U kunt sjablonen, databases en afbeeldingen van de computer overbrengen naar de printer.

Volg de onderstaande aanwijzingen:

1. Start P-touch Transfer Manager.
   1. Start P-touch Editor en open de labelsjabloon die u wilt overbrengen.
   2. Klik op [Bestand] - [Sjabloon overbrengen] - [Voorbeeld].
      Het P-touch Transfer Manager-venster wordt weergegeven. Een sjabloon wordt overgebracht naar de map [Configuraties].

   De onderstaande methode kan ook worden gebruikt om P-touch Transfer Manager te starten.

    

   Voor Windows 11 / Windows 10 / Windows Server 2019 / Windows Server 2016:
   Klik op [Start Menu] - ([All apps]) - [Brother P-touch] - [P-touch Transfer Manager 2.x].

   
   Voor Windows 8/Windows 8.1/Windows Server 2012/Windows Server 2012 R2:

   Klik op [P-touch Transfer Manager 2.x] in het scherm [Apps].
    

   Voor Windows 7/Windows Server 2008/Windows Server 2008 R2:

   Klik in het menu Start op [Alle programma’s] - [Brother P-touch] -[P-touch Extra] - [P-touch Transfer

   Manager 2.x].

2. Selecteer de printer waarnaar u sjablonen en andere gegevens wilt overdragen.
   

   Voordat u de gegevens overbrengt, controleert u of de computer en printer correct met elkaar zijn verbonden met een USB-kabel en of de printer aan is.

3. Klik met de rechtermuisknop op de map [Configuraties], selecteer [Nieuw] en maak vervolgens een nieuwe map.
   


4. Sleep alle sjablonen of andere gegevens die u wilt overbrengen naar de nieuwe map.
   Elk bestand dat in de nieuwe map wordt geplaatst, krijgt een nummer toegewezen (de geheugenlocatie in de printer).
   
   • U kunt nagaan hoeveel ruimte er nog vrij is in het geheugen door een rapport met de printerinstellingen af te drukken.

     TD-4410D/TD-4420DN/TD-4520DN

     1. Zet de printer aan.
     2. Laad een RD-rol van 102 mm of breder in de printer.
     3. Houd de functieknop ( ) twee seconden ingedrukt.
        Zie [Available memory] (Beschikbaar geheugen) voor de beschikbare ruimte*.

     TD-4550DNWB

     1. Zet de printer aan.
     2. Laad een RD-rol van 102 mm of breder in de printer.
     3. Druk op Menu.
     4. Druk op of om [Informatie] te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].
     5. Druk op of om [Configuratie afdrukken] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
     6. Druk op of om [Alles], [Verbruikslog], [Printerinstellingen] of [Overdrachtsgegevens] te selecteren en druk vervolgens op OK.
     7. Druk op of om [Starten] te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].
        Zie [Available memory] (Beschikbaar geheugen) voor de beschikbare ruimte*.
     * De beschikbare ruimte die bij ' Available memory: ****B' (Beschikbaar geheugen: ****B) wordt weergegeven, kan afwijken van de echt beschikbare ruimte.
   
   
   • U kunt sjablonen en overige gegevens zichtbaar maken door de map te selecteren in de map [Configuraties], door [Alle inhoud] te selecteren of door een van de categorieën onder [Filter] te selecteren, zoals [Lay-outs].
5. Als u het nummer van een item wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het item, waarna u [Nummer toewijzen] selecteert en het gewenste nummer selecteert.
   
    
   • Behalve de gegevens in een database krijgen alle gegevens die naar de printer worden overgebracht, een nummer toegewezen.
   • Als sjablonen of andere gegevens die naar de printer worden overgebracht hetzelfde nummer hebben als sjablonen die al in de printer zijn opgeslagen, overschrijft de nieuwe sjabloon de oude sjabloon. U kunt toegewezen nummers van sjablonen in de printer controleren door een back-up te maken van de sjablonen of andere gegevens.
   • Als het printergeheugen vol is, moet u een of meer sjablonen uit het printergeheugen verwijderen.
6. Als u de naam wilt wijzigen van sjablonen of andere gegevens die u wilt overbrengen, klik dan op het gewenste item en voer de nieuwe naam in. Afhankelijk van uw model printer kan het aantal tekens dat u als sjabloonnaam kunt gebruiken, beperkt zijn.
    
7. Selecteer de map met de sjablonen of andere gegevens die u wilt overbrengen en klik vervolgens op [Overdragen]. Er wordt een bevestiging weergegeven.
   
   • U kunt afzonderlijke items naar de printer overbrengen zonder ze toe te voegen aan een map. Selecteer de sjabloon of andere gegevens die u wilt overbrengen en klik vervolgens op [Overdragen].
   • U kunt in één keer meerdere items en mappen selecteren en overbrengen.
   • Als u meerdere bestanden als een enkele overdrachtstaak niet kunt verzenden, verzendt u dan de bestanden als een paar kleinere overdrachtstaken.
8. Klik op [OK].
   De geselecteerde sjablonen, mappen en andere gegevens worden overgebracht naar de printer.