F Verklarende woordenlijst

Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brotherhandleidingen. Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft.
ADF (automatische documentinvoer)
Het document kan in de ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina om beurten automatisch wordt gescand.
Afstandsbediening
De mogelijkheid om via een toetstelefoon toegang krijgen tot uw machine.
ANTW.APP. (antwoordapparaat)
U kunt een extern ANTW.APP. op uw machine aansluiten.
Autom. verkleinen
Als deze functie is geactiveerd, wordt een inkomend faxbericht verkleind afgedrukt.
Automatisch een fax verzenden
Een fax verzenden zonder de hoorn van de externe telefoon op te nemen of op Telefoon/Intern te drukken.
Automatisch opnieuw kiezen
Een functie waarmee uw machine het laatste faxnummer na vijf minuten opnieuw kan kiezen, als de fax niet kon worden verzonden omdat de lijn bezet was.
Belvertraging
Het aantal keren dat in de stand Alleen Fax of Fax/Telefoon het belsignaal overgaat voordat de machine de oproep beantwoordt.
Belvolume
Instelling van het volume van het belsignaal van de machine.
Coderingsmethode
Methode voor het coderen van de informatie in een document. Alle faxmachines dienen de minimum standaard Modified Huffman (MH) te gebruiken. Uw machine is uitgerust met betere compressiemethodes, Modified Read (MR), Modified Modified Read (MMR), JBIG en JPEG die werken als de ontvangende machine over dezelfde mogelijkheden beschikt.
Communicatiefout (of comm. fout)
Een fout tijdens het verzenden of ontvangen van een fax, meestal veroorzaakt door ruis of statische elektriciteit op de lijn.
Compatibiliteitsgroep
De mogelijkheid van een faxapparaat om met een ander faxapparaat te communiceren. Tussen de ITU-T-groepen is compatibiliteit verzekerd.
Contrast
Instelling om te compenseren voor donkere of lichte documenten. Faxen of kopieën van donkere documenten worden lichter en omgekeerd.
Direct verzenden
Als het geheugen vol is, kunt u faxen onmiddellijk verzenden.
ECM (Foutencorrectie)
Deze functie controleert tijdens een faxtransmissie of er fouten optreden en verzendt de pagina’s met fouten opnieuw.
Eéntoetsnummer
Toetsen op het bedieningspaneel van de machine waarin u telefoonnummers kunt opslaan voor het snelkiezen. U kunt een tweede nummer op iedere toets programmeren door de Shift-toets samen met het ééntoetsnummer ingedrukt te houden.
Extern toestel
Een ANTW.APP. (antwoordapparaat) of telefoon die op uw machine is aangesloten.
F/T-beltijd
Het aantal keren dat de Brother-machine dubbel overgaat om u te waarschuwen dat u een normaal telefoongesprek moet beantwoorden (wanneer de ontvangstmodus op Fax/Tel staat).
Fax doorzenden
Met deze functie wordt een ontvangen fax, die in het geheugen is opgeslagen, doorgestuurd naar een ander vooraf geprogrammeerd nummer.
Fax Journaal
In het journaal staat informatie over de laatste 200 faxberichten die zijn ontvangen en verzonden. TX betekent verzonden. RX betekent ontvangen.
Fax opslaan
U kunt faxen in het geheugen opslaan.
Fax waarnemen
Deze functie zorgt ervoor dat uw machine toch op faxtonen reageert, als u de telefoon aanneemt en het een faxoproep blijkt te zijn.
Fax/Tel
In deze stand kunt u faxen en telefoontjes ontvangen. Gebruik deze stand niet, als u een antwoordapparaat (ANTW.APP.) hebt aangesloten.
Faxontvangstcode
Toets deze code in (Bsymbol.tone5 1) als u een faxoproep aanneemt vanaf een extern of een tweede toestel.
Faxtonen
De speciale tonen (geluidssignalen) die een faxmachine tijdens automatische transmissies uitzendt om de ontvangende machine te laten weten dat het een faxtransmissie betreft.
Faxtonen
De tonen die tijdens het verzenden en ontvangen van faxen door de faxmachines worden uitgezonden.
Fijne resolutie
Dit is een resolutie van 203 × 196 dpi. Wordt gebruikt voor afdrukken met kleine lettertjes en diagrammen.
Grijswaardenschaal
De grijstinten die voor het kopiëren en faxen van foto's worden gebruikt.
Groepsnummer
Een combinatie van ééntoets- en snelkiesnummers die zijn opgeslagen onder een ééntoetsnummer of een snelkieslocatie en die gebruikt worden voor het groepsverzenden.
Groepsverzenden
De mogelijkheid om één en hetzelfde faxbericht naar meer locaties zenden.
Handmatig faxen verzenden
Een fax verzenden door de hoorn van het externe toestel op te nemen of door op Telefoon/Intern te drukken, zodat u de faxontvangsttonen van de andere faxmachine kunt horen voordat u op Mono Start of Kleur Start drukt om het verzenden te beginnen.
Helplijst
Een afdruk van de complete menutabel, die u kunt gebruiken om uw machine te programmeren wanneer u de gebruikershandleiding niet bij de hand hebt.
Internationale modus
In deze stand worden de faxtonen tijdelijk gewijzigd om ruis en statische elektriciteit op internationale telefoonlijnen te onderdrukken.
Journaalperiode
De vooraf geprogrammeerde regelmaat waarmee de faxjournalen automatisch worden geprint. U kunt het faxjournaal desgewenst ook op elk ander tijdstip printen, zonder deze instelling op te heffen.
LCD-scherm (liquid crystal display)
Dit is het schermpje op uw machine waarop tijdens het programmeren meldingen verschijnen. Wanneer de machine inactief is, worden op dit schermpje de datum en de tijd weergegeven.
Lijst Gebruikersinstellingen
Een afgedrukt rapport met de huidige instellingen van de machine.
OCR (optical character recognition)
De meegeleverde software ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR of Presto!® PageManager® zet een afbeelding van tekst om in tekst met een bewerkbaar formaat.
Ontvangst zonder papier
Als deze functie is geactiveerd en het papier in uw machine op is, worden ontvangen faxen in het geheugen van de machine opgeslagen.
Pauze
Hiermee kunt u een pauze van 3,5 seconden in de kiesreeks van ééntoetsnummers en snelkiesnummers invoeren. Druk zo vaak op Herkies/Pauze als het aantal pauzes dat u wilt inlassen.
PictBridge
Hiermee kunt u foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een met PictBridge compatibele digitale camera. U gebruikt hiervoor een hoge resolutie voor een hoge afdrukkwaliteit.
Pollen
Het proces waarbij een faxmachine een andere faxmachine opbelt en daar faxberichten opvraagt.
Programmeermodus
De programmeermodus waarmee u de instellingen van uw machine kunt wijzigen.
Puls (voor Nederland)
Een kiesmethode met traditionele kiesschijf voor een telefoonlijn.
Reserveafdruk
Uw machine drukt een afschrift af van alle ontvangen faxen die in het geheugen werden opgeslagen. Dit is voor alle zekerheid, zodat u geen berichten verliest tijdens een stroomstoring.
Resolutie
Het aantal verticale en horizontale lijnen per inch.
Resterende taken
U kunt controleren welke geprogrammeerde faxtaken nog in het geheugen staan en deze taken afzonderlijk annuleren.
Scannen
De procedure waarmee een elektronische afbeelding van een papieren document naar uw computer wordt verzonden.
Snelkieslijst
Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor ééntoets- en snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst.
Snelkiezen
Een voorgeprogrammeerd nummer dat u snel kunt kiezen. Druk op de Zoeken/Snelkiezen-toets, voer de driecijferige locatie voor het snelkiesnummer in en druk op Mono Start of Kleur Start om het kiezen te starten.
Stations-ID
De opgeslagen informatie die bovenaan gefaxte pagina’s verschijnt. Het bevat de naam en het faxnummer van de verzender.
Taak annuleren
Hiermee annuleert u een geprogrammeerde afdruktaak en wist u het geheugen van de machine.
Tijdelijke instellingen
Voor elke faxtransmissie en kopie kunt u bepaalde opties selecteren zonder de standaardinstellingen te wijzigen.
Toegangscode op afstand
Uw eigen viercijferige code (– – –Bsymbol.tone) waarmee u uw machine kunt bellen en vanaf een ander toestel toegang tot uw machine kunt krijgen.
Toon (voor Nederland)
Een kiesmethode die gebruikt wordt bij toetstelefoons.
Transmissie
Het vanaf uw machine over de telefoonlijn verzenden van faxen naar een andere faxmachine.
Tweede toestel
Een telefoontoestel met hetzelfde nummer als de fax, maar dat op een afzonderlijk contact is aangesloten.
Tweevoudige werking
Uw machine kan uitgaande faxen of geprogrammeerde taken in het geheugen scannen, terwijl ze een fax aan het verzenden is of een binnenkomende fax aan het ontvangen of printen is.
Uitgestelde fax
Een fax die op een gespecificeerd later tijdstip van die dag wordt verzonden.
Verzamelzending
Een functie die kosten bespaart, en waarbij alle uitgestelde faxen naar hetzelfde faxnummer in één transmissie worden verzonden.
Verzendrapport
Dit is een lijst voor iedere transmissie met gegevens zoals datum, tijd en nummer.
Volume waarschuwingstoon
Instelling van het volume van het geluidssignaal dat u telkens hoort wanneer u een toets indrukt of een vergissing maakt.
Zoeken
Een elektronische lijst van ééntoetsnummers, snelkiesnummers en groepsnummers. De nummers staan in alfabetische volgorde in de lijst.