![]() ![]() | ![]() ![]() |
• | Als u de printer op een netwerk wilt aansluiten, raden wij u aan om eerst contact met uw systeembeheerder op te nemen. U dient de draadloze netwerkinstellingen te kennen voordat u de installatie gaat uitvoeren. |
• | Als u de draadloze instellingen van de printer reeds geconfigureerd hebt, dient u de fabrieksinstellingen van de afdrukserver te herstellen (raadpleeg De standaardinstellingen van het netwerk herstellen). |
• | Als u persoonlijke firewallsoftware gebruikt (bijv. Windows Firewall), dient u deze uit te schakelen. Wanneer u zeker weet dat u kunt afdrukken, moet u de persoonlijke firewall weer activeren. |
• | Tijdens de configuratie moet tijdelijk een Ethernetkabel worden gebruikt. |
![]() ![]() | ![]() ![]() |