![]() ![]() | ![]() ![]() |
• | Op de printer moeten een certificaat en geheime sleutel zijn geïnstalleerd. Raadpleeg Een certificaat maken en installeren voor informatie over het installeren van een certificaat en geheime sleutel. |
• | Het HTTPS-protocol moet geactiveerd zijn. Raadpleeg De protocolinstellingen configureren voor informatie over het activeren van het HTTPS-protocol. |
1 | Start uw webbrowser. | ||
2 | Typ https://Algemene_Naam/ in uw browser. (Waar Algemene_Naam de algemene naam is die u aan het certificaat hebt togewezen, zoals een IP-adres, hostnaam of domeinnaam. Raadpleeg Een certificaat maken en installeren voor informatie over het toewijzen van een algemene naam aan het certificaat.)
| ||
3 | U hebt nu toegang tot de printer via HTTPS. |
Schakel de protocollen Telnet, FTP en TFTP uit. Toegang tot de machine via deze protocollen is niet veilig. Raadpleeg Beheer via een webbrowser gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen voor informatie over het configureren van de protocolinstellingen. |
![]() ![]() | ![]() ![]() |