Veelgestelde vragen en probleemoplossing

Sluiten

PT-P950NW

Veelgestelde vragen en probleemoplossing

Veelgestelde vragen en probleemoplossing

PT-P950NW

Niet uw product?

Datum: 26-09-2018 Nummer: faqp00100037_002

Apparaatinstellingen gebruiken (voor Windows)

Volg de onderstaande stappen als u Apparaatinstellingen wilt gebruiken:

 

  1. Open Printer Setting Tool.

    Zie 'Werken met Printer Setting Tool (voor Windows).
     

  2. Selecteer Apparaatinstellingen.

    Het venster Apparaatinstellingen wordt weergegeven.
     

  3. Geef de gewenste instellingen op of wijzig de instellingen.

    Zie hieronder voor meer informatie.

     

    Het dialoogvenster voor instellingen
    Menubalk
    Tabblad Normaal
    Tabblad Labelinstellingen
    Tabblad Paneelinstelling (alleen PT-P950NW)
    Tabblad Beheer (alleen PT-P950NW)
    Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere printers

 

Het dialoogvenster voor instellingen

 

Dialoogvenster voor instellingen

  1. Menubalk
    Selecteer een opdracht in een van de menu’s.

  2. Printer
    Hiermee bepaalt u de printer waarvan u de apparaatinstellingen wilt configureren.
    Als er slechts één printer aangesloten is, hoeft u geen printer te selecteren omdat alleen die printer wordt weergegeven.

  3. Tabbladen voor instellingen
    Instellingen die kunnen worden opgegeven of gewijzigd.

    Als Pictogram voor niet beschikbare instelling wordt weergegeven op het tabblad, kunnen de instellingen op dat tabblad niet worden opgegeven of gewijzigd.  Bovendien worden de instellingen op dat tabblad niet toegepast op de printer, ook al klikt u op [Toepassen].  Ook worden de instellingen op het tabblad niet opgeslagen of geëxporteerd bij het geven van de opdracht [Opslaan in opdrachtbestand] of [Exporteren].

     

  4. Current Settings (Huidige instellingen)
    Hiermee worden de huidige instellingen van de aangesloten printer opgehaald en weergegeven in het dialoogvenster.  De instellingen worden ook opgehaald voor parameters op tabbladen met Pictogram voor niet beschikbare instelling.

  5. Deze instellingen uitschakelen
    Als u dit selectievakje inschakelt, wordt Pictogram voor niet beschikbare instelling weergegeven op het tabblad en kunnen geen instellingen meer worden opgegeven of gewijzigd.
    De instellingen op een tabblad waarop Pictogram voor niet beschikbare instelling wordt weergegeven, worden niet toegepast op de printer, zelfs niet als u op [Toepassen] klikt.  Ook worden de instellingen op het tabblad niet opgeslagen of geëxporteerd bij het geven van de opdracht [Opslaan in opdrachtbestand] of [Exporteren].

  6. Parameters
    Weergave van de huidige instellingen.

  7. Exit (Sluiten)
    Het venster [Apparaatinstellingen] wordt gesloten. U keert terug naar het hoofdvenster van Printer Instelling Tool.

  8. Apply (Toepassen)
    De instellingen naar de printer sturen.
    Als u de opgegeven instellingen wilt opslaan in een opdrachtbestand, selecteer dan [Opslaan in opdrachtbestand] in de keuzelijst.
     

Menubalk

 

Menubalk

 
  1. Instellingen op printer toepassen
    De instellingen naar de printer sturen.
    De werking is gelijk aan klikken op [Toepassen].

  2. Instellingen opslaan in opdrachtbestand
    De opgegeven instellingen opslaan in een opdrachtbestand.  De werking is gelijk aan [Opslaan in opdrachtbestand] selecteren in de keuzelijst [Toepassen].

  3. Importeren
    Het geëxporteerde bestand importeren.

  4. Exporteren
    De huidige instellingen opslaan in een bestand.

  5. Printerlogboek opslaan in bestand
    Hiermee slaat u het printerlogboek op in een CSV-bestand.

  6. Print Unit Settings (Apparaatinstellingen afdrukken)
    Hiermee drukt u een rapport af met de firmwareversie en informatie over de instellingen van het apparaat.
    U kunt dit rapport ook afdrukken door de doorvoer-snijknop Doorvoer-snijknop langer dan tien seconden ingedrukt te houden.
     

    Gebruik tape van 24 mm (0,94 inch) of 36 mm (1,4 inch) om dit rapport af te drukken.

  7. Factory Reset (Fabrieksinstellingen)
    Hiermee worden de fabrieksinstellingen van alle printerinstellingen teruggehaald.

  8. Sjabloon en database verwijderen
    Hiermee verwijdert u alle sjablonen en databases die in de printer zijn opgeslagen.

  9. Printerlogboek verwijderen
    Hiermee verwijdert u het printerlogboek dat in de printer is opgeslagen.

  10. Optie-instellingen
    Als u het selectievakje [Geen foutbericht weergeven als de huidige instellingen bij het opstarten niet kunnen worden opgehaald.] inschakelt, wordt een volgende keer geen foutmelding weergegeven.

  11. Over
    Geeft de versie-informatie weer.
     

Tabblad Normaal

 

 

Tabblad Normaal

  1. Auto Power On (Auto Voeding Aan)
    Hiermee bepaalt u of de printer al dan niet automatisch wordt ingeschakeld wanneer de stekker in het stopcontact wordt gestoken.
    Mogelijke instellingen: [Uitschakelen], [Inschakelen]

  2. Auto. Uitschakelen (AC/DC)
    Hiermee bepaalt u de duur van inactiviteit voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld indien aangesloten op een stopcontact.
    Beschikbare instellingen: [Geen], 10/20/30/40/50 minuten, 1/2/4/8/12 uur

  3. Auto. Uitschakelen (Li-ion)
    Instelling voor de duur van inactiviteit voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld bij voeding met de oplaadbare Li-ion-batterij.
    Beschikbare instellingen: [Geen], 10/20/30/40/50 minuten, 1 uur

  4. Command Mode (Opdrachtmodus)
    Hiermee bepaalt u de opdrachtmodus van de printer.
    Mogelijke instellingen: [Raster], [ESC/P], [P-touch Template]

  5. Inhoud
    Hiermee bepaalt u welke printergegevens worden afgedrukt.
    Mogelijke instellingen: [Alles], [Verbruikslog], [Printerinstellingen], [Overdrachtsgegevens printer]

  6. Printerlogboek opslaan
    Hiermee bepaalt u of het printerlogboek al dan niet moet worden opgeslagen. Als [Uitschakelen] is geselecteerd, kan [Onderhoud] - [Printerlogboek opslaan in bestand] niet worden geselecteerd.
    Mogelijke instellingen: [Inschakelen], [Uitschakelen]
     

Tabblad Labelinstellingen

 

 

Tabblad Labelinstellingen

  1. Aanpassing lengte
    De lengte van een afgedrukt label aanpassen aan de op de computer weergegeven lengte.
    Mogelijke instellingen: -4 tot +4 (in stappen van 1)

  2. Aanpassing marge volledig afsnijden
    Hiermee past u de margelengte aan wanneer labels volledig worden afgesneden.
    Mogelijke instellingen: -2 tot +2 (in stappen van 1)

  3. Aanpassing marge half afsnijden
    Hiermee past u de margelengte aan wanneer labels half worden afgesneden.
    Mogelijke instellingen: -2 tot +2 (in stappen van 1)

  4. Testafdruk
    Hiermee drukt u een testlabel af om na te gaan of de aanpassingen het gewenste resultaat geven.
     

Tabblad Paneelinstelling (alleen PT-P950NW)

Geef de instellingen op wanneer het tikpaneel (optioneel) wordt gebruikt.

 

Tabblad Paneelinstelling

  1. Afdr. bevest.
    Hiermee bepaalt u of een bericht wordt weergegeven vóór het afdrukken, zodat het aantal exemplaren kan worden gecontroleerd.
    Mogelijke instellingen: [Aan], [Uit]

  2. Volledig afsnijden
    Hiermee bepaalt u of de labels automatisch moeten worden afgesneden en hoeveel labels moeten worden afgedrukt voordat ze worden afgesneden.
    Mogelijke instellingen: [Aan], [Uit] (U kunt een waarde tussen 1 en 99 opgeven. )

  3. Half afsnijden
    Hiermee bepaalt u of labels half moeten worden afgesneden.
    Mogelijke instellingen: [Aan], [Uit]

  4. Ketting
    Hiermee bepaalt u of kettingafdruk moet worden gebruikt.
    Mogelijke instellingen: [Aan], [Uit]

  5. Achtergr.verl
    Hiermee bepaalt u of de LCD-schermverlichting moet branden.
    Mogelijke instellingen: [Aan], [Uit]

  6. LCD-contrast
    Hiermee bepaalt u of de displayverlichting moet branden.
    Mogelijke instellingen: -2 tot +2

  7. Pieper
    Hiermee bepaalt u of het apparaat piept wanneer u op een toets op het tikpaneel drukt.
    Mogelijke instellingen: [Aan], [Uit]

  8. Paneel inst.
    Hiermee selecteert u welk tikpaneel u wilt gebruiken.
    Mogelijke instellingen: [A], [B]
     

Tabblad Beheer (alleen PT-P950NW)

Geef de instellingen op wanneer het tikpaneel (optioneel) wordt gebruikt.

U moet toegang als beheerder van de computer of de printer hebben om deze tabbladen weer te geven.

U kunt de beheerdersrechten voor de printer nakijken op het tabblad [Eigenschappen van printer] - [Beveiliging].

 

Beheer (1)


Tabblad 01 voor beheerinstellingen


Beheer (2)


Tabblad 02 voor beheerinstellingen

  1. Toetsenfunctie
    Hiermee bepaalt u het type gegevens dat aan het paneel met voorgeprogrammeerde toetsen wordt toegewezen.
    Selecteer [Sjabloon] als u sjablonen wilt toewijzen.
    Selecteer [Database] als u databases wilt toewijzen die aan één sjabloon zijn gekoppeld.
    Mogelijke instellingen: [Sjabloon], [Database]

  2. Serialis.modus
    Hiermee bepaalt u of wilt serialiseren op basis van het laatst afgedrukte nummer.
    Mogelijke instellingen: [Vanaf laatste], [Vanaf startnr.]

  3. Std. exemplaren
    Hiermee bepaalt u het aantal afdrukken dat standaard wordt afgedrukt.
    Mogelijke instellingen: 1-999

  4. Aantal afdr.
    Hiermee bepaalt u of het aantal exemplaren dat is ingesteld met het tikpaneel (TDU) ingesteld blijft nadat de exemplaren afgedrukt zijn.
    Deze instelling van het tikpaneel blijft van kracht tot de printer wordt uitgeschakeld.
    Mogelijke instellingen: [Van startn.], [Vanaf laatste]

  5. Zoeken in db
    Hiermee bepaalt u, bij gebruik van een sjabloon met een gekoppelde database, of databaserecords worden gezocht op regelnummer of op gegevens.
    Mogelijke instellingen: [Op regelnummer], [Op gegevens]

  6. Eenheid
    Hiermee bepaalt u de maateenheden voor de weergegeven instellingen.
    Mogelijke instellingen: [mm], [inch]

  7. Taal
    Hiermee bepaalt u de taal voor het tikpaneel.
    Mogelijke instellingen: [Dansk], [Deutsch], [English], [Español], [Français], [Italiano], [Nederlands], [Norsk], [Português], [Suomi], [Svenska], [ Chinees ], [ Japans ]

    Welke weergavetalen u kunt selecteren is afhankelijk van het model printer dat u gebruikt.  Als u een geselecteerde taal niet kunt gebruiken voor het tikpaneel, wordt de weergavetaal niet gewijzigd.
    Controleer of het tikpaneel de geselecteerde taal kan weergeven.

  8. Tijd instellen
    Hiermee stelt u de datum en tijd van het tikpaneel in.
    U kunt alleen instellingen voor datum en tijd opgeven als het tikpaneel is aangesloten.

  9. Huidige datum/tijd
    Klik op deze knop om de huidige datum en tijd op te vragen op de computer en hier weer te geven.

  10. Datumnotatie
    Hiermee bepaalt u hoe de datum wordt weergegeven.

  11. Tijdnotatie
    Hiermee bepaalt u hoe de tijd wordt weergegeven.

  12. Bewerken uit
    Hiermee bepaalt u of labellay-outs kunnen worden bewerkt.
    Mogelijke instellingen: [Aan], [Uit]

  13. Inst. vergr.
    Hiermee bepaalt u of instellingen die u hebt geselecteerd door op [ pictogram voor instelknop ] (instellingen) op het tikpaneel te drukken, kunnen worden gewijzigd.
    Mogelijke instellingen: [Aan], [Uit]

  14. Beh.wachtwoord
    Hiermee stelt u een wachtwoord in voor toegang tot de basisinstellingen die worden opgegeven door op het tikpaneel op [ pictogram beheersleutel ] (beheersleutel) te drukken. Geef een wachtwoord op van vier cijfers.  Als u het selectievakje [Het wachtwoord op het scherm weergeven] inschakelt, worden wachtwoorden bij het opgeven weergegeven op het scherm van de computer.
     

Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere printers

  1. Nadat u instellingen hebt toegepast op de eerste printer, maakt u de printer los van de computer en sluit u de tweede printer aan op de computer.

  2. Selecteer de nieuw aangesloten printer in de keuzelijst [Printer].

  3. Klik op [Toepassen].
    Op de tweede printer worden nu dezelfde instellingen toegepast als op de eerste printer.

  4. Herhaal stap 1 - 3 voor alle printers waarvan u de instellingen wilt wijzigen.

    Als u de instellingen als bestand wilt opslaan, klikt u op [Bestand] - [Exporteren].
    U kunt dezelfde instellingen toepassen op een andere printer door op [Bestand] - [Importeren] te klikken en het geëxporteerde instellingenbestand te selecteren.

Verwante modellen

PT-P900W/P900Wc, PT-P950NW

Heeft u meer hulp nodig, dan kunt u contact opnemen met de Brother-klantenservice.

Feedback

Geef hieronder uw feedback. Aan de hand daarvan kunnen wij onze ondersteuning verder verbeteren.
Stap 1: is de informatie op deze pagina nuttig voor u?
Stap 2: wilt u nog iets toevoegen?

Dit formulier is alleen bedoeld voor feedback.