1 | Zet de computer aan. (U moet met beheerdersbevoegdheden zijn aangemeld.) Sluit alle actieve applicaties alvorens de configuratie uit te voeren. |
2 | Plaats de meegeleverde cd-rom in uw cd-rom-station. Het eerste scherm wordt automatisch geopend. Selecteer uw printer en de taal. |
3 | Klik op De printerdriver installeren. |
4 | Klik op Bij gebruik van een draadloos netwerk.  Opmerking | Bij gebruik van Windows Vista™ klikt u op Toestaan wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt geopend. |
|
5 | Kies Draadloze installatie en driver installeren of Alleen draadloze installatie en klik op Volgende. |
6 | Lees de Belangrijke boodschap, selecteer het vakje nadat u de instelling hebt gecontroleerd en klik daarna op Volgende. |
7 | Kies Handmatig en klik op Volgende. |
8 | Voor de configuratie is het raadzaam dat u het draadloze apparaat van Brother (uw printer) tijdelijk met een netwerkkabel op een vrije poort van uw toegangspoort, hub of router aansluit. • | Als u tijdelijk via een netwerkkabel verbinding kunt maken: Kies Ik kan mijn apparaat tijdelijk met een netwerkkabel op de toegangspoort aansluiten en klik op Volgende. Ga naar 9. | • | Als u geen netwerkkabel hebt of het niet mogelijk is het draadloze apparaat van Brother tijdelijk op uw toegangspoort aan te sluiten: Kies Ik kan mijn apparaat niet met een netwerkkabel op de toegangspoort aansluiten en klik op Volgende. Ga naar 10. |
|
9 | Sluit het draadloze apparaat van Brother met een netwerkkabel op de toegangspoort aan en klik op Volgende. Ga naar 14. |
10 | Als u de optie Deze computer heeft draadloze functies hebt geselecteerd, moet u ook het vakje Ik gebruik een toegangspoort in infrastructuurmodus selecteren. Klik daarna op Volgende. Ga naar 12. Als u een bedrade computer gebruikt, kiest u De computer maakt via een netwerkkabel verbinding met het netwerk, waarna u de draadloze instellingen via het bedieningspaneel moet configureren. Klik op Voltooien en raadpleeg De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken. Als u de draadloze instellingen reeds hebt voltooid en in stap 5 besloot de printerdriver te installeren, klikt u op Volgende. Ga naar 11. |
11 | Selecteer het vakje om te bevestigen dat u de draadloze instellingen hebt voltooid en klik daarna op Volgende. |
12 | U moet de draadloze instellingen van de computer tijdelijk wijzigen. Volg de instructies op uw computerscherm. Vergeet niet om alle instellingen te noteren, zoals de SSID of het kanaal op de computer. U hebt deze nodig om de oorspronkelijke draadloze instellingen van de computer te herstellen. Klik daarna op Volgende. Item | Noteer de huidige draadloze instellingen van de computer | Communicatiemodus: (Infrastructuur / Ad-hoc) | | Kanaal: (1-14) | | Netwerknaam: (SSID/ESSID) | | Verificatiemethode: (Open systeem / Gedeelde sleutel / WPA/WPA2-PSK / LEAP) | | Versleuteling: (Geen / WEP / WPA / TKIP / AES/ CKIP) | | Sleutel: | |
|
13 | Om te kunnen communiceren met de niet-geconfigureerde draadloze printer, moet u de draadloze instellingen van deze computer tijdelijk wijzigen in de standaardinstellingen van de printer die op het scherm worden weergegeven. Selecteer het vakje nadat u deze instellingen hebt gecontroleerd en klik daarna op Volgende.  Opmerking • | Als u wordt gevraagd de computer opnieuw op te starten nadat de draadloze instellingen zijn gewijzigd, moet u de computer opnieuw opstarten. Keer daarna terug naar stap 3 en ga verder met de installatie, maar sla stap 12 en 13 over. | • | Bij gebruik van Windows Vista™: Volg de onderstaande stappen voor het tijdelijk wijzigen van de draadloze instellingen op uw computer: (1) | Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm. | (2) | Klik op Netwerk en internet en dan op het pictogram Netwerkcentrum. | (3) | Klik op Verbinding met een netwerk maken. | (4) | U ziet de SSID van de draadloze printer in de lijst. Selecteer SETUP en klik op Verbinding maken. | (5) | Klik op Toch verbinding maken en dan op Sluiten. | (6) | Klik bij bij Draadloze netwerkverbinding (SETUP) op Status weergeven. | (7) | lKlik op Details... en selecteer Gegevens van netwerkverbinding. Het kan een paar minuten duren voordat op uw scherm wordt weergegeven dat het IP-adres is veranderd van 0.0.0.0 in 169.254.x.x (waar x.x een nummer tussen de 1 en 254 is). |
| • | Bij gebruik van Windows® XP SP2: Volg de onderstaande stappen voor het tijdelijk wijzigen van de draadloze instellingen op uw computer: (1) | Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm. | (2) | Klik op het pictogram Netwerk- en internetverbindingen. | (3) | Klik op het pictogram Netwerkverbindingen. | (4) | Selecteer Draadloze netwerkverbinding en klik met de rechtermuisknop op deze optie. Klik op Beschikbare draadloze netwerken weergeven. | (5) | U ziet de SSID van de draadloze printer in de lijst. Selecteer SETUP en klik op Verbinding maken. | (6) | Controleer de status van de Draadloze netwerkverbinding. Het kan een paar minuten duren voordat op uw scherm wordt weergegeven dat het IP-adres is veranderd van 0.0.0.0 in 169.254.x.x (waar x.x een nummer tussen de 1 en 254 is). |
|
|
14 | Selecteer de printer die u wilt configureren en klik op Volgende. Is de lijst leeg, controleer dan dat de toegangspoort en de printer aanstaan en klik op Vernieuwen.  Opmerking | De standaardnaam van het knooppunt is BRNxxxxxx als u tijdelijk met een netwerkkabel verbinding maakt, of BRWxxxxxx als u zonder een netwerkkabel werkt (waar xxxxxx de laatste zes cijfers van het Ethernetadres zijn). |
|
15 | De wizard zoekt naar draadloze netwerken die voor de printer beschikbaar zijn. Kies de toegangspoort waaraan u de printer wilt koppelen en klik op Volgende.  Opmerking • | “SETUP” is de standaard SSID van de printer. U mag deze SSID niet kiezen. | • | Is de lijst leeg, controleer dan of de voeding van de toegangspoort is ingeschakeld en of deze de SSID doorgeeft, en controleer vervolgens of de printer en de toegangspoort zich binnen het bereik voor draadloze communicatie bevinden. Klik vervolgens op Vernieuwen. | • | Als uw toegangspoort de SSID niet doorgeeft, kunt u deze handmatig toevoegen door op de knop Toevoegen te klikken. Volg de instructies voor het invoeren van de Naam (SSID) en het kanaalnummer. |
|
16 | Als uw netwerk niet is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het volgende scherm weergegeven. Klik op OK om de configuratie voort te zetten en ga naar 18. |
17 | Als uw netwerk is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het volgende scherm weergegeven. Let er bij het configureren van de draadloze printer van Brother op, dat de configuratie overeenkomt met de instellingen van verificatie en versleuteling die op uw bestaande draadloze netwerk worden gebruikt. Kies de Verificatiemethode en Versleutelingsmodus in de keuzelijsten van deze vakjes. Toets vervolgens de Netwerksleutel in en klik op Volgende.  Opmerking • | Als u meer sleutels dan alleen WEP-sleutel1 wilt instellen, klikt u op Geavanceerd. | • | Als u de verificatie- of versleutelingsinstellingen van uw netwerk niet kent, moet u de netwerkbeheerder om deze gegevens vragen. |
|
18 | Klik op Volgende. De instellingen worden naar de printer gestuurd. De instellingen blijven ongewijzigd als u op Annuleren klikt.  Opmerking • | Als u het IP-adres van de printer handmatig wilt wijzigen, klikt u op IP-adres wijzigen en geeft u de benodigde IP-instellingen voor uw netwerk op. | • | Wanneer de draadloze instellingen naar de printer worden gestuurd, worden de instellingen van het bedieningspaneel automatisch gewijzigd in WLAN. |
|
19 | Volg de instructies op uw computerscherm. • | Indien u de configuratie met een netwerkkabel uitvoert: Koppel de netwerkkabel tussen de toegangspoort (hub of router) en de printer los en klik op Volgende. | • | Indien u de configuratie zonder een netwerkkabel uitvoert: Gebruik de informatie die u in 12 genoteerd hebt om de oorspronkelijke draadloze instellingen van uw computer te herstellen. Selecteer het vakje om deze stap te bevestigen en klik daarna op Volgende of Voltooien. |
|