1 | Laad uw document. |
2 | Klik op het pictogram (ControlCenter2) in de menubalk en kies vervolgens Open. Het venster van ControlCenter2 wordt weergegeven. |
3 | Klik op het tabblad SCAN terwijl u de Control-toets ingedrukt houdt, op de knop voor de Scannen-naar-actie die u wilt wijzigen (Afbeelding, OCR, E-mail of Bestand). Het dialoogvenster met instellingen wordt weergegeven (in het volgende voorbeeld wordt Afbeelding gebruikt). |
4 | Schakel het selectievakje Continu scannen in. |
5 | Wijzig zo nodig nog andere instellingen (zie Scaninstellingen wijzigen). |
6 | Klik op de knop die u in stap 3 hebt geselecteerd. Het berichtdialoogvenster wordt weergegeven. Klik op de knop Starten met scannen. Het scannen wordt gestart. Na het scannen wordt u in een dialoogvenster gevraagd of u wilt doorgaan met scannen. Ga op een van de volgende manieren te werk: |