Als de melding GEEN TONER in de statusmonitor verschijnt gaat op het bedieningspaneel het Toner lampje branden. Dit gebeurt als het apparaat geen tonercartridge detecteert.

Controleer of de drumeenheid en tonercartridge goed zijn geïnstalleerd.
Als dit niet het geval is, installeert u de drumeenheid en tonercartridge als volgt opnieuw in het apparaat:

1. Open de klep aan de voorzijde.
   
2. Verwijder de drumeenheid en tonercartridge voorzichtig.
   Ga naar stap 4 als de drumeenheid is geïnstalleerd zonder tonercartridge.
   Ga naar stap 3 als de tonercartridge niet goed in de drumeenheid zit.
   
   
   • Wees voorzichtig wanneer u de drumeenheid verwijdert, er kan toner in zitten.
   • Wij raden u aan om de drumeenheid en tonercartridge op een schone, vlakke ondergrond te leggen. Leg er een stuk papier onder voor het geval u wat toner morst.
   • Ga voorzichtig om met de tonercartridge. Als u toner op uw handen of kleding krijgt, moet u de getroffen plek onmiddellijk afvegen of afwassen met koud water.
   • Voorkom schade aan het apparaat als gevolg van statische elektriciteit en raak de in de afbeelding getoonde contactpunten NIET aan.
     
     
     
     
   • Voorkom problemen met de afdrukkwaliteit en raak de onderdelen die in de figuren grijs zijn weergegeven NIET aan.
     
     
   
   
3. Duw de groene vergrendeling omlaag en haal de tonercartridge uit de drumeenheid.
   
   
4. Plaats de tonercartridge goed in de drumeenheid. U moet de cartridge horen vastklikken. Bij een correcte plaatsing komt de groene vergrendeling automatisch omhoog.
   
   
5. Plaats de drumeenheid en tonercartridge terug in het apparaat.
   
   
6. Sluit de klep aan de voorzijde.

Als u de tonercartridge vervangt, maar de foutmelding blijft raadpleeg dan "Ik heb net de tonercartridge vervangen en het LCD-scherm geeft nog steeds de melding "Toner bijna op" / "Vervang Toner" / "Geen toner" of de toner LED brandt of knippert."