De installatieprocedure varieert, afhankelijk van uw netwerkomgeving.
Configureren met gebruik van SecureEasySetup™
Als uw draadloze toegangspoort (A) SecureEasySetup™ ondersteunt, hebt u geen computer nodig om de printer te configureren. De toegangspoort (router) en uw printer kunnen automatisch onderhandelen met gebruik van de procedure SecureEasySetup™.
Configureren met tijdelijk gebruik van een netwerkkabel
Als er zich op het netwerk van de draadloze toegangspoort van de printer ook een Ethernethub of router bevindt, dan kunt u de hub of router tijdelijk met een Ethernetkabel (B) op de printer aansluiten. Dit vereenvoudigt het configureren van de printer. U kunt de printer dan op afstand vanaf een computer op het netwerk configureren.
Configureren met gebruik van een draadloze computer.
Als u een computer met draadloze functies hebt, moet u de draadloze instellingen van de computer op de ad-hoc modus instellen, zodat u rechtstreeks verbinding met de printer kunt maken om deze te configureren.