Volg de onderstaande stappen om de inktcartridges te installeren:
Opmerking: De onderstaande figuren zijn een voorbeeld en kunnen afwijken van uw Brother-apparaat.
Zorg ervoor dat u eerst de start- of introductiecartridges installeert die met het apparaat zijn meegeleverd.
Zet het apparaat aan.
Open het kapje van de cartridge (1).
Verwijder de oranje bescherrming.
Gooi de oranje bescherming niet weg. U hebt deze weer nodig wanneer u het apparaat wilt vervoeren.
Bewaar de doos en alle verpakkingsmaterialen voor het geval u deze later weer nodig hebt.
Haal de magenta inktcartridge uit de verpakking.
Plaats de magenta inktcartridge in de juiste sleuf.
De kleur van de inktcartridge moet overeenstemmen met de kleur van de sleuf.
Druk voorzichtig op het deel waarop 'PUSH' staat. De inktcartridge moet op zijn plaats vastklikken.
Plaats de cyaan en gele inktcartridge in de juiste sleuf.
Haal de zwarte inktcartridge uit de verpakking.
Schud de zwarte inktcartridge 15 keer snel heen en weer in horizontale richting zoals hier getoond.
Plaats de zwarte inktcartridge in de juiste sleuf.
Druk voorzichtig op het deel waarop 'PUSH' staat. De inktcartridge moet op zijn plaats vastklikken.
Let er ook nu goed op dat de kleur van de inktcartridge moet overeenstemmen met de kleur van de sleuf.
Sluit het kapje van de cartridges.
Het reinigingsproces begint. Dit duurt ongeveer zeven minuten. Schakel het apparaat niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact.
Wanneer de reiniging klaar is, drukt u op OK om het blad voor de kwaliteitscontrole af te drukken.
(Voor modellen met een tweede papierlade)
Zorg ervoor dat er papier in lade 1 ligt, de bovenste lade, wanneer u de afdrukkwaliteit controleert.
Bekijk het blad voor de kwaliteitscontrole en volg de aanwijzingen op het display van het apparaat.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie van het apparaat te voltooien.