Aan de hand van het verzendrapport kunt u nagaan of een fax is verzonden. Dit rapport bevat de naam of het faxnummer van de bestemming, de tijd en datum van verzending en of de verzending is geslaagd.

Wanneer de functie voor het verzendrapport op Uit staat, wordt het rapport automatisch afgedrukt als tijdens het verzenden een fout optreedt. Als het rapport NG aangeeft, moet u het document opnieuw verzenden. Als het rapport aangeeft dat u de leesbaarheid van bepaalde pagina's moet controleren, moet u die pagina's opnieuw verzenden.

Ga als volgt te werk om de verschillende opties voor het verzendrapport in te stellen:

1. Druk op de knop Menu/Instellen.
2. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Rapportinstel. wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen.
3. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Verzendrapp. wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen.
4. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat de gewenste optie wordt weergegeven:

    

   • UIT
     Er wordt alleen een verzendrapport afgedrukt als de verzending is mislukt.
      
   • AAN
     Na elke verzonden fax wordt een verzendrapport afgedrukt.
      
5. Druk op Menu/Instellen.
6. Druk op Stop/Eindigen.

U kunt ook de functie Fax Journaal gebruiken. Dit rapport bevat de laatste dertig inkomende en uitgaande faxen. U stelt het rapportinterval als volgt in:

1. Druk op de knop Menu/Instellen.
2. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Rapportinstel wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen.
3. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Journaal tijd wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen.
4. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat het gewenste interval wordt weergegeven. U kunt de FAX zo instellen dat na een bepaald interval een activiteitenrapport wordt afgedrukt (elke 30 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of 7 dagen, of Uit). Druk op Menu/Instellen zodra u het gewenste interval ziet.

5. Druk op Stop/Eindigen of Stop.