![]() ![]() | ![]() ![]() |
1. | Deze instellingen uitschakelen Als u dit selectievakje inschakelt, wordt ![]() De instellingen op een tabblad waarop ![]() Schakel het selectievakje uit om de instellingen toe te passen of op te slaan op, of te exporteren naar de printer. |
2. | Items Als u [Huidige status] selecteert, worden de huidige instellingen weergegeven in het gedeelte voor weergave en wijzigen van instellingen. Selecteer het item waarvan u de instellingen wilt wijzigen. |
3. | Menubalk Selecteer een opdracht in een van de menu’s. Zie Menubalk voor meer informatie over de menubalk. |
4. | Printer Selecteer de printer waarvoor instellingen moeten worden gewijzigd. Als er slechts één printer aangesloten is, hoeft u geen printer te selecteren omdat alleen die printer wordt weergegeven. |
5. | Naam knooppunt De knooppuntnaam wordt weergegeven. De naam van het knooppunt kan ook worden gewijzigd. (Zie Menu Extra) |
6. | Tabbladen voor instellingen Klik op het tabblad met de instellingen die u wilt opgeven of wijzigen. Als ![]() |
7. | Gedeelte voor weergave en wijzigen van instellingen Weergave van de huidige instellingen voor het geselecteerde item. Wijzig instellingen met behulp van vervolgkeuzelijsten, directe invoer of andere methoden. |
8. | Vernieuwen Klik op deze knop om de weergegeven instellingen bij te werken met de meest recente informatie. |
9. | Afsluiten Het venster [Communicatie-instellingen] wordt gesloten; u keert terug naar het hoofdvenster van [Printer Instelling Tool]. |
10. | Toepassen Klik op [Toepassen] om de instellingen toe te passen op de printer. Selecteer [Opslaan in opdrachtbestand] in de vervolgkeuzelijst om de opgegeven instellingen op te slaan in een opdrachtbestand. |
![]() ![]() | ![]() ![]() |