Met de functie Scan naar bestand kunt u een document scannen en automatisch op een bepaalde locatie op uw computer opslaan als PDF.


Volg de onderstaande aanwijzingen om de functie Scan naar bestand te configureren en te gebruiken.

Stap 1: De functie Scannen naar bestand configureren
 

Voor Windows-gebruikers:

1. Open the ControlCenter.
   
   (Windows 7)
   Klik op Windows/start -> (Alle) Programma's -> Brother -> [modelnaam] ( waar [modelnaam] staat is het model van het apparaat) -> ControlCenter.
   ControlCenter wordt geladen en in het taakvak (naast het systeemklokje) geplaatst. (Het ziet eruit als een blauw vierkantje).
    
   

    

   (Windows 8 of hoger) indien van toepassing*
   *: Klik hier voor informatie over de compatibel besturingssystemen.

    

   1. (Windows 8)
      Op het startscherm, klik op . Als  niet op het startscherm staat, klik met de rechtermuisknop op een lege plek op het startscherm en klik vervolgens op, Alle Apps in de onderste taakbalk.
      (Windows 10/ Windows 11)
      Klik op (Start) => (Alle apps =>) Brother.
       
   2. Klik op Brother Hulpprogramma's.
   3. Selecteer uw modelnaam in de keuzelijst.
   4. Klik op ControlCenter.
      ControlCenter wordt geladen en in het taakvak (naast het systeemklokje) geplaatst. (Het ziet eruit als een blauw vierkantje).

    

   

    

2. Dubbelklik op het pictogram ControlCenter in het systeemvak  om het programmavenster te openen.
    
   

Voor Macintosh-gebruikers:

1. Open ControlCenter door te klikken op Macintosh HD -> Bibliotheek -> Printers -> Brother -> Hulpprogramma's -> ControlCenter -> ControlCenter.app
   ControlCenter wordt geladen en in het taakvak (naast het systeemklokje) geplaatst.
   
    
   

    

    

    

2. Klik op het pictogram van ControlCenter in het taakvak gevolgd door Open om het programmavenster te openen.
   
    

   <Moderne gebruikersinterface>

   <Klassieke gebruikersinterface>

    

    

    

3. Klik op Configuratie -> SCAN -> Bestand.
   
    
4. Het venster [scan] bestand wordt weergegeven.
   
    

   <Voor Windows-gebruikers>

   <Voor Macintosh-gebruikers>

5. Op het tabblad Bedieningsknop Software configureert u de knop Scan naar bestand binnen de ControlCenter-interface. Op het tabblad Bedieningsknop Apparaat configureert u de knop Scan op het Brother-apparaat. Kies het gewenste tabblad.
   
    
6. U kunt de volgende eigenschappen configureren:
   
   
   Type Bestand:
   Hier geeft u aan in welke bestandsindeling het bestand moet worden opgeslagen. Kies PDF(*.pdf) als u een PDF-bestand wilt maken van uw scan.
   
   
   Doelmap:
   Hier geeft u de locatie op waar het bestand wordt opgeslagen. U kunt ook Venster Opslaan als weergeven selecteren, als u de doelmap wilt opgeven elke keer dat u scant.
   
   
   Resolutie:
   Hiermee bepaalt u hoe scherp de afbeelding wordt (dots per inch (DPI)). Hoe hoger de waarde bij DPI, des te duidelijker de afbeelding. Wel nemen de scantijd en documentgrootte toe.
   
   
   Type Scan:
   Dit is de optie om te scannen in kleur. Hoe hoger de geselecteerde kwaliteit, des te langer het scannen duurt en hoe groter het bestand wordt.
   
   
   Documentgrootte:
   Hiermee bepaalt u de grootte van het document dat wordt gescand.
   
   
   Helderheid:
   Stel de helderheid zo in dat u een zo duidelijk mogelijk beeld krijgt (van -50 tot 50). De standaardwaarde is 0. Dit is de 'middelste' instelling. U stelt de helderheid in door het schuifblokje naar rechts te slepen voor een lichter beeld en naar links voor een donkerder beeld.
   
   
   Contrast:
   U verhoogt of verlaagt het contrast door het schuifblokje naar links of rechts te slepen. U kunt in het daarvoor bestemde vak echter ook een waarde typen. Met een verhoging worden de donkere en lichte delen van de afbeelding benadrukt, terwijl een verlaging meer details in de grijze delen laat uitkomen.
   
   
   Scannerinterface weergeven:
   Schakel dit selectievakje in als u een voorbeeldscan van een document wilt maken en de pagina wilt bijsnijden voordat u de definitieve scan maakt.
   
    
7. Druk op OK na het kiezen van alle instellingen. Deze instellingen worden gebruikt voor alle volgende scans.

Stap 2-1: Scannen naar gebruiken vanuit ControlCenter

1. Leg het document dat u wilt scannen op de glasplaat of in de automatische documentinvoer (ADF), afhankelijk van het model van uw Brother-apparaat.
    
2. Start ControlCenter aan de hand van stap 1.
    
3. Dubbelklik op het pictogram van ControlCenter in het taakvak om het programmavenster te openen.
    
4. Klik in het menu SCAN op de knop Bestand.
    
5. Het document wordt nu gescand en in de vorm van PDF opgeslagen op de gekozen locatie. Een en ander gebeurt met de instellingen die u hebt opgegeven op het tabblad Bedieningsknop Software van het configuratievenster van ControlCenter.
   
    

Stap 2-2: Scannen naar bestand gebruiken met de knop Scan op het Brother-apparaat

1. Zorg ervoor dat ControlCenter is gestart en geladen in het taakvak (naast het systeemklokje).
    
2. Leg het document dat u wilt scannen op de glasplaat of in de automatische documentinvoer (ADF), afhankelijk van het model van uw Brother-apparaat.
    
3. Druk op de knop Scan op het Brother-apparaat en selecteer Scan nr pc -> Bestand of Scan nr bestand.
    
4. Druk op OK.
    
5. Druk op Start , Mono Start of Kleur Start om het scannen te starten. Het document wordt nu gescand en in de vorm van PDF opgeslagen op de gekozen locatie. Een en ander gebeurt met de instellingen die u hebt opgegeven op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het configuratievenster van ControlCenter.