met de ethernetkabel is aangesloten op het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router
5.
Mobiel apparaat dat is aangesloten op het draadloze toegangspunt/de draadloze router

Configuratiemethode

Hieronder krijgt u vier methoden voor het configureren van uw Brother-machine in een draadloze netwerkomgeving. Kies de methode die het best aansluit bij uw omgeving.
Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen)
Draadloze configuratie met behulp van de installatiewizard van het bedieningspaneel
Draadloze configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™
Draadloze configuratie via de PIN-methode met behulp van WPS

De WLAN-status controleren

U kunt de huidige netwerkstatus van het draadloze netwerk controleren op het bedieningspaneel van de machine.
1
Druk op Figuur.
2
Druk op Netwerk.
3
Druk op WLAN.
4
Veeg omhoog of omlaag of druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri en druk vervolgens op Status WLAN.
5
Druk op Status.