Kalibreer de scanner alleen als de gescande afbeeldingen wazig worden, als de kleuren er niet normaal uitzien (donkerder dan normaal) of als de scanner voor langere tijd niet is gebruikt.

1. (DSmobile DS-940DW) Zet de modusschakelaar op (USB modus) of (Wi-Fi modus).
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
   • Windows
     Klik op (Brother Utilities), selecteer uw modelnaam uit de lijst (indien niet reeds geselecteerd). Klik op Hulpmiddelen in de linkernavigatiebalk, en klik op Remote Setup.
   • Mac

     Klik in de menubalk van Finder op Ga > Programma’s > Brother, selecteer uw modelnaam en dubbelklik op het pictogram Remote Setup.

   (DSmobile DS-940DW)
   Als het apparaat via een netwerk is verbonden, voert u, indien nodig het wachtwoord is. Als u nog niet eerder uw eigen wachtwoord hebt ingesteld, typt u het standaardwachtwoord in.
   Het standaardwachtwoord om uw apparaatinstellingen te beheren is ofwel:.

   • het wachtwoord staat op de achterkant of onderkant van het apparaat voorafgaand door "Pwd"
     OF
   • initpass

   Als het wachtwoord drie keer verkeerd wordt ingevoerd, kunt u zich gedurende drie minuten niet aanmelden.

3. Klik op het menu Machine-info in het linker navigatievenster.

4. Klik op de knop Start bij de optie Kalibratie.

5. Klik op OK.

6. Houd het kalibratieblad (met de scanner meegeleverd) bij de randen vast en voer het in de invoersleuf in, zoals in de afbeelding hieronder.
   

   Houd het kalibratieblad alleen bij de rand vast en zorg ervoor dat u de witte en zwarte gedeelten niet aanraakt. Als er vlekken of vingerafdrukken op het kalibratieblad komen, kunnen er fouten optreden bij het kalibreren.

   　

    

7. Klik op OK in het venster van Remote Setup.

   De scanner voert het kalibratieblad in en de resultaten van de kalibratie worden op het computerscherm weergegeven.

   Als er een probleem optreedt bij de resultaten van de kalibratie, kunt u de volgende oplossingen proberen:

   Probleem	Oorzaak	Suggesties
   Er worden lijnen weergegeven.	Het beeld is verschoven.	Kalibreer de scanner opnieuw.
   Er worden verticale lijnen weergegeven.	Stof in de papierbaan. Stof op het kalibratieblad.	Reinig de papierbaan en voer het scannen opnieuw uit. Reinig de papierbaan of het kalibratieblad. Kalibreer vervolgens de scanner opnieuw.
   Er wordt een breede verticale streep weergegeven.	Stof of vingerafdrukken in de papierbaan. Stof, vingerafdrukken of een kras op het kalibratieblad.	Reinig de papierbaan en voer het scannen opnieuw uit. Reinig de papierbaan of gebruik een nieuw kalibratieblad. Kalibreer vervolgens de scanner opnieuw.
   De kleuren zijn anders dan normaal.	Er is een onjuist kalibratieblad gebruikt. De temperatuur is te hoog of te laag. Er is een probleem met de USB poort op de computer.	Kalibreer de scannen opnieuw met het juiste kalibratieblad. Kalibreer de scanner opnieuw. Gebruik een andere USB poort, en kalibreer de scanner opnieuw.
   Het kalibratieblad is te kort.	Het kalibratieblad is afgeknipt of niet correct ingevoerd.	Kalibreer de scanner opnieuw met het juiste kalibratieblad.

    

8. Klik op OK als Remote Setup een bevestigingsbericht weergeeft.