Als na installatie van een tonercartridge het lampje bij Toner blijft branden of knipperen of als de statusmonitor blijft aangeven dat de toner (bijna) op is, voer dan de volgende stappen uit:

Stap 1: controleer of u niet per ongeluk het verkeerde verbruiksartikel hebt vervangen.

Het Brother-apparaat heeft verbruiksartikelen die op elkaar lijken, zoals de tonercartridge en de drumeenheid. Controleer of u wel degelijk de tonercartridge hebt vervangen en niet de drumeenheid. Als u het verschil wilt weten, zie dan 'Wat is het verschil tussen de tonercartridge en de drumeenheid?'

Stap 2: controleer of u een nieuwe Brother-tonercartridge gebruikt.

Wanneer u de tonercartridge vervangt, moet u een originele nieuwe, ongebruikte Brother-tonercartridge gebruiken om de tonerstatus te resetten. Dit probleem kan het gevolg zijn van het verwisselen van tonercartridges uit verschillende apparaten of het installeren van een al aangebroken cartridge. Brother-apparaten houden het tonerverbruik in de gaten en regelen de afdrukkwaliteit bij op basis daarvan. Als u een deels opgebruikte tonercartridge gebruikt, kan het Brother-apparaat het tonerverbruik niet meer meten. Als u de toner vervangt, moet u dus een nieuwe toner gebruiken en geen aangebroken toner uit een ander apparaat.

Stap 3: controleer of u een originele Brother-tonercartridge gebruikt.

Voor een optimaal resultaat gebruikt u alleen nieuwe, originele Brother-verbruiksartikelen, die speciaal zijn samengesteld voor een uitstekende afdrukkwaliteit. Afdrukken met niet-originele tonercartridges kan niet alleen de afdrukkwaliteit verminderen, maar ook de kwaliteit en levensduur van het apparaat zelf. Als de drumeenheid of andere onderdelen van het apparaat schade oplopen door het gebruik van producten van een ander merk dan Brother, vallen de daaruit voortvloeiende reparaties mogelijk niet onder de garantie van Brother.

Stap 4: controleer of de tonercartridge goed is geïnstalleerd.

Als u een nieuwe originele tonercartridge hebt geïnstalleerd maar het lampje bij Toner blijft branden of knipperen of de statusmonitor blijft aangeven dat de toner (bijna) op is, is de tonercartridge mogelijk niet goed geïnstalleerd.　

Volg de onderstaande procedure voor het opnieuw installeren van de tonercartridge:

1. Open het frontdeksel door de uitstekende delen links en rechts naar u toe te trekken.
   
   
2. Til de drumeenheid op en trek de eenheid naar buiten. Leg de drumeenheid op een stuk papier of een doek voor het geval u wat toner morst.
   
   
3. Haal de tonercartridge uit de drum door de vergrendeling (blauwe tab) aan de linkerkant van de drumeenheid omlaag te houden en de tonercartridge uit de drumeenheid te trekken.
   
   
   
   

   Ga voorzichtig om met de tonercartridge. Als u toner op uw handen of kleding krijgt, moet u de getroffen plek onmiddellijk afvegen of afwassen met koud water.

   
   
4. Schud de cartridge vijf- of zesmaal heen en weer om de toner binnen in de cartridge goed te verdelen.
   
   
5. Plaats de tonercartridge in de drumeenheid. U moet de cartridge horen vastklikken.
   
   
6. Maak de primaire corona in de drumeenheid schoon door de blauwe tab bovenaan op de cartridge enkele keren voorzichtig heen en weer te schuiven. Breng de blauwe tab terug naar de uitgangspositie voordat u de drumeenheid terugplaatst.
   
   
7. Plaats de drumeenheid en tonercartridge terug in de printer. Sluit het frontdeksel. Let erop dat het deksel aan beide kanten goed dicht is.
   
   

Als het probleem aanwezig blijft, kunt u contact opnemen met de klantenservice van Brother via 'Contact'.