MFC-8370DN

Veelgestelde vragen en probleemoplossing

Veelgestelde vragen en probleemoplossing

Mijn Brother-apparaat op afstand benaderen om faxberichten te laten doorsturen naar een ander apparaat.

Met de functie Afstandsbediening van uw Brother-apparaat kunt u opgeslagen faxberichten opvragen wanneer u zelf niet bij het apparaat bent. U kunt uw Brother-apparaat opbellen met een druktoetstelefoon of faxapparaat en daarna voert u de code voor toegang op afstand in gevolgd door de opdrachten die nodig zijn om faxberichten op te vragen.

 

Toegangscode instellen

Voordat u de functie Afstandsbediening van uw Brother-apparaat kunt gebruiken, moet u uw eigen toegangscode instellen. De fabrieksinstelling van de code is standaard niet actief (---*).

 

Volg de onderstaande stappen om een toegangscode in te stellen.

*Als het Brother-apparaat een aanraakscherm heeft, volg dan hieronder de stappen bij 'Voor modellen met een aanraakscherm'.

 

  1. Druk op Menu en kies Fax => Afstandsopties => Afst.bediening.
     
  2. Voer met de cijfertoetsen een code van drie cijfers in.
    • De code kan een getal zijn van 000 tot 999.
       
    • De voorgedefinieerde instelling * kunt u niet wijzigen.
       
    • Gebruik niet dezelfde code als de faxontvangstcode (*51 (*91 in Nieuw-Zeeland)) of de code voor het aannemen van de telefoon (#51 (#91 in Nieuw-Zeeland)).
  3. Druk op OK.
     
  4. Druk op Stop/Eindigen.
  • U kunt uw toegangscode altijd wijzigen door een nieuwe code in te voeren.
     
  • Als u de code inactief wilt maken, drukt u in stap 2 op Wis/terug of Wis instelling, OK om de inactieve instelling terug te halen (---*).

 

<Voor modellen met een aanraakscherm>

  1. Druk op Menu en kies Fax => Afst.bediening.
     
  2. Voer een code van drie cijfers in. Gebruik hiervoor 0 tot en met 9, * of #.
    • De code kan een getal zijn van 000 tot 999.
       
    • De voorgedefinieerde instelling * kunt u niet wijzigen.
       
    • Gebruik niet dezelfde code als de faxontvangstcode (*51 (*91 in Nieuw-Zeeland)) of de code voor het aannemen van de telefoon (#51 (#91 in Nieuw-Zeeland)).
  3. Druk op OK.
     
  4. Druk op Stop/Eindigen.
  • U kunt uw toegangscode altijd wijzigen door een nieuwe code in te voeren.
     
  • Als u de code inactief wilt maken, drukt u in stap 2 op Wis instelling, OK om de inactieve instelling terug te halen (---*).


Uw toegangscode op afstand gebruiken

 

  1. Kies uw faxnummer vanaf een telefoon of ander faxapparaat met toetstonen.
     
  2. Wanneer uw Brother-apparaat aanneemt, voert u uw toegangscode in.

    Uw toegangscode is de driecijferige code die u hebt gekozen, gevolgd door *.
     
  3. Uw Brother-apparaat geeft aan of er iets is binnengekomen:

     

    • 1 lange toon: er zijn faxberichten ontvangen.
       
    • Geen tonen: geen berichten ontvangen.
  4. Wanneer het apparaat twee korte tonen laat horen, voert u een opdracht in:
    Als u wilt weten wat de opdrachten zijn, ga dan naar Opdrachten voor het opvragen van faxberichten.
    • Als u langer dan dertig seconden wacht met het invoeren van een opdracht, wordt de verbinding verbroken.
       
    • Als u een ongeldige opdracht invoert, hoort u drie tonen.
  5. Druk op 9, 0 om helemaal te stoppen wanneer u klaar bent.
     
  6. Hang op.
Als uw Brother-apparaat in de modus Handmatig staat en u wilt de functies voor het opvragen van faxberichten gebruiken, dan moet u het apparaat laten rinkelen tot u een lange toon hoort. Vervolgens moet u binnen dertig seconden uw code voor toegang op afstand invoeren.

 

Opdrachten voor het opvragen van faxberichten

Gebruik de onderstaande opdrachten om functies te gebruiken wanneer u niet bij uw Brother-apparaat bent. Wanneer u het Brother-apparaat belt en uw toegangscode invoert, laat het apparaat twee korten tonen horen. Daarna moet u een specifieke opdracht invoeren.

Opdrachten op afstand Werking
95 De instellingen voor het doorzenden, opvragen of opslaan van faxberichten wijzigen  
1 UIT U kunt Uit kiezen nadat u al uw berichten hebt opgevraagd of gewist.
2 Fax doorzenden Eén lange toon betekent dat de wijziging is geaccepteerd. Als u drie korte tonen hoort, is wijzigen niet mogelijk omdat niet aan de voorwaarden is voldaan (bijvoorbeeld registratie van een faxnummer waarnaar moet worden doorgestuurd). U kunt het maximale aantal keren overgaan registreren. (Zie Nummer voor het doorzenden van faxberichten wijzigen.) Nadat u het nummer hebt geregistreerd, werkt het doorzenden van faxberichten.
3 Paging *1  
4 Nummer voor fax doorzenden  
6 Fax Opslaan  
96 Een faxbericht opvragen  
2 Alle faxen opvragen Voer het nummer van een extern faxapparaat in om (een) opgeslagen faxbericht(en) te ontvangen. (Zie Faxberichten opvragen op afstand).
3 Faxberichten uit het geheugen wissen Als u één lange toon hoort, zijn de faxberichten uit het geheugen gewist.
97 Ontvangststatus controleren  
1 Fax U kunt nagaan of uw apparaat faxberichten of ingesproken boodschappen ontvangen heeft. Zo ja, dan hoort u een lange toon. Zo nee, dan hoort u drie korte tonen.
98 Ontvangstmodus wijzigen  
1 Ext. TEL/ANT Als u één lange toon hoort, is uw aanpassing geaccepteerd.
2 Fax/Telefoon
3 Alleen Fax
90 Exit (Sluiten) Druk op 9, 0 om de afstandsbediening af te sluiten. Wacht tot u een lange toon hoort en leg op.

Opmerking:
*1: Of de opdracht beschikbaar is, hangt af van het model en van het land waar u het apparaat hebt aangeschaft.


Faxberichten opvragen op afstand

 

  1. Kies uw faxnummer.
     
  2. Wanneer uw Brother-apparaat aanneemt, voert u onmiddellijk uw toegangscode in.
    Als u één lange toon hoort, zijn er faxberichten voor u.
     
  3. Wanneer u twee korte tonen hoort, druk dan op 9, 6, 2.
     
  4. Wacht op de lange toon en voer vervolgens met de cijfertoetsen het nummer in van het andere faxapparaat waarnaar uw faxberichten moeten worden gestuurd.
    Het nummer kan maximaal twintig tekens lang zijn.
    U kunt * en # niet gebruiken in het faxnummer zelf, maar u kunt wel op # drukken om een korte onderbreking in te lassen in het faxnummer.
  5. Druk op #, #.
     
  6. Hang op wanneer u een toon van uw Brother-apparaat hoort.
    Het Brother-apparaat belt het andere faxapparaat, waarop uw faxbericht vervolgens wordt afgedrukt.

 

Nummer voor het doorzenden van faxberichten wijzigen

U kunt de standaardinstelling van het nummer voor het doorzenden van faxberichten aanpassen vanaf een andere telefoon of fax die met toetstonen werkt. Dit gaat als volgt:

 

  1. Kies uw faxnummer.
     
  2. Wanneer uw Brother-apparaat aanneemt, voert u onmiddellijk uw toegangscode in.
    Als u één lange toon hoort, zijn er faxberichten voor u.
     
  3. Wanneer u twee korte tonen hoort, druk dan op 9, 5, 4.
     
  4. Wanneer u een lange toon hoort, voert u met de cijfertoetsen het nieuwe nummer in van het faxapparaat waarnaar uw faxberichten moeten worden gestuurd.
    U kunt * en # niet gebruiken in het faxnummer zelf, maar u kunt wel op # drukken om een korte onderbreking in te lassen in het faxnummer.
  5. Druk op #, #.
     
  6. Hang op wanneer u een toon van uw Brother-apparaat hoort.

Staat het antwoord op uw vraag er niet bij, kijkt u dan eerst bij de andere vragen:

Heeft u de beschikbare handleidingen bekeken?

Heeft u meer hulp nodig, dan kunt u contact opnemen met de Brother-klantenservice.

Verwante modellen

MFC-8370DN, MFC-8380DN, MFC-8510DN, MFC-8520DN, MFC-8880DN, MFC-8890DW, MFC-8950DW, MFC-8950DWT

Feedback

Geef hieronder uw feedback. Aan de hand daarvan kunnen wij onze ondersteuning verder verbeteren.

Stap 1: is de informatie op deze pagina nuttig voor u?

Stap 2: wilt u nog iets toevoegen?

Dit formulier is alleen bedoeld voor feedback.