Kijk goed of al het verpakkingsmateriaal binnen in het apparaat is verwijderd.
Opmerking: De onderstaande figuren zijn een voorbeeld en kunnen afwijken van uw Brother-apparaat.
Druk op de ontgrendelingsknop op het voorpaneel en trek de voorklep open.
Houd de groene hendel van de drumeenheid vast. Trek de drumeenheid zo ver mogelijk uit tot deze stopt.
Opmerking: Als u de drumeenheid niet naar buiten kunt trekken, kijk dan of de klep aan de voorzijde helemaal geopend is.
Controleer of al het verpakkingsmateriaal van oranje plastic is verwijderd uit de drumeenheid.
Haal de tonercartridges uit de drumeenheid en plaats ze vervolgens weer terug.
Maak de zwarte tonercartridge los door de greep ervan iets in het apparaat te duwen.
Verwijder de tonercartridge uit de drumeenheid.
Schuif de tonercartridge aan de greep terug in de drumeenheid en trek de cartridge vervolgens iets naar u toe. U moet de cartridge horen vastklikken.
Herhaal Stap a - c voor de andere 3 tonercartridges (cyaan, magenta en geel).
Sluit de klep aan de voorzijde van het apparaat.
Wanneer het Brother-apparaat terugkeert naar Gereed, maakt u een testafdruk.
Druk op (Instellingen) > Alle Instell. > Printer > Print Opties > Testprint.
Als uw apparaat het menu Alle instell. op het startscherm toont, sla het menu Instellingen over.
(Instellingen) > Alle Instell. > Printer > Print Opties > Testprint.
(Beginscherm).
