Opdrachten op afstand

U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van onderstaande opdrachten. Wanneer u de machine opbelt en uw toegangscode op afstand (3 cijfers gevolgd door Bsymbol.tone) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Opdrachten op afstand
Wat u moet doen
95
Wijzig de instellingen voor Fax doorzenden of Fax opslaan
 
1 UIT
U kunt Uit selecteren nadat u alle berichten hebt opgehaald of gewist.
2 Fax doorzenden
Eén lange toon betekent dat de wijziging is geaccepteerd. Als u drie korte piepjes hoort, kunt u geen wijzigingen maken omdat er niet aan een van de voorwaarden is voldaan (er is bijvoorbeeld geen nummer opgegeven waarnaar faxen moeten worden doorgestuurd. U kunt uw nummer voor het doorzenden van een fax invoeren bij 4. (Zie Het nummer voor fax doorzenden wijzigen.) Wanneer u het nummer hebt ingevoerd, functioneert fax doorzenden.
4 Nummer voor fax doorzenden
6 Fax opslaan
96
Een fax opvragen
 
2 Alle faxen opvragen
Toets het nummer in van de faxmachine waarop het opgeslagen faxbericht moet worden ontvangen. (Zie Faxberichten opvragen.)
3 Faxen in het geheugen wissen
Als u één lange toon hoort, zijn de faxberichten uit het geheugen gewist.
97
De ontvangststatus controleren
 
1 Fax
U kunt controleren of uw machine faxberichten heeft ontvangen. Als dat het geval is, hoort u één lange toon. Als er geen berichten zijn ontvangen, hoort u drie korte piepjes.
98
De ontvangststand wijzigen
 
1 Extern ANTW.APP.
Als u één lange toon hoort, is de wijziging geaccepteerd.
2 Fax/Tel
3 Uitsluitend fax
90
Afsluiten
Druk op 9 0 om de afstandsbediening af te sluiten. Wacht op de lange toon en leg vervolgens de hoorn op de haak.