De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt.
Voor de beste resultaten volgt u onderstaande instructies:
Plaats GEEN verschillende soorten papier tegelijk in de papierlade, omdat dit dan zou kunnen vastlopen of scheef worden ingevoerd.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in uw softwaretoepassing het papierformaat instellen van het papier dat zich in de lade bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet aan vlak na het afdrukken.
Controleer voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Belangrijke richtlijnen bij het kiezen van papier zijn:
Gebruik GEEN inkjet papier, het kan leiden tot papieropstoppingen of schade aan de machine.
Voorbedrukt papier moet inkt gebruiken dat tegen de temperatuur van het fuseerproces van de machine 200°C (392°F) kan.
Te vermijden typen papier:
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
Met een grove textuur
Dat extreem glad of glanzend is
Dat gekruld of scheef is
1 Een krul van 2 mm of groter kan het papier laten vastlopen.
Dat gecoat is of een chemische vernislaag heeft
Dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
Dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
Met tabs en nietjes
Met een briefhoofd dat thermografisch bedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand is
Dat uit meerdere delen bestaat of geen carbon heeft
Dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u één van de bovenstaande typen papier gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Dergelijke schade wordt niet door de garantie of service-overeenkomst van Brother gedekt zijn.
Staat het antwoord op uw vraag er niet bij, kijkt u dan eerst bij de andere vragen: