Volg de onderstaande stappen om te controleren of het Brother-apparaat verbinding heeft met het draadloze netwerk.

Opmerking: De precieze vensters kunnen per besturingssysteem en Brother-apparaat verschillen.

DEEL 1: CONTROLEER OF HET BROTHER-APPARAAT IS INGESCHAKELD EN OF ER GEEN FOUTEN ZIJN

1. Als het display leeg is, staat het Brother-apparaat niet aan of staat het apparaat in de slaapstand. Druk op een knop om na te gaan of het apparaat uit de slaapstand komt. Zo niet, kijk dan of de stekker in een werkend stopcontact zit en of alle stroomschakelaars op AAN staan.
    
   Als u het apparaat niet kunt inschakelen, is deze oplossing niet van toepassing. Zoek een oplossing voor dit hardwareprobleem.
    

    

2. Kijk of er foutmeldingen staan op het display. Voorbeelden hiervan zijn 'Papierstoring' of 'De inkt is op'. Als er een foutmelding op het display staat, verhelp dit probleem dan aan de hand van de procedure daarvoor.

DEEL 2: CONTROLEER DE VERBINDING MET DE DRAADLOZE ROUTER OF HET DRAADLOZE TOEGANGSPUNT

Kijk wat de status van de draadloze verbinding van het apparaat is. U doet dit door de netwerkconfiguratielijst af te drukken. (Klik hier om weer te geven hoe u de netwerkconfiguratielijst afdrukt.) Zorg ervoor dat het apparaat is verbonden met het juiste netwerk met de juiste SSID.

• Als wordt aangegeven dat de verbinding OK is als status van de draadloze verbinding, ga dan naar deel 3.
   
• Als een foutmelding wordt gegeven als status van de draadloze verbinding, ga dan naar deel 4 om een draadloze verbinding tot stand te brengen.

DEEL 3: CONTROLEER DE COMMUNICATIE TUSSEN HET BROTHER-APPARAAT EN DE COMPUTER

1. Bepaal het IP-adres van het apparaat aan de hand van de netwerkconfiguratie die u eerder hebt afgedrukt. Als het IP-adres niet geldig is voor uw netwerk, ga dan naar deel 4 om een draadloze verbinding tot stand te brengen.
    
   Voorbeelden van ongeldige IP-adressen: een adres dat uit alleen maar nullen bestaat, en een APIPA-adres (169.254.0.1 tot 169.254.255.254) in een infrastructuurnetwerk of een adres met een onjuist bereik voor uw netwerk.
    

    

2. Zo achterhaalt u het IP-adres van de computer:
   
   (Windows 11)
   1. Klik op Start,(Alle apps) WindowsTools en kies Opdrachtprompt.
   2. Type ipconfig (C:\>ipconfig) en druk op Enter.
   3. U moet nu informatie krijgen over de netwerkverbinding van uw computer. Noteer het IP- of IPv4-adres.
      
      
      (Windows 10)
      1. Klik op Start, (Alle apps,)Windows Systeem en kies Opdrachtprompt. Klik op Start, Alle programma's (Programma's in Windows 2000), Bureau-accessoires en kies Opdrachtprompt.
      2. Type ipconfig (C:\>ipconfig) en druk op Enter.
      3. U moet nu informatie krijgen over de netwerkverbinding van uw computer. Noteer het IP- of IPv4-adres.

       

      (Windows 8)
      1. Via het startscherm klik op .Als  niet op het startscherm staat klik met de rechtermuisknop op een leeg deel van het startscherm en klik vervolgens op Alle apps op de balk.
      2. Klik op Opdrachtprompt.
      3. Type ipconfig (C:\>ipconfig) en druk op Enter.
      4. U moet nu informatie krijgen over de netwerkverbinding van uw computer. Noteer het IPv4-adres.

      (Windows 7)
       

      1. Klik op Start, Alle programma's (Programma's in Windows 2000), Bureau-accessoires en kies Opdrachtprompt.
      2. Type ipconfig. (C:\>ipconfig) en druk op Enter.
      3. U moet nu informatie krijgen over de netwerkverbinding van uw computer. Noteer het IP- of IPv4-adres.

       

      Als u geen IP-adres krijgt, wijst dit op een probleem met de netwerkverbinding van uw computer. Als u niet goed weet hoe u uw computer opnieuw met het netwerk kunt verbinden, neem voor verdere ondersteuning dan contact op met de fabrikant van de router of netwerkbeheerder.
       
   4. Controleer de volgende punten met betrekking tot het IP-adres van uw computer en het Brother-apparaat.

       

      • De getallen die vetgedrukt zijn, moeten aan elkaar gelijk zijn:
        
        IP-adres computer: 192.168.1.2
        IP-adres Brother-apparaat: 192.168.1.199

       

      Als de delen van het adres die vetgedrukt zijn NIET aan elkaar gelijk zijn, ga dan naar deel 4 om de netwerkverbinding opnieuw tot stand te brengen.
       
      • Het deel aan het eind is anders. Het moet een getal tussen 2-254 zijn en mag maar één keer voorkomen.
         
      • Alle apparaten die deel uitmaken van uw netwerkomgeving moeten een uniek adres hebben.

       

   5. Ping het Brother-apparaat:

       

      1. Typ (nog steeds in het venster met de opdrachtprompt) PING [IP-adres van het Brother apparaat]).
          
      2. Druk op Enter op uw toetsenbord. De computer probeert het Brother-apparaat te 'pingen' (communiceren met het Brother-apparaat). Na afloop krijgt u de ping-statistieken.

          

         • Als u antwoord krijgt dat afkomstig is van het IP-adres van het Brother-apparaat (zie afbeelding hieronder voor een voorbeeld), dan is er communicatie tussen de computer en het Brother-apparaat. Sluit het venster met de opdrachtprompt.
           
            

            

         • Als u geen antwoord krijgt of het antwoord is niet afkomstig van het juiste IP-adres, dan wil dit zeggen dat er een communicatieprobleem is tussen het Brother-apparaat en de computer. Volg de onderstaande aanwijzingen om dit probleem op te lossen.

            

           1. Als de computer een draadloze verbinding gebruikt, controleer dan of de computer wel met hetzelfde netwerk (dezelfde SSID) is verbonden als het Brother-apparaat. Als de computer verbinding heeft met een ander draadloos netwerk in de buurt, dan moet u dit probleem met de netwerkverbinding van de computer oplossen. Neem voor ondersteuning contact op met uw routerfabrikant of netwerkbeheerder.
               
           2. Als de verbinding van de computer is geverifieerd maar er is nog steeds geen communicatie, wijzigt u tijdelijk uw firewall- / beveiligingsinstellingen om een netwerkverbinding mogelijk te maken.
              (voorbeeld)
              
              • Controleer voordat u de firewall uitschakelt of de wijzigingen die u wilt aanbrengen geschikt zijn voor uw netwerk. Brother neemt geen enkele verantwoordelijkheid voor de gevolgen van het uitschakelen van de firewall.
              • Als u klaar bent, moet u de firewall opnieuw inschakelen.
           3. Herhaal deel 2 nadat u de configuratie hebt aangepast. Als u het Brother-apparaat nog steeds niet kunt pingen, ga dan naar deel 4 om de netwerkverbinding opnieuw tot stand te brengen.

   Als u deel 4 al hebt voltooid en het Brother-apparaat nog steeds niet kunt pingen, probeer dan te pingen vanaf een andere computer die met het netwerk is verbonden. Zo bepaalt u of het probleem alleen voor de netwerkverbinding van deze computer geldt. Als dit zo is, neem voor verdere ondersteuning dan contact op met de computerfabrikant of netwerkbeheerder.

    

    

   DEEL 4: BRENG EEN DRAADLOZE VERBINDING TOT STAND

    

   1. Zet de netwerkinstellingen terug op de fabrieksinstellingen. Klik hier om weer te geven hoe u de fabrieksinstellingen van het apparaat terughaalt.
       
      Als u vanaf een andere computer in het netwerk wel kunt afdrukken of scannen, reset de netwerkkaart dan niet, maar vraag hulp aan de computerfabrikant of netwerkbeheerder. De oorzaak moet dan worden gezocht bij firewallsoftware, beveiligingsprogramma's of andere software die de communicatie blokkeert.
       

       

   2. Zie de volgende oplossingen voor de verbinding tussen het apparaat en het draadloze netwerk.

       

      • Klik hier voor het configureren van het Brother-apparaat voor een draadloos netwerk met de automatische draadloze modus.
         
      • Klik hier voor het handmatig configureren van het Brother-apparaat voor een draadloos netwerk.
         
   3. Zodra het apparaat verbinding met het draadloze netwerk heeft, herhaalt u deel 2.