DCP-560CN
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
De kwaliteit van afbeeldingen verbeteren met het PhotoCapture Center van mijn Brother-apparaat.
Hieronder vindt u instructies voor verschillende aanpassingen die u kunt uitvoeren om de kwaliteit te verbeteren van de afbeeldingen die u afdrukt met het PhotoCapture Center® van het Brother-apparaat.
- Als u de algehele afdrukkwaliteit wilt aanpassen, gaat u naar Deel 1: Algemene afdrukkwaliteit
- Als u de afbeeldingen lichter of donkerder wilt maken, gaat u naar Deel 2: Helderheid.
- Als u de afbeeldingen scherper en levendiger wilt maken, gaat u naar Deel 3: Contrast.
- Als u de kleuren wilt verbeteren om de afbeeldingen frisser te maken, gaat u naar Deel 4: Kleurverbetering (TRUE2LIFE®).
Wijzigingen in deze instellingen zijn tijdelijk. Drie minuten na het afdrukken springt het apparaat terug op de standaardinstellingen, tenzij u de modustimer op twee minuten of minder hebt gezet. Als u van uw instellingen de nieuwe standaardwaarden wilt maken, gaat u naar Deel 5: Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardwaarden.
Deel 1: Algemene afdrukkwaliteit
Ga als volgt te werk als u de algehele afdrukkwaliteit wilt aanpassen van de afbeeldingen die u afdrukt vanuit het PhotoCapture Center® van uw Brother-apparaat:
- Druk op de knop PhotoCapture (moet gaan branden).
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Printkwaliteit te kiezen.
- Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Voor gebruikers van een MFC of DCP-770CW:
Druk op de pijl naar links of rechts om een instelling voor de afdrukkwaliteit te kiezen.
U kunt kiezen uit Normaal en Foto.
- Voor gebruikers van een DCP (niet beschikbaar voor de DCP-770CW):
- Druk op de knop OK.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om een instelling voor de afdrukkwaliteit te kiezen.
U kunt kiezen uit Normaal en Foto.
- Druk op de knop OK.
- Druk op de knop OK.
- Als u geen andere instellingen hoeft aan te passen, drukt u op Kleur Start om af te drukken.
Deel 2: Helderheid
Ga als volgt te werk als u de afbeeldingen die u afdrukt vanuit het PhotoCapture Center® van uw Brother-apparaat donkerder of lichter wilt maken:
- Druk op de knop PhotoCapture (moet gaan branden).
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Helderheid te kiezen.
- Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Voor gebruikers van een MFC of DCP-770CW:
- Druk op de pijl links om de afdruk donkerder te maken.
- Druk op de pijl rechts om de afdruk lichter te maken.
- Voor gebruikers van een DCP (niet beschikbaar voor de DCP-770CW):
- Druk op de knop OK.
- Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Druk op de pijl omlaag om de afdruk donkerder te maken.
- Druk op de pijl omhoog om de afdruk lichter te maken.
- Druk op de knop OK.
- Als u geen andere instellingen hoeft aan te passen, drukt u op Kleur Start om af te drukken.
Deel 3: Contrast
Ga als volgt te werk als u de afbeeldingen die u afdrukt vanuit het PhotoCapture Center® van uw Brother-apparaat scherper en levendiger wilt maken:
- Druk op de knop PhotoCapture (moet gaan branden).
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Contrast te kiezen.
- Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Voor gebruikers van een MFC of DCP-770CW:
- Druk op de pijl links om het contrast te verlagen.
- Druk op de pijl rechts om het contrast te verhogen.
- Voor gebruikers van een DCP (niet beschikbaar voor de DCP-770CW):
- Druk op de knop OK.
- Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Druk op de pijl omlaag om het contrast te verlagen.
- Druk op de pijl omhoog om het contrast te verhogen.
- Druk op de knop OK.
- Als u geen andere instellingen hoeft aan te passen, drukt u op Kleur Start om af te drukken.
Deel 4: Kleurverbetering (TRUE2LIFE®)
Kleurverbetering (True2Life®) biedt de volgende mogelijkheden:
- Witbalans: Hiermee wijzigt u de tint van de witte delen van een afbeelding. De belichting, camera-instellingen en andere factoren zijn allemaal van invloed op de witte delen van een foto. Die witte delen kunnen daardoor een beetje roze of geel worden of een andere lichte tint krijgen.
- Scherpte: Hiermee verbetert u de details van een afbeelding. De werking lijkt op het fijn scherpstellen van een camera. Als de afbeelding niet perfect scherp is en u ziet de fijne details niet, regel dan Scherpte bij.
- Kleurdensiteit: Hiermee wijzigt u de totale hoeveelheid kleur van de afbeelding. Door deze instelling te verhogen of te verlagen kunt u een vage afbeelding opfrissen.
Ga als volgt te werk als u de afbeeldingen die u afdrukt vanuit het PhotoCapture Center® van uw Brother-apparaat frisser wilt maken:
- Druk op de knop PhotoCapture (moet gaan branden).
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Kleur aanp. of Kleur aanpass. te kiezen.
- Druk op de knop OK.
- Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Ga als volgt te werk om de witbalans, scherpte of kleurdensiteit aan te passen:
- Druk op de pijl naar links of rechts om Aan te kiezen.
- Ga naar stap 5.
- Druk op de pijl naar links of rechts om Aan te kiezen.
- Ga als volgt te werk als u de instellingen niet wilt aanpassen:
- Druk op de pijl naar links of rechts om Uit te kiezen.
- Ga naar stap 9.
- Druk op de pijl naar links of rechts om Uit te kiezen.
- Ga als volgt te werk om de witbalans, scherpte of kleurdensiteit aan te passen:
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Wit Balans, Scherpte of Kleurdensiteit te kiezen.
- Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Voor gebruikers van een MFC of DCP-770CW:
Druk op de pijl naar rechts of links om een instelling te wijzigen.
- Voor gebruikers van een DCP (niet beschikbaar voor de DCP-770CW):
- Druk op de knop OK.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om de instelling bij te regelen.
- Druk op de knop OK.
- Druk op de knop OK.
- Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Als u een andere kleurverbeterende instelling wilt wijzigen, drukt u op de pijl omhoog of omlaag om een andere optie te kiezen.
- Ga als volgt te werk als u andere instellingen wilt wijzigen:
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Afsluiten te kiezen.
- Druk op de knop OK.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Afsluiten te kiezen.
- Als u een andere kleurverbeterende instelling wilt wijzigen, drukt u op de pijl omhoog of omlaag om een andere optie te kiezen.
- Als u geen andere instellingen hoeft aan te passen, drukt u op Kleur Start om af te drukken.
Wanneer u de functie voor het verbeteren van kleuren (True2Life®) selecteert, wordt er langzamer afgedrukt.
Deel 5: Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardwaarden
De afdrukinstellingen die u het vaakst gebruikt, kunt u opslaan als de nieuwe standaardinstellingen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze verandert.
Ga als volgt te werk om van een of meer afdrukinstellingen de nieuwe standaardinstellingen te maken:
- Kies de nieuwe instellingen aan de hand van een van de vier delen hierboven.
- Druk op de knop OK.
Herhaal stap 1 en 2 voor elke instelling die u wilt wijzigen.
- Na het aanpassen van de laatste instelling drukt u op de pijl omhoog of omlaag om Nieuwe standaard te kiezen.
- Druk op de knop OK.
- Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Voor een MFC:
Druk op 1 om de afdrukinstellingen op te slaan.
- Voor een DCP:
Druk op + om de afdrukinstellingen op te slaan.
- Druk op de knop Stop/Eindigen.
Feedback
Geef hieronder uw feedback. Aan de hand daarvan kunnen wij onze ondersteuning verder verbeteren.