FAX-2940
![]() |
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
Enveloppen, etiketvellen of dik papier afdrukken vanuit de sleuf voor handmatige invoer.
Het apparaat heeft een aparte sleuf voor het een voor een invoeren van enveloppen, etiketvellen of dik papier. De standaard papierlade is alleen geschikt voor normaal papier, kringlooppapier of dun papier. Als u vanuit de handinvoer afdrukt met de achterklep open dan loopt het papier recht door de printer heen..
Enveloppen, etiketvellen of dik papier kunnen alleen ingevoerd worden vanuit de handinvoer, de standaard papierlade is hiervoor ongeschikt.
Klik hier voor meer informatie over de aanbevolen papiersoorten, enveloppen en etiketvellen.
Papiergewicht
- Normaal papier: 75-105g/㎡
- Dun papier : 60-75g/㎡
- Dik papier: 105-163g/㎡
Volg onderstaande stappen als u af wilt drukken op enveloppen, etiketvellen of dik papier.
Opmerking: Onderstaande afbeeldingen zijn een voorbeeld en kunnen afwijken van uw Brother apparaat.
-
Open de klep aan de achterzijde (uitvoerlade achterzijde).
-
Ga op een van van de volgende manieren te werk.
- Ga naar stap 4 als u af wilt drukken op etiketten of dik papier.
-
Ga naar stap 3 als u af wilt drukken op enveloppen.
-
Alleen voor het afdrukken op enveloppen:
Zet de twee groene hendels (één links, één rechts) naar beneden.
-
Open de klep van de sleuf voor handmatige invoer voorop het apparaat.
-
Verschuif met beide handen de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer zodat het papier, de envelop of het etiketvel ertussen past.
-
Plaats met beide handen één blad papier, één envelop of één etiketvel in de sleuf voor handmatige invoer, zorg hierbij dat de voorzijde de papierinvoerrol raakt.
Plaats GEEN etiketvellen die reeds gebruikt zijn, of etiketvellen die incompleet zijn. Dit kan papierstoringen of ernstige schade aan uw Brother apparaat veroorzaken.
- Voer het papier in met de te bedrukken zijde naar boven.
- Zorg dat het papier, de envelop of het etiketvel recht en in de juiste positie in de sleuf zit. Is dit niet het geval, dan zou het papier niet goed ingevoerd kunnen worden met papierstoringen of scheve afdrukken tot gevolg.
- Plaats niet meer dan één vel papier, één envelop of één etiketvel tegelijk in de sleuf voor handmatige invoer om vastlopen te voorkomen.
- Als u een vel papier een envelop of een etiketvel in de sleuf voor handmatige invoer plaatst voor het apparaat gereed is kan het materiaal onbedrukt uitgeworpen worden.
-
Kies in de printerdriver de juiste instellingen bij Papierformaat en Soort papier voor het papier, de envelop of het stickervel.
- Verwijder elk bedrukt vel papier, elke bedrukte envelop en elk bedrukt etiketvel meteen uit de printer, het stapelen kan omkrullen of vastlopers veroorzaken.
- Als enveloppen vlekkerig afgedrukt worden, kunt u het Mediatype op Dik Papier of Dikker Papier zetten om de fixeertemperatuur te verhogen.
-
Stuur de afdrukgegevens naar het apparaat.
-
Nadat het papier, de envelop of het etiketvel uit het apparaat gekomen is, plaatst u het volgende vel papier, de envelop of het etiketvel.
-
Als u klaar bent met afdrukken gaat u op een van de volgende manieren te werk.
- Ga naar stap 12 als u afgedrukt hebt op etiketvellen of dik papier.
-
Ga naar stap 11 als u afgedrukt hebt op etiketten.
-
Alleen voor het afdrukken op enveloppen:
Zet de 2 groene hendels (die u in stap 2 naar beneden gezet heeft) terug in de oorspronkelijke stand.
-
Sluit de klep aan de achterzijde (uitvoerlade achterzijde).