De draadloze netwerkprinter kan op drie manieren worden geconfigureerd: met het installatieprogramma op de cd-rom van Brother (aanbevolen), met de automatische draadloze instelmodus (1x drukken) of met de pinmethode van Wi-Fi Protected Setup™. De installatieprocedure varieert, afhankelijk van uw netwerkomgeving.

Opmerking
| Als u de draadloze instellingen in ad-hoc modus configureert, dient u het installatieprogramma van Brother te gebruiken, dat staat op de cd-rom die met de printer werd geleverd. |
De draadloze netwerkprinter configureren met het installatieprogramma op de cd-rom van Brother
Wij raden u aan het installatieprogramma van Brother te gebruiken. U vindt dit op de cd-rom die met de printer werd geleverd. Dit programma helpt u de printer op eenvoudige wijze voor het draadloze netwerk te configureren en de netwerksoftware en printerdriver te installeren, die u nodig hebt als u de printer op een draadloos netwerk wilt gebruiken. De instructies op het scherm leiden u door de juiste procedures, zodat u de draadloze netwerkprinter van Brother snel in gebruik kunt nemen. U dient de draadloze netwerkinstellingen te kennen voordat u de installatie gaat uitvoeren.
Configureren met tijdelijk gebruik van een netwerkkabel
Als er zich op het netwerk van de draadloze toegangspoort
(A) van de printer ook een Ethernethub of router bevindt, dan kunt u de hub of router tijdelijk met een Ethernetkabel
(B) op de printer aansluiten.Dit vereenvoudigt het configureren van de printer. U kunt de printer dan op afstand vanaf een computer op het netwerk configureren.