MFC-990CW

Veelgestelde vragen en probleemoplossing

Veelgestelde vragen en probleemoplossing

Hoe krijg ik deze melding van het display: Papier nazien?

Volg de onderstaande aanwijzingen om de melding Papier nazien te laten verdwijnen.
 

De onderstaande figuren zijn een voorbeeld en kunnen afwijken van uw Brother-apparaat.

 

  1. Installeer het papier in de papierlade als volgt:

     

    1. Verwijder de papierlade (1) uit het apparaat.

       

       

    2. Til het deksel van de fotopapierlade (1) op en verwijder het papier uit de lade. Houd de groene ontgrendeling van de geleider (2) ingedrukt en duw de voorkant van de papierlade naar de achterkant van de lade.


       

       

       

    3. Stem de geleiders voor de breedte (1) en lengte (2) af op het papierformaat. De aanduidingen (3) moeten samenvallen met de tekens op de lade.


       

       

       

       

    4. Waaier de stapel papier los om papierstoringen te voorkomen.
       

       


     

    • Het papier moet gelijkmatig gestapeld zijn (zelfde formaat, type en gewicht).
    • Gebruik geen papier dat beschadigd, gekruld, gekreukeld, onregelmatig gevormd, extreem glanzend of eerder met een printer bedrukt is of dat een buitensporige textuur heeft.
    • Houd u aan de papierspecificaties en de capaciteit van de papierlade.
    • Doe de papierlade NIET te vol. Dit kan problemen met de papierinvoer of papierstoringen veroorzaken en het apparaat beschadigen.

     



     

     

    1. Leg het papier voorzichtig in de papierlade. Het papier moet volledig plat in de papierlade liggen, want anders kunnen zich problemen voordoen met het invoeren van het papier. Druk het papier niet te ver in de lade. Het papier moet volledig plat in de papierlade liggen, want anders kunnen zich problemen voordoen met het invoeren van het papier.

       



       

    2. Sluit de papierlade (1).
       




       

    3. Breng de papierlade weer aan. Duw de papierlade weer helemaal naar binnen. U moet een lichte klik horen wanneer de lade goed op zijn plaats zit.

  2. Als de papierlade in het apparaat zit, moet het papier in de papierlade afgedekt zijn. Zie foto 1 hieronder.  




    1. Fotopapierlade in juiste positie                                 2. Fotopapierlade in verkeerde positie



    Ga naar stap 8 als foto 1 van toepassing is op uw apparaat.

    Ga naar stap 3 als foto 2 van toepassing is op uw apparaat en u de fotopapierlade moet aanpassen.

     

  3. Verwijder de papierlade uit het apparaat.

     



     

  4. Zet de fotopapierlade in de normale afdrukstand (zie hieronder) door de ontgrendeling van de fotopapierlade (1) in te knijpen met uw duim en wijsvinger en naar u toe te schuiven (2). De lade moet op zijn plaats vastklikken voor in de papierlade.
     



    Stand voor afdrukken foto's                                                             Normaal afdrukken

     

  5. Breng de papierlade weer aan door de lade volledig in het apparaat te duwen. U moet een lichte klik horen wanneer de lade goed op zijn plaats zit.
     



     

  6. Zet de glasplaat (1) omhoog totdat op het display wordt gemeld dat de klep open is. Sluit de glasplaat om het apparaat te resetten.
     


     
     

  7. Test het apparaat door een testvel voor de afdrukkwaliteit af te drukken.
     

    1. Druk op de knop Inkt / Inkt Beheer of druk op de vier kolommen met kleuren rechts op het aanraakscherm.
    2. Druk op OK. (Sla deze stap over op modellen met een aanraakscherm.)
    3. Selecteer Testafdruk.
    4. Druk op OK. (Sla deze stap over op modellen met een aanraakscherm.)
    5. Selecteer Printkwaliteit.

    6. Druk op Kleur Start. Het testvel voor de afdrukkwaliteit wordt afgedrukt.

     

    • Als de pagina goed wordt afgedrukt en volledig uit het apparaat komt, is het probleem opgelost. Druk op 1 en Stop/Eindigen om terug te keren naar stand-by.

       

    • Als de pagina wordt afgedrukt en uit het apparaat komt maar de afdrukkwaliteit is niet goed, volg dan de aanwijzingen op het display om de printkop te reinigen en het testvel opnieuw af te drukken.
      Zie Hoe kan ik een slechte afdrukkwaliteit verbeteren? voor meer informatie over het verbeteren van de afdrukkwaliteit.

       

    • Ga naar stap 8 als de melding Papier nazien blijft terugkomen.
       
    • Als op het display een andere foutmelding wordt weergegeven, raadpleeg dan de veelgestelde vragen en probleemoplossing voor meer informatie over die fout.

     

  8. Controleer of de papierlade goed geïnstalleerd is.
     

     

    1. Rechtsvoor op het apparaat bevindt zich het kapje van de cartridges. We gebruiken de linkerrand van het kapje als referentiepunt om te bepalen of de papierlade goed geplaatst is. Zie de figuur hieronder. De rode lijn geeft de linkerrand van het kapje aan.
       

     




     

    • Als de rand aan de rechterkant van de papierlade verder uitsteekt dan de rand van het cartridgekapje (zie foto 1), ga dan naar stap 10.

       

    • Als de rand aan de rechterkant van de papierlade verder naar binnen is geduwd dan de rand van het cartridgekapje (zie foto 2), ga dan naar stap 9.

       

       

       

       

               1: Lade niet in juiste positie (zijaanzicht)          2: Lade in juiste positie 
                                                                                                    (zijaanzicht)
       

       

    • De rode lijn geeft de linkerrand van het cartridgekapje aan.
       
    • De rode pijl geeft de papierlade aan.


       

  9. Controleer of het papier goed in de papierlade ligt:

     

    1. Verwijder de papierlade (1) uit het apparaat.
       

       

       

       

    2. Til het deksel van de fotopapierlade op.

       

    3. Stem de geleiders voor de breedte (1) en lengte (2) af op het papierformaat. De aanduidingen (3) moeten samenvallen met de tekens op de lade.
       

       

       

    4. Waaier de stapel papier los om papierstoringen te voorkomen.

       

       

     

    • Het papier moet gelijkmatig gestapeld zijn (zelfde formaat, type en gewicht).
    • Gebruik geen papier dat beschadigd, gekruld, gekreukeld, onregelmatig gevormd, extreem glanzend of eerder met een printer bedrukt is of dat een buitensporige textuur heeft.
    • Houd u aan de papierspecificaties en de capaciteit van de papierlade.
    • Doe de papierlade NIET te vol. Dit kan problemen met de papierinvoer of papierstoringen veroorzaken en het apparaat beschadigen.

     

     

     

     

     

    1. Leg het papier voorzichtig in de papierlade. Het papier moet volledig plat in de papierlade liggen, want anders kunnen zich problemen voordoen met het invoeren van het papier. Druk het papier niet te ver in de lade. Het papier moet volledig plat in de papierlade liggen, want anders kunnen zich problemen voordoen met het invoeren van het papier.

       

       

    2. Sluit de papierlade (1).

       

       

       

    3. Duw de papierlade weer helemaal naar binnen.  U moet een lichte klik horen wanneer de lade goed op zijn plaats zit.  Ga naar STAP 18.

     

  10. Controleer de uitlijning van de papierlade:
     

    Oefen een lichte druk uit in het midden van de papierlade en probeer de lade in het apparaat te duwen. De rand van de hoeken vooraan de papierlade moet samenvallen met de zijkant van het apparaat. 
     

     

    • Als de rand aan de rechterkant van de papierlade verder naar binnen zit dan de rand van het cartridgekapje, ga dan naar stap 18.


       

    • Als de rand van de papierlade nog steeds verder uitsteekt dan de rand van het cartridgekapje, ga dan naar stap 11.

       

  11. Verwijder de papierlade (1) uit het apparaat.
     


     

  12. Kijk via de ontstane opening naar de achterkant van het apparaat waar de papierlade zat en verwijder alles wat daar niet thuishoort (papiersnippers, paperclips, een dop van een pen enzovoort) en waardoor de lade niet naar binnen kan worden geduwd. Achter in het apparaat moet u in het midden twee grijze rollen en een klein wit kunststof onderdeel zien.

     

  13. Duw de papierlade weer helemaal naar binnen. U moet een lichte klik horen wanneer de lade goed op zijn plaats zit. Kijk of de papierlade helemaal naar binnen is.
     

     

    • Als de rand van de papierlade verder naar binnen zit dan de rand van het cartridgekapje, ga dan naar stap 18.

       

    • Als de rand van de papierlade nog steeds verder uitsteekt dan de rand van het cartridgekapje, ga dan naar stap 14.


       

  14. Verwijder de papierlade uit het apparaat.

     

  15. Draai het Brother-apparaat om en open de klep ter verwijdering van vastgelopen papier (1) aan de achterkant van het apparaat. U doet dit door de greep in het midden op te tillen.

     



     

    1. In het midden van de opening bevinden zich twee grijze invoerrollen met een onderdeel van wit kunststof in het midden.
       
    2. Leg een plat, dik stuk plastic onder de grijze rollen. De foto hieronder maakt duidelijk hoe de grijze rollen worden opgetild met een stuk plastic:

       

       





       

       

    3. Breng met één hand de grijze rollen omhoog met een creditcard of rijbewijs en gebruik uw andere hand om de lade helemaal naar binnen te duwen.

       



     

  16. Sluit de klep ter verwijdering van vastgelopen papier en draai het apparaat om, zodat de voorkant van het apparaat naar u wijst.
     

  17. Plaats de papierlade terug in het apparaat.
     

     

    • Als de rand van de papierlade nog steeds verder uitsteekt dan de rand van het cartridgekapje, moet u contact opnemen met de klantenservice van Brother via Contact.

       

    • Als de rand van de papierlade verder naar binnen zit dan de rand van het cartridgekapje, ga dan naar stap 18.

       
  18. Zet de glasplaat (1) omhoog totdat op het display wordt gemeld dat de klep open is. Sluit de glasplaat om het apparaat te resetten.
     


     

  19. Test het apparaat door een testvel voor de afdrukkwaliteit af te drukken.
     

     

    1. Druk op de knop Inkt / Inkt Beheer of druk op de vier kolommen met kleuren rechts op het aanraakscherm.
    2. Druk op OK. (Sla deze stap over op modellen met een aanraakscherm.)

    3. Selecteer Testafdruk.

    4. Druk op OK. (Sla deze stap over op modellen met een aanraakscherm.)
    5. Selecteer Printkwaliteit.
    6. Druk op Kleur Start. Het testvel wordt afgedrukt.

     

    • Als de pagina goed wordt afgedrukt en volledig uit het apparaat komt, is het probleem opgelost. Druk op 1 en Stop/Eindigen om terug te keren naar stand-by. 
    • Als de pagina wordt afgedrukt en uit het apparaat komt maar de afdrukkwaliteit is niet goed, volg dan de aanwijzingen op het display om de printkop te reinigen en het testvel opnieuw af te drukken.
      Zie Hoe kan ik een slechte afdrukkwaliteit verbeteren? voor meer informatie over het verbeteren van de afdrukkwaliteit.

       

    • Als de foutmelding Papier nazien steeds terugkeert op het display, moet u contact opnemen met de klantenservice van Brother via Contact.
    • Als op het display een andere foutmelding wordt weergegeven, raadpleeg dan de veelgestelde vragen en probleemoplossing voor meer informatie over die fout.

       


     

     

     

     

     

Staat het antwoord op uw vraag er niet bij, kijkt u dan eerst bij de andere vragen:

Heeft u de beschikbare handleidingen bekeken?

Heeft u meer hulp nodig, dan kunt u contact opnemen met de Brother-klantenservice.

Verwante modellen

DCP-385C, DCP-585CW, MFC-490CW, MFC-790CW, MFC-990CW

Feedback

Geef hieronder uw feedback. Aan de hand daarvan kunnen wij onze ondersteuning verder verbeteren.

Stap 1: is de informatie op deze pagina nuttig voor u?

Stap 2: wilt u nog iets toevoegen?

Dit formulier is alleen bedoeld voor feedback.