De meeste draadloze netwerken gebruiken bepaalde beveiligingsinstellingen. Deze beveiligingsinstellingen bepalen de verificatie (de manier waarop het apparaat zich bij het netwerk bekend maakt) en de versleuteling (de manier waarop de gegevens worden versleuteld wanneer deze over het netwerk worden verstuurd). Als u tijdens het configureren van het draadloze Brother-apparaat bij deze opties een fout maakt, kan het apparaat geen verbinding met het draadloze netwerk maken. Deze opties moeten derhalve zorgvuldig worden geconfigureerd. Raadpleeg de onderstaande informatie om te zien welke verificatie- en versleutelingsmethoden dit draadloze apparaat van Brother ondersteunt.
Verificatiemethoden
De Brother-machine ondersteunt de volgende methode:
• | Draadloze apparaten hebben toegang tot het netwerk zonder enige verificatie. |
• | Alle apparaten die toegang tot het draadloze netwerk hebben, delen een geheime, vooraf gedefinieerde sleutel. De Brother-machine gebruikt de WEP-sleutels als vooraf bepaalde sleutel. |
• | Activeert een Wi‑Fi Protected Access Pre-shared Key (WPA‑PSK/WPA2‑PSK), waarmee de draadloze machine van Brother met behulp van TKIP voor WPA‑PSK of AES voor WPA‑PSK en WPA2‑PSK versleuteling (WPA‑Personal) verbinding kan maken met toegangspunten. |
• | Cisco LEAP (Light Extensible Authentication Protocol) is ontwikkeld door Cisco Systems, Inc. welke een gebruikers-ID en wachtwoord voor verificatie gebruikt. |
• | EAP-FAST (Extensible Authentication Protocol - Flexible Authentication via Secured Tunnel) is ontwikkeld door Cisco Systems, Inc. welke een gebruikers-ID en wachtwoord voor verificatie gebruikt en symmetrische versleutelingsalgorithmen gebruikt om een getunneld verificatieproces te realiseren. De Brother machine ondersteunt de volgende inwendige verificaties: • | EAP-FAST/NONE EAP-FAST-verificatie voor CCXv3-netwerken. Gebruikt geen interne verificatiemethode. | • | EAP-FAST/MS-CHAPv2 EAP-FAST-verificatie voor CCXv4-netwerken. Gebruikt MS-CHAPv2 voor de interne verificatiemethode. | • | EAP-FAST/GTC EAP-FAST-verificatie voor CCXv4-netwerken. Gebruikt GTC voor de interne methode. |
|
Encryptiemethodes
Versleuteling wordt gebruikt voor het beveiligen van de gegevens die over een draadloos netwerk worden verzonden. De Brother-machine ondersteunt de volgende encryptiemethodes:
• | Geen Er wordt geen versleuteling gebruikt. |
• | Met WEP (Wired Equivalent Privacy) worden de gegevens met een beveiligde sleutel verzonden en ontvangen. |
• | TKIP (Temporal Key Integrity Protocol) is in principe een sleutelcombinatie per pakket, met een combinatie van berichtintegriteitscontrole en een vernieuwingsmechanisme voor de sleutels. |
• | AES (Advanced Encryption Standard) is een door Wi-Fi® geautoriseerde krachtige versleutelingsnorm. |
• | Het oorspronkelijke Key Integrity Protocol voor LEAP van Cisco Systems, Inc. |
Voor elke beveiligingsmethode bestaan diverse regels:
• | Open systeem / gedeelde sleutel met WEP Deze sleutel is een 64-bits of 128-bits waarde die moet worden ingevoerd in een ASCII-formaat of een hexadecimaal formaat. • | 64 (40) bits ASCII: gebruikt 5 letters. Bijvoorbeeld “WSLAN” (hoofdlettergevoelig). | • | 64 (40) bits hexadecimaal: Gebruikt 10 hexadecimale tekens. Bijvoorbeeld “71f2234aba” | • | 128 (104) bits ASCII: Gebruikt 13 letters. Bijvoorbeeld “Wirelesscomms” (hoofdlettergevoelig). | • | 128 (104) bits hexadecimaal: Gebruikt 26 hexadecimale tekens. Bijvoorbeeld “71f2234ab56cd709e5412aa2ba” |
|
• | WPA-PSK/WPA2-PSK en TKIP of AES Gebruik een Pre-Shared Key (PSK) van meer dan 8 tekens maar maximaal 63 tekens lang. |
• | LEAP Gebruikt een gebruikers-ID en wachtwoord. • | Gebruikers-ID: minder dan 64 tekens lang. | • | Wachtwoord: minder dan 32 tekens lang. |
|
• | EAP-FAST Gebruikt een gebruikers-ID en wachtwoord. • | Gebruikers-ID: minder dan 64 tekens lang. | • | Wachtwoord: minder dan 32 tekens lang. |
|