De printer kalibreert de sensor en detecteert de labellengte, drukt de interne instellingen af en gaat daarna in de dumpmodus. In deze modus kunt u de printerprogramma's controleren en fouten opsporen.

De zelftest van de printer uitvoeren en de dumpmodus openen

1. Schakel de printer uit.


2. Houd de knop  (  ) Doorvoeren/onderbreken ingedrukt en schakel de printer vervolgens in.


3. Laat de knop (  ) Doorvoeren/onderbreken los wanneer de status-LED van de printer verandert in(  ) en begint te knipperen.
   
   
   De Leds veranderen als volgt:

   (Orange)

   (5 keer)

   (5 keer)    ->

   Laat de knop  (  )  Doorvoeren/onderbreken los om de zelftest van de printer uit te voeren en naar de dumpmodus te gaan.

   (5 keer)

   (Groen (brandt)

   
   Schakel de printer uit en weer in om de afdruktaak te hervatten.
   De zelftestinformatie wordt automatisch afgedrukt.