De afdrukkwaliteit kan worden verbeterd door de printkop voor de vier kleuren (zwart, cyaan, magenta en geel) schoon te maken, de verticale uitlijning bij te regelen en/of door de inktcartridges te vervangen. U kunt bepalen welke printkoppen moeten worden schoongemaakt en of de uitlijning moet worden aangepast door een testblad af te drukken. U doet dit als volgt:

1. Druk op de knop Menu/Instellen.
2. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Testafdruk op het display komt.
3. Druk op Mono Start. Het testblad voor de afdrukkwaliteit van de DCP/MFC wordt afgedrukt.
4. Aan de hand hiervan kunt u controleren of de afdrukkwaliteit of uitlijning kan worden verbeterd.

Stap A - Afdrukkwaliteit controleren:

1. Op het display wordt gevraagd of stap A OK is. U kunt nu kiezen uit 1.Ja 2. Nee.
   Voordat u Ja of Nee kiest, kijkt u op het blad goed naar de afdrukkwaliteit van de vier kleurenblokken die worden gevormd door korte schuine lijnen.
   Als alle lijnen scherp en zichtbaar zijn, drukt u op 1 (Ja) en gaat u naar stap B. Als er korte lijnen ontbreken, drukt u op 2 (Nee).
    
2. Op het display wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit goed is voor kleur. Druk op 2 (Nee) als er kleuren met een probleem zijn.
    
3. Op het display wordt nu weergegeven: Reinigen starten 1.Ja 2. Nee.
   Druk op 1 (Ja). De kleurencartridges worden nu gereinigd.
    
4. Na het schoonmaken drukt u op Mono Start. Het testblad voor de afdrukkwaliteit wordt nog een keer afgedrukt.
    
5. Als u ziet dat er korte lijntjes ontbreken in een van de vier kleurenblokken, drukt u op 2 (Nee) en voert u de controle van de kwaliteit en de schoonmaakprocedure opnieuw uit. Herhaal deze procedure minimaal vijf keer als de afdrukkwaliteit een probleem blijft. Als er na vijf keer schoonmaken en testen nog steeds korte lijntjes ontbreken, vervangt u de desbetreffende inktcartridges. Als de afdrukkwaliteit van de vier kleurenblokken in orde is, drukt u op 1 (Ja).

Stap B - Uitlijning instellen:

1. Op het display wordt gevraagd of stap B OK is.
    
2. Bekijk de proefafdrukken van 600 dpi en 1200 dpi op het testblad. Als nummer 5 van zowel 600 dpi als 1200 dpi het meest overeenstemt met voorbeeld nummer 0, drukt u op 1 (Ja).
   Als een van de andere voorbeelden meer met 0 overeenstemt, drukt u op 2 (Nee). Op het display wordt u vervolgens gevraagd om het voorbeeld te selecteren dat het meest overeenstemt met voorbeeld 0 voor 600 dpi en vervolgens 1200 dpi.
    
3. Druk nog een testblad voor de afdrukkwaliteit af aan de hand van de stappen bovenaan op deze pagina. Controleer het blad.
    
4. Druk op Stop/Eindigen.

Klik hier voor het vervangen van inktcartridges.

Stap C - Printkop reinigen:

1. Druk op Menu/Instellen op het bedieningspaneel.
2. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Onderhoud wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen.
3. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Reinigen wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen.
4. Druk op de pijl omhoog of omlaag om te kiezen welke kleur u wilt reinigen en druk vervolgens op Menu/Instellen.

De printkop wordt nu automatisch gereinigd. Na het schoonmaken wordt de DCP/MFC automatisch weer online gezet.