VoIP is een soort telefoonsysteem dat in plaats van een gewone telefoonlijn een internetverbinding gebruikt. VoIP is geen ondersteunde functie van uw Brother-apparaat. Het probleem bij het verzenden van faxberichten heeft mogelijk niet te maken met uw VoIP-dienst. Controleer eerst de telefoonlijn, papierinvoer enzovoort voordat u iets wijzigt aan de VoIP-dienst.

1. Controleer of het Brother-apparaat een kiestoon heeft. Voor meer informatie raadpleegt u 'Hoe controleer ik of mijn Brother-apparaat een kiestoon krijgt?'
   
   

   - Ga naar stap 4 als u een kiestoon hoort.

   - Als u geen kiestoon hoort, controleert u of de telefoonkabel is aangesloten op het Brother-apparaat (de aansluiting met het label 'LINE' in sommige landen). Ga naar stap 2 als u nog steeds geen kiestoon hoort.

   
   

   Bij gebruik van VoIP zijn verschillende verbindingen mogelijk, al dan niet met een modem, interfacekastje, telefoonadapter, splitter enzovoort. De telefoonlijn moet echter verbonden zijn met de aansluiting op het Brother-apparaat (in sommige landen met 'LINE' aangegeven).

   
   
2. Controleer of de datum en tijd op het display staan.
   
   

   - Ga naar stap 3 als de datum en tijd op het display staan.

   - Als op het display een foutmelding ('Papierstoring' bijvoorbeeld) of status ('De inkt is op' bijvoorbeeld) wordt weergegeven, raadpleeg dan de oplossing die hoort bij de melding op het display.

   - Ga als volgt te werk als het display leeg is:

   1. Controleer of de stekker in het stopcontact zit. Als de stekker van het netsnoer in een overspanningsbeveiliging of voedingsschakelaar zit, moet u de stekker hieruit verwijderen en rechtstreeks in het stopcontact steken. Zo kunt u beter bepalen of het probleem (leeg display) te maken heeft met dat onderdeel of met het Brother-apparaat.
   
   

   Brother raadt u aan het apparaat aan te sluiten op een overspanningsbeveiliging. Zo beschermt u het tegen stroompieken en blikseminslag. Gebruik een overspanningsbeveiliging die geschikt is voor zowel elektriciteitsstekkers als telefoonstekkers. Een overspanningsbeveiliging waarop u ook de telefoonlijn kunt aansluiten, beschermt uw apparaat tegen stroompieken die via de telefoonlijn kunnen binnenkomen.

   2. Controleer of het Brother-apparaat is ingeschakeld. De aan-uitknop of de knop voor de energiebesparende stand bevindt zich op het bedieningspaneel. Als het apparaat is uitgeschakeld, is het display leeg.
   3. Wijzig het contrast van het display.
      Raadpleeg voor meer informatie de verwante vraag 'Hoe wijzig ik de helderheid van het display, want het is te donker en ik kan het niet lezen?' aan het eind van de pagina.
   4. Probeer een ander stopcontact (waarvan u weet dat het werkt) als het display leeg blijft.
   5. Als het display leeg blijft, moet het apparaat misschien worden gerepareerd. Neem contact op met de Brother-klantenservice via 'Contact'.
   
   
3. Als u nog steeds geen kiestoon krijgt, neem dan voor hulp contact op met uw VoIP-aanbieder.
   Ga naar stap 4 als u een kiestoon hoort.
   
   
4. Verzend een fax vanaf de glasplaat.

   *Als uw Brother-apparaat een automatische documentinvoer (ADF) heeft, kunt u het document ook in de ADF in plaats van op de glasplaat leggen. Zie 'Werken met de ADF' hieronder.

   
   
   1. Druk op de knop Fax.
   2. Als uw Brother-apparaat een automatische documentinvoer (ADF) heeft, controleer dan of de ADF leeg is.
   3. Til het documentdeksel op en plaats (met behulp van de hulplijnen bij de glasplaat (links en boven)) het document met de bedrukte zijde naar onder in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
   4. Sluit het documentdeksel.
   5. Voer het faxnummer in. U kunt het nummer met de hand invoeren of een snelkiesnummer gebruiken.
      *Als eentoetsnummers beschikbaar zijn voor uw Brother-apparaat, kunt u het faxnummer ook invoeren door op de knop van een eentoetsnummer te drukken op het bedieningspaneel.
   6. Druk op Mono Start of Kleur Start.
      • Als u op Mono Start drukt, wordt de eerste pagina gescand. Ga naar stap g.
      • Als u op Kleur Start drukt, wordt het document verzonden.
        (Op sommige Brother-apparaten kunt u op het display worden gevraagd of u een kleurenfax wilt verzenden. Druk op Ja ter bevestiging).
   7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
      • Als u maar één pagina wilt verzenden, kiest u Nee (of drukt u op Mono Start). Het document wordt verzonden.
      • Als u meer dan één pagina wilt verzenden, kiest u Ja en gaat u naar stap h.
   8. Til het documentdeksel op, verwijder de eerste pagina en leg de tweede pagina op de glasplaat.
      Druk op OK. (Op een model met een aanraakscherm drukt u in plaats daarvan op Mono Start.) De tweede pagina wordt gescand. (Herhaal stap g en h voor alle volgende pagina's.) Wanneer alles is gescand, drukt u op Mono Start. Vervolgens wordt het nummer gekozen.
   
   <Werken met de ADF (voor modellen met een ADF)>
   
   1. Druk op de knop Fax.
   2. Controleer voordat u uw document(en) in de ADF plaatst of de datum en tijd op het display staan.
   3. Plaats een document in de ADF. Op het display moet 'ADF gereed' worden weergegeven wanneer u het document of de documenten in de ADF plaatst en vervolgens moeten de faxverzendopties worden weergegeven.
      Opmerking: 'ADF gereed' is maar enkele seconden zichtbaar. Daarna worden de verzendopties weergegeven.
      Als het display verandert, gaat u naar stap e. Als de datum en tijd op het display blijven staan, gaat u naar stap d.
   4. Als het display de datum en tijd blijft aangeven, controleer dan of de breedte van de documenten minder is dan 14,7 cm (5,8 inch). Als het document minder dan 14,7 cm (5,8 inch) breed is, wordt het document niet gedetecteerd en is verzenden niet mogelijk. Het document moet zo breed zijn dat de sensoren worden bereikt en het apparaat weet dat er een document aanwezig is. U moet breder papier gebruiken. Als het papier aan de specificaties voldoet en het display toch de datum en tijd blijft aangeven terwijl er een document in de ADF ligt, dan moet u contact opnemen met de klantenservice van Brother via Contact. Als het display verandert, gaat u naar stap e.
   5. Voer het faxnummer in. U kunt het nummer met de hand invoeren of een snelkiesnummer gebruiken.
      *Als eentoetsnummers beschikbaar zijn voor uw Brother-apparaat, kunt u het faxnummer ook invoeren door op de knop van een eentoetsnummer te drukken op het bedieningspaneel.
   6. Druk op Mono Start of Kleur Start.
   
   
   Als het probleem aanwezig blijft, gaat u naar stap 5.
   
   
   • Als u toegangsnummers voor een telefoonkaart of andere speciale codes gebruikt, of op bijvoorbeeld 9 moet drukken voor een buitenlijn, en er is een pauze nodig tussen het kiezen van die speciale cijfers en het faxnummer, druk zo nodig dan op de knop Herkies/Pauze. Met Herkies/Pauze wordt een pauze van 3,5 seconde ingelast tussen de cijfers (voor Groot-Brittannië: 2,8 seconde). U kunt op Herkies/Pauze drukken zo vaak u maar wilt om de pauze langer te laten duren.
     
     
   • Wanneer u een fax handmatig wilt verzenden, moet u wachten tot u de faxtonen van het ontvangende faxapparaat hoort. Pas daarna drukt u op Mono Start of Kleur Start.
     
     
   • Als u problemen hebt met het verzenden van een faxbericht naar één bepaald nummer, controleer dan of dat nummer wel een faxnummer is.
   
   
5. VoIP is geen ondersteunde functie van uw Brother-apparaat, maar er is wel een 'compatibiliteitsinstelling' aanwezig op dit apparaat die van nut kan zijn bij het verzenden en ontvangen van faxberichten bij gebruik van VoIP. Met deze instelling wordt de modemsnelheid verlaagd.
   
   Volg de onderstaande stappen om de instelling Compatibel te wijzigen:
   1. Druk op Menu => Stand.instel. => Compatibel => Basic(voorVoIP).
   2. Druk op OK. (Sla deze stap over op modellen met een aanraakscherm).
   3. Druk op Stop/Eindigen.
   
   

   Wanneer u de compatibiliteit instelt op Basic (voor VoIP), kan ECM (foutcorrectie) alleen worden gebruikt voor het verzenden van kleurenfaxen.

   Naast de modemsnelheid zijn er nog meer omgevingsinstellingen die van invloed kunnen zijn op het faxen via VoIP.

   • Zorg ervoor dat er geen programma's of computers zijn die bestanden aan het downloaden zijn. VoIP werkt los van de computer en in normale omstandigheden zitten ze elkaar niet in de weg, maar de hoeveelheid gegevens die alle apparaten binnen het systeem tegelijk kunnen verzenden, is beperkt. Als een fax wordt verzonden of ontvangen en een computer begint met downloaden, kost dit bandbreedte en komt de fax er misschien niet meer door.
     
     
   • Verzend de fax opnieuw wanneer het minder druk is. Faxen over VoIP is een internettoepassing. Als u ooit lang hebt moeten wachten voordat een website reageerde, dan weet u wat overbelasting van het netwerk is. Dit kan ook gebeuren met een fax die u verzendt over VoIP. De gegevenspakketjes kunnen vertraging oplopen. Doordat faxapparaten tijdgevoelig zijn, kan er een time-out optreden bij de faxverzending. Verzend de fax later opnieuw om dit te voorkomen.
     
     
   • Neem contact op met uw VoIP-aanbieder en vraag of ze de netwerkinstellingen kunnen optimaliseren voor faxcommunicatie.
   
   Als het verzenden van faxberichten problemen blijft geven, dan raden wij u aan om voor hulp contact op te nemen met uw VoIP-aanbieder.