![]() ![]() | ![]() ![]() |
1 | Zet de printer uit en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact. Koppel de interfacekabel los van de printer. |
2 | Verwijder de DIMM-bescherming. |
3 | Pak de DIMM uit en houd hem bij de randen vast. |
4 | Houd de DIMM aan de randen vast en zet de inkepingen in de DIMM parallel met de uitsteeksels in de sleuf. Plaats de DIMM diagonaal (1) en kantel hem naar voren, naar de interfacekaart toe, totdat hij op zijn plaats klikt (2). |
5 | Zet de DIMM-bescherming er weer op. |
6 | Sluit de interfacekabel weer op de printer aan. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de stroomschakelaar aan. Als u wilt controleren of de DIMM op juiste wijze is geïnstalleerd, kunt u de lijst van printerinstellingen afdrukken, waarop staat vermeld hoeveel geheugen er momenteel is geplaatst. Raadpleeg Menutabel. |
![]() ![]() | ![]() ![]() |