Reinigen

Reinig de buiten- en de binnenkant van de printer regelmatig met een droge, pluisvrije doek. Wanneer u de tonercartridge of drumkit vervangt, dient u ook de binnenkant van de printer te reinigen. Als er tonervlekken op een pagina staan, moet het inwendige van de printer met een droge, pluisvrije doek worden gereinigd.

De buitenkant van de printer reinigen

WAARSCHUWING WAARSCHUWING
 
Gebruik neutrale reinigingsmiddelen. Vluchtige middelen zoals verdunner of benzine beschadigen de behuizing van de printer.
 
Gebruik NOOIT schoonmaakmiddelen die ammoniak bevatten.
 
NOOIT ontbrandbare stoffen in de buurt van de printer gebruiken. Dit kan namelijk brand of een elektrische schok veroorzaken.
1
Zet de printer uit en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact.
Figuur
2
Trek de papierlade helemaal uit de printer.
Figuur
3
Stof de buitenkant van de printer met een zachte, pluisvrije doek af.
Figuur
4
Als er iets in de papierlade vastzit, dient u dit te verwijderen.
5
Veeg de binnenkant van de papierlade met een zachte, pluisvrije doek schoon.
Figuur
6
Plaats de papierlade weer in de printer.
7
Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de stroomschakelaar aan.