KE14s
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
Onjuiste draadspanning
Wanneer de draadspanning onjuist is, de machine als volgt controleren.
1. Controleer of de draad correct in de machine is geregen.
- De onderdraad is zichtbaar aan de voorkant van de stof.
- De bovendraad ziet eruit als een rechte lijn aan de voorkant van de stof.
(1) Achterkant van de stof (2) Onderdraad zichtbaar aan voorkant van de stof (3) Bovendraad (4) Voorkant van de stof (5) Onderdraad |
De onderdraad is onjuist ingeregen.
Als de onderdraad onjuist is ingeregen, is de bovendraad mogelijk te strak. Zie in dit geval “ Hoe plaats ik de spoel waarop de draad is gewonden?”
- De bovendraad is zichtbaar aan de achterkant van de stof.
- De onderdraad is een rechte lijn aan de achterkant van de stof.
- Het stiksel op de achterkant van de stof is los of er zit ruimte in.
(1) Achterkant van de stof (2) Bovendraad (3) Voorkant van de stof (4) Onderdraad (5) Bovendraad zichtbaar aan achterkant van de stof |
Bovendraad is onjuist ingeregen.
Als de bovendraad onjuist is ingeregen, is de bovendraad mogelijk te los. Zie in dit geval “ Hoe rijg ik de draad in de naaimachine?”
2. Controleer of u de juiste naald en draad gebruikt voor de stof.
Welke naaimachinenaald u moet gebruiken hangt af van de stof die u gebruikt en de dikte van de draad.
Wanneer u niet de juiste naald en draad gebruikt voor de stof, wordt de draadspanning onjuist en daardoor rimpelt de stof op of worden steken overgeslagen.
Zie Combinatie van stof, draad en naald.
3. Selecteer de juiste instelling voor de draadspanning.
Draai de draadspanningsknop om de juiste draadspanning te selecteren.
De juiste draadspanning is afhankelijk van de soort stof en draad die u gebruikt.
- Pas de draadspanning en test het resultaat op een restje van dezelfde stof die u gebruikt voor uw naaiwerk.
- Als de bovendraad en de onderdraad niet goed zijn ingeregen, kunt u de draadspanning niet goed krijgen, zelfs niet door de draadspanningsknop te draaien. Controleer eerst of de bovendraad en onderdraad juist zijn ingeregen. Pas vervolgens de draadspanning aan.
De spanning van de draad is van invloed op de kwaliteit van uw steken. U moet de draadspanning wellicht aanpassen wanneer u een andere stof of draad gebruikt.
Wij adviseren om een stukje uit te proberen op een restje van dezelfde stof voordat u aan het echte werk begint.
Juiste spanning
Het is belangrijk dat u werkt met de juiste spanning. Een te hoge of te lage spanning leidt tot zwakkere naden, of de stof gaat trekken.
(1) Voorkant van de stof |
Bovendraad is te strak.
Er komen lussen aan de voorkant van de stof.
Verlaag de spanning door de bovenspanningsknop op een lagere waarde te zetten.
(1) Voorkant van de stof |
Bovendraad is te los
Er komen lussen op de achterkant van de stof.
Verhoog de spanning door de bovenspanningsknop op een hogere waarde te zetten.
(1) Voorkant van de stof |