MFC-L8650CDW
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
De functie Scannen naar FTP configureren en gebruiken
Scannen naar FTP is een functie die het mogelijk maakt om zwart-wit- of kleurendocumenten rechtstreeks te scannen naar een FTP-server in uw lokale netwerk of op internet. De gegevens die voor het gebruik van Scannen naar FTP nodig zijn, kunt u invoeren met Beheer via een webbrowser en opslaan in een FTP-profiel.
Scannen naar FTP is pas beschikbaar nadat u een FTP-profiel hebt geconfigureerd.
Klik op de koppeling voor de precieze stappen:
FTP-profielen configureren voor de functie Scannen naar FTP:
- Druk het netwerkconfiguratierapport af om het IP-adres van het Brother-apparaat te achterhalen. (Klik hier om weer te geven hoe u de netwerkconfiguratielijst afdrukt.)
-
Open Beheer via een webbrowser op een computer die deel uitmaakt van hetzelfde netwerk als het Brother-apparaat. Als u Beheer via een webbrowser wilt gebruiken, opent u een webbrowser (Internet Explorer bijvoorbeeld) en voert u het IP-adres van het Brother-apparaat in, zoals u dit hebt gevonden in het netwerkconfiguratierapport. (Bijvoorbeeld http://[IP-adres van uw apparaat])
Als u een wachtwoord hebt geconfigureerd voor de netwerkkaart van uw apparaat, moet u eerst het netwerkwachtwoord invoeren in het veld Log in boven in het scherm en vervolgens op drukken.
- Klik op het tabblad Scan.
- Klik op het menu Scannen naar FTP/SFTP/netwerk in de navigatiebalk aan de linkerkant.
- Selecteer de optie FTP en klik vervolgens op Indienen.
- Klik op het menu Scannen naar FTP/SFTP/netwerkprofiel in de navigatiebalk aan de linkerkant.
- Selecteer het profiel dat u wilt wijzigen.
- Typ in het veld Profielnaam een naam voor dit serverprofiel (maximaal 15 alfanumerieke tekens). Deze naam wordt weergegeven op het display van het apparaat.
- Typ in het veld Host-adres het hostadres (bijvoorbeeld ftp.voorbeeld.com; max. 64 tekens) of het IP-adres van de CIFS-server (bijvoorbeeld 192.23.56.189).
- Typ in het veld Gebruikersnaam de gebruikersnaam (max. 32 tekens) die het recht heeft om gegevens weg te schrijven naar de FTP-server.
- Typ in het veld Nieuw wachtw. het wachtwoord (max. 32 tekens) dat hoort bij de gebruikersnaam die u hebt ingevoerd in het veld Gebruikersnaam. Typ het wachtwoord nog een keer bij Wachtwoord opnieuw invoeren.
-
Typ in het veld Directory opslaan het pad (max. 60 tekens) naar de map op de FTP-server waarin u uw scans wilt opslaan. Typ geen slash aan het begin van het pad (zie voorbeeld).
- Klik op de keuzelijst Bestandsnaam en selecteer vervolgens een van de zeven voorgedefinieerde namen of een van de twee namen die u zelf kunt opgeven. De bestandsnaam die voor het gescande document wordt gebruikt, is het door u geselecteerde voorvoegsel gevolgd door de laatste zes cijfers van de teller van de glasplaat/ADF van de scanner en de bestandsextensie (bijvoorbeeld: 'Offerte_098765.pdf').
- Klik op de keuzelijst Kwaliteit en selecteer de gewenste kwaliteit. Als u de optie Selectie gebruiker selecteert, vraagt het apparaat aan de gebruiker om een instelling te selecteren wanneer hij of zij het scanprofiel gebruikt.
- Klik op de keuzelijst Bestandstype en selecteer vervolgens het bestandstype dat u voor het gescande document wilt gebruiken. Als u de optie Selectie gebruiker selecteert, vraagt het apparaat aan de gebruiker om een instelling te selecteren wanneer hij of zij het scanprofiel gebruikt.
- Klik op de keuzelijst Scanformaat glas en selecteer het gewenste formaat in de lijst. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het scanbestand het juiste formaat heeft.
- Klik op de keuzelijst Bestandsgrootte en selecteer de gewenste grootte.
- Klik op de keuzelijst Achtergrondkleur verwijderen en selecteer de gewenste sterkte. Met deze functie kunt u de achtergrondkleur uit uw documenten verwijderen, zodat de scan beter te lezen is.
- Schakel de Passieve modus uit of in, afhankelijk van de configuratie van uw FTP-server en netwerkfirewall. De standaardinstelling is Aan. Meestal hoeft u deze instelling niet te wijzigen.
- Voer het Poortnummer in dat wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de FTP-server. De standaardinstelling is poort 21. Meestal hoeft u deze instelling niet te wijzigen.
-
Klik op Indienen.
Als u de tekens ?, /, \, ", :, <, >, | of * gebruikt, kunt u een verzendfout krijgen.
De functie Scannen naar FTP gebruiken:
- Laad uw document.
- Druk op (Scannen).
- Veeg naar links of rechts om (naar FTP/SFTP) weer te geven.
-
Druk op (naar FTP/SFTP).
Het pictogram gaat naar het midden van het display en wordt blauw gemarkeerd. - Druk op OK.
- De FTP- en SFTP-serverprofilelen die u met Beheer via een webbrowser hebt ingesteld, worden weergegeven. Veeg omhoog of omlaag of druk op de pijl omhoog of omlaag om een van de vermelde FTP-serverprofielen te selecteren. Als het profiel niet compleet is (de accountnaam en het wachtwoord ontbreken bijvoorbeeld, of de kwaliteit of het bestandstype is niet opgegeven), dan wordt u gevraagd de ontbrekende gegevens in te voeren.
-
Druk op Start om te beginnen met scannen.
Op het display wordt aangegeven dat verbinding wordt gemaakt. Zodra er verbinding is gemaakt met de FTP-server, wordt met scannen begonnen.
Als u de glasplaat gebruikt, wordt Volgende Pagina? weergegeven op het display. Druk op Ja of Nee.