Overzicht van besturingsopdrachten voor streepjescodes

Deze printer kan streepjescodes afdrukken in de HP LaserJet-emulaties.

Streepjescodes of uitgerekte tekens afdrukken

Code
ESC i
Dec
27 105
Hex
1B 69
Formaat: ESC i n ... n \
Maakt streepjescodes of uitgerekte tekens, afhankelijk van het segment van parameters 'n ... n'. Raadpleeg het onderdeel Definitie van parameters voor nadere informatie over deze parameters. De opdracht moet eindigen met de ' \ ' code (5CH).

Definitie van parameters

Deze opdracht voor streepjescodes kan de volgende parameters in het parametersegment (n ... n) hebben. Omdat parameters van kracht zijn binnen de enkele opdrachtsyntaxis ESC i n ... n \, zijn ze niet van toepassing in opdrachten voor streepjescodes. Als bepaalde parameters niet worden gespecificeerd, wordt hiervoor de vooringestelde waarde gebruikt. De laatste parameter moet het gegevensbegin van de streepjescode zijn ('b' of 'B') of het gegevensbegin van de uitgerekte tekens ('l' of 'L'). Andere parameters kunnen in willekeurige volgorde worden gespecificeerd. Elke parameter kan met een kleine letter of een hoofdletter beginnen, bijvoorbeeld: 't0' of 'T0', 's3' of 'S3' enz.

De modus voor de streepjescode

n = ‘t0’ of ‘T0’
CODE 39 (standaard)
n = ‘t1’ of ‘T1’
Interleaved 2 of 5
n = ‘t3’ of ‘T3’
FIM (US-Post Net)
n = ‘t4’ of ‘T4’
Post Net (US-Post Net)
n = ‘t5’ of ‘T5’
EAN 8, EAN 13 of UPC A
n = ‘t6’ of ‘T6’
UPC E
n = ‘t9’ of ‘T9’
Codabar
n = ‘t12’ of ‘T12’
Code 128 set A
n = ‘t13’ of ‘T13’
Code 128 set B
n = ‘t14’ of ‘T14’
Code 128 set C
n = ‘t130’ of ‘T130’
ISBN (EAN)
n = ‘t131’ of ‘T131’
ISBN (UPC-E)
n = ‘t132’ of ‘T132’
EAN 128 set A
n = ‘t133’ of ‘T133’
EAN 128 set B
n = ‘t134’ of ‘T134’
EAN 128 set C
Deze parameter selecteert de modus zoals hierboven aangegeven. Als n ‘t5’ of ‘T5’is, dan varieert de modus (EAN 8, EAN 13 of UPC A) afhankelijk van het aantal tekens in de gegevens.

Streepjescode, uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen

n = ‘s0’ of ‘S0’
3: 1 (standaard)
n = ‘s1’ of ‘S1’
2: 1
n = ‘s3’ of ‘S3’
2.5: 1
Deze parameter selecteert de stijl van de streepjescode zoals hierboven aangegeven. Als de modus EAN 8, EAN 13, UPC-A, Code 128 of EAN 128 is geselecteerd, wordt deze stijlparameter genegeerd.
Als ‘S’ door slechts één parameter wordt gevolgd, is de parameter een patroon voor voorgrondvulling.

Streepjescode

n = ‘mnnn’ of ‘Mnnn’ (nnn = 0 ˜ 32767)
Deze parameter specificeert de breedte van de streepjescode. De maateenheid van ‘nnn’ is een percentage.

Door mensen leesbare regel onder streepjescode AAN of UIT

n = ‘r0’ of ‘R0
Door mensen leesbare regel UIT
n = ‘r1’ of ‘R1
Door mensen leesbare regel AAN
Vooringesteld:
Door mensen leesbare regel AAN
 
(1) ‘T5’ of ‘t5’
 
(2) ‘T6’ of ‘t6’
 
(3) ‘T130’ of ‘t130’
 
(4) ‘T131’ of ‘t131’
Vooringesteld:
Door mensen leesbare regel UIT
Alle andere
Deze parameter specificeert of de printer de door mensen leesbare regel onder de streepjescode afdrukt. Door mensen leesbare tekens worden altijd afgedrukt met het lettertype OCR-B met een tekenbreedte van 10 en alle stijlverbeteringen worden genegeerd. De standaardinstelling wordt bepaald door de modus die is geselecteerd door 't' of 'T'.

Lege ruimte

n = ‘onnn’ of ‘Onnn’ (nnn = 0 ˜ 32767)
De lege ruimte is de ruimte aan weerskanten van de streepjescodes. De breedte ervan kan worden gespecificeerd met de maateenheden die worden bepaald door de parameter ‘u’ of ‘U’. (Raadpleeg het volgende onderdeel voor een omschrijving van de parameter ‘u’ of ‘U’.) De standaardinstelling voor de breedte van de lege ruimte is 2,54 cm.

Streepjescode, uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen

n = ‘u0’ of ‘U0’
mm (vooringesteld)
n = ‘u1’ of ‘U1’
1/10
n = ‘u2’ of ‘U2’
1/100
n = ‘u3’ of ‘U3’
1/12
n = ‘u4’ of ‘U4’
1/120
n = ‘u5’ of ‘U5’
1/10 mm
n = ‘u6’ of ‘U6’
1/300
n = ‘u7’ of ‘U7’
1/720
Deze parameter specificeert de maateenheden van de verschuiving ten opzichte van de X-as, de verschuiving ten opzichte van de Y-as en de hoogte van de streepjescode.

Verschuiving in X-as bij streepjescodes, uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen

n = ‘xnnn’ of ‘Xnnn’
Deze parameter specificeert de verschuiving vanaf de linkerkantlijn in de door ‘u’ of ‘U’ gespecificeerde maateenheid.

Verschuiving in Y-as bij streepjescodes en uitgerekte tekens

n = ‘ynnn’ of ‘Ynnn’
Deze parameter specificeert de verschuiving naar beneden vanaf de huidige printpositie in de door ‘u’ of ‘U’ gespecificeerde maateenheid.

Hoogte bij streepjescode, uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen

n = ‘hnnn’, ‘Hnnn’, ‘dnnn’, of ‘Dnnn’
1.
EAN13, EAN8, UPC-A, ISBN (EAN13, EAN8, UPC-A), ISBN (UPC-E): 22 mm
2.
UPC-E: 18 mm
3.
Diversen: 12 mm
Uitgerekte tekens Bsymbol.rarr2,2 mm (vooringesteld)
Lijnblokken tekenen en vakken tekenen Bsymbol.rarr1 dot
Deze parameter specificeert de hoogte van streepjescodes of uitgerekte tekens zoals hierboven aangegeven. Deze parameter kan beginnen met ‘h’, ‘H’, ‘d’, of ‘D’. De hoogte van streepjescodes wordt opgegeven in de door ‘u’ of ‘U’ gespecificeerde maateenheid. De standaardinstelling voor de hoogte van de streepjescode (12 mm, 18 mm of 22 mm) wordt bepaald door de modus die is geselecteerd door ‘t’ of ‘T’.

Breedte bij uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen

n = ‘wnnn’ of ‘Wnnn’
Uitgerekte tekens Bsymbol.rarr1,2 mm
Lijnblokken tekenen en vakken tekenen Bsymbol.rarr1 dot
Deze parameter specificeert de breedte van uitgerekte tekens zoals hierboven aangegeven.

Uitgerekte tekens roteren

n = ‘a0’ of ‘A0’
‘Rechtop (vooringesteld)
n = ‘a1’ of ‘A1’
‘90 graden gedraaid
n = ‘a2’ of ‘A2’
‘Ondersteboven, 180 graden gedraaid
n = ‘a3’ of ‘A3’
‘270 graden gedraaid

Gegevensbegin van streepjescode

n = ‘b’ of ‘B’
Gegevens achter ‘b’ of ‘B’ worden gelezen als gegevens in de streepjescode zelf. Gegevens in de streepjescode moeten eindigen met de code ‘ \ ’ (5CH), die ook deze opdracht afsluit. Welke gegevens er voor de streepjescode kunnen worden geaccepteerd, wordt bepaald door de modus die is geselecteerd door ‘t’ of ‘T’.
• 
Als CODE 39 is geselecteerd met de parameter 't0' of 'T0'
Drieënveertig tekens ‘0’ t/m ‘9’, ‘A’ t/m ‘Z’, ‘-’, ‘ . ’, ‘ (spatie)’, ‘$’, ‘ / ’, ‘+’ en ‘%’ worden als gegevens voor de streepjescode geaccepteerd. Als andere tekens worden gebruikt, komen er fouten in de gegevens te staan. Het aantal tekens dat in een streepjescode kan worden gebruikt, is onbeperkt. De gegevens in de streepjescode beginnen en eindigen automatisch met een sterretje ‘ * ’ (beginteken en stopteken). Als er aan het begin of aan het einde van de ontvangen gegevens een sterretje staat ‘ * ’, wordt dit sterretje als het beginteken of als het stopteken beschouwd.
• 
Als Interleaved 2 of 5 is geselecteerd met de parameter ‘t1’ of ‘T1’:
Dan worden de numerieke tekens ‘0’ t/m ‘9’ als gegevens in de streepjescode geaccepteerd. Als andere tekens worden gebruikt, komen er fouten in de gegevens te staan. Het aantal tekens dat in een streepjescode kan worden gebruikt, is onbeperkt. In deze modus worden even cijfers gebruikt. Als er een oneven cijfer in de gegevens in de streepjescode staat, wordt aan het einde van de gegevens in de streepjescode automatisch een ‘0’ toegevoegd.
• 
Als FIM (US-Post Net) is geselecteerd met de parameter ‘t3’ of ‘T3’:
Letters ‘A’ t/m ‘D’ zijn geldig en van de gegevens kan één cijfer worden afgedrukt. Er worden kleine letters en hoofdletters geaccepteerd.
• 
Als Post Net (US-Post Net) is geselecteerd met de parameter ‘t4’ of ‘T4’:
Cijfers ‘0’ t/m ‘9’ kunnen als gegevens worden gebruikt en deze gegevens moeten eindigen met een controlecijfer. ‘?’ kan worden gebruikt in plaats van het controlecijfer.
• 
Als EAN 8, EAN 13 of UPC A is geselecteerd met de parameter ‘t5’ of ‘T5’
Dan worden de cijfers ‘0’ t/m ‘9’ als gegevens in de streepjescode geaccepteerd. Het aantal tekens dat in een streepjescode kan worden gebruikt, is beperkt zoals hieronder aangegeven.
EAN 8: Totaal 8 cijfers (7 cijfers + 1 controlecijfer)
EAN 13: Totaal 13 cijfers (12 cijfers + 1 controlecijfer)
UPC A: Totaal 12 cijfers (11 cijfers + 1 controlecijfer)
Als er meer of minder cijfers worden gebruikt dan hierboven wordt aangegeven, sluipen er fouten in de gegevens en worden deze als normale gegevens afgedrukt. Als een onjuist controlecijfer wordt gebruikt, berekent de printer het controlecijfer automatisch, zodat toch de juiste streepjescode kan worden afgedrukt. Als EAN13 is geselecteerd en u een ‘+’ en een twee- of vijfcijferig nummer aan de gegevens toevoegt, kunt u een uitgebreide code maken.
• 
Als UPC-E is geselecteerd met de parameter ‘t6’ of ‘T6’:
Dan worden de cijfers ‘0’ t/m ‘9’ als gegevens in de streepjescode geaccepteerd.
Acht cijfers12
(standaardformaat) Het eerste teken moet een ‘0’ zijn en de gegevens moeten eindigen met een controlecijfer.
Totaal acht cijfers = ‘0’ plus 6 cijfers plus 1 controlecijfer.
Zes cijfers2
Het eerste teken en het laatste controlecijfer worden uit de achtcijferige gegevens verwijderd.
1
‘?’ kan worden gebruikt in plaats van een controlecijfer.
2
Als u een ‘+’ en een twee- of vijfcijferig nummer aan de gegevens toevoegt, kunt u een uitgebreide code maken.
• 
Als Codabar is geselecteerd met de parameter ‘t9’ of ‘T9’:
Tekens ‘0’ t/m ‘9’, ‘-’, ‘ . ’, ‘$’, ‘/’, ‘+’, ‘ : ’ kunnen worden afgedrukt. Letters ‘A’ t/m ‘D’ kunnen worden afgedrukt als een start-stop code en kunnen als kleine letters of hoofdletters worden ingevoerd. Zonder start-stop code zullen er fouten in de gegevens sluipen. U kunt geen controlecijfer toevoegen en als u ‘?’ gebruikt, zullen er fouten in de gegevens sluipen.
• 
Als Code 128 Set A, Set B of Set C is geselecteerd met de parameter ‘t12’ of ‘T12’, ‘t13’ of ‘T13’, of ‘t14’ of ‘T14’
Code 128 sets A, B en C kunnen afzonderlijk worden geselecteerd. Set A geeft tekens Hex 00 t/m 5F aan. Set B omvat tekens Hex 20 t/m 7F. Set C bevat numerieke paren 00 t/m 99. U kunt schakelen tussen de codesets door %A, %B, of %C te zenden. FNC 1, 2, 3 en 4 worden geproduceerd met %1, %2, %3 en %4. Met de SHIFT-code, %S kunt u tijdelijk schakelen (voor slechts een teken) tussen set A en set B en omgekeerd. Het teken ‘%’ kan worden gecodeerd door het tweemaal te zenden.
• 
Als ISBN (EAN) is geselecteerd met de parameter ‘t130’ of ‘T130’:
Dan gelden dezelfde regels als voor ‘t5’ of ‘T5’.
• 
Als ISBN (UPC-E) is geselecteerd met de parameter ‘t131’ of ‘T131’:
Dan gelden dezelfde regels als voor ‘t6’ of ‘T6’.
• 
Als EAN 128 set A, set B of set C is geselecteerd met respectievelijk de parameter ‘t132’ of ‘T132’, ‘t133’ of ‘T133’ of ‘t134’ of ‘T134’
Dan gelden dezelfde regels als voor ‘t12’ of ‘T12’, ‘t13’ of ‘T13’, of ‘t14’ of ‘T14’.

Vakken tekenen

ESC i ... E (of e)
‘E’ of ‘e’ is een afsluitteken.

Lijnblokken tekenen

ESC i ... V (of v)
‘V’ of ‘v’ is een afsluitteken.

Begin van gegevens van uitgerekte tekens

n = ‘l’ of ‘L’
Gegevens achter ‘l’ of ‘L’ worden gelezen als gegevens van de uitgerekte gegevens (of gegevens voor labellen). Gegevens in de uitgerekte tekens moeten eindigen met de ‘ \ ’ code (5CH), die ook deze opdracht afsluit.