Wi-Fi® Netwerk verbinding (met behulp van BPM) (Alleen beschikbaar voor modellen met Wi-Fi)
Bluetooth®-verbinding  (Alleen beschikbaar voor modellen met Bluetooth)
USB-verbinding

Wi-Fi® Netwerk verbinding (met behulp van BPM)

1. Zorg ervoor dat uw printer en computer via hetzelfde Wi-Fi netwerk met elkaar verbonden zijn.
   Voor meer informatie, Zie 'De printer aansluiten op de computer (voor Windows)".


2. Start de BPM (Brother Printer Management Tool).


3. Klik op Printerconfiguratie > Wi-Fi.


4. Controleer het IP- adres.
    


5. Start de CommTool.


6. Selecteer TCP/IP voor Verzenden, en voer het IP-adres in dat u in stap 4 hebt gecontroleerd
   


7. Voer de tekencode in om de tool te gebruiken en klik op Gegevens verzenden.

Bluetooth®-verbinding

1. Selecteer in het menu Start op uw computer Windows-systeem> Configuratiescherm> Apparaten en printers.
   Raadpleeg voor meer informatie, "Het venster Apparaten en printers openen".


2. Klik met de rechtermuisknop op de printer waarvan u de instellingen wilt wijzigen en selecteer Eigenschappen.


3. Selecteer het tabblad Hardware, en controleer vervolgens het COM-poortnummer.


4. Start de CommTool.


5. Selecteer RS232 voor verzenden, en klik vervolgens op RS232 instellingen.
   


6. Selecteer het COM-poortnummer dat u in stap 3 hebt gecontroleerd en klik vervolgens op Set.
   


7. Voer de tekencode in om de tool te gebruiken en klik op Gegevens verzenden.

USB-verbinding
 

1. Sluit de printer met een USB-kabel aan op de computer.


2. Start de CommTool.


3. Selecteer  USB voor Verzenden..
   


4. Selecteer USB-afdrukondersteuning voor USB-apparaat en klik vervolgens op USB-ID ophalen.
   


5. Voer de tekencode in om de tool te gebruiken en klik op Gegevens verzenden.