Speciaal papier gebruiken

De machine functioneert goed met de meeste typen xerografisch en bankpostpapier. Sommige typen papier kunnen echter van invloed zijn op de afdrukkwaliteit of bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat. Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen van papier:
• 
Informeer de leverancier dat het papier of de enveloppen worden gebruikt in een kleur en lasermachine.
• 
De inkt op voorbedrukt papier moet bestand zijn tegen de temperatuur van het fuseerproces (200 graden Celcius gedurende 0,1 seconde).
• 
Als u katoenen bankpostpapier, papier met een ruw oppervlak zoals gerimpeld papier of papier met aangebrachte vernislaag of papier dat gekreukeld of gevouwen is hebt geselecteerd, kan het afdrukresultaat tegenvallen.

Te vermijden typen papier

Voorzichtig Voorzichtig
 
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier
• 
met een grove textuur
• 
dat extreem glad of glanzend is
• 
dat gekruld of scheef is
Figuur
1.
2 mm of groter
• 
dat gecoat is of een chemische vernislaag heeft
• 
dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
• 
dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
• 
met tabs en nietjes
• 
met een briefhoofd dat thermografisch gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand is
• 
dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon
• 
dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van de bovenstaande typen papier gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze schade wordt niet gedekt door enige garantie- of service-overeenkomst met Brother.
 

Enveloppen

De meeste enveloppen zijn geschikt voor deze machine. Sommige vormen enveloppen kunnen echter mogelijk problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. Een geschikte envelop heeft randen met rechte, scherpe vouwen en de rand mag niet dikker zijn dan twee vellen papier. De envelop moet vlak liggen en mag niet zakachtig of flodderig zijn. Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een leverancier die weet dat u de enveloppen gaat gebruiken in een lasermachine.
Enveloppen kunnen alleen worden ingevoerd via de MP-lade.
Controleer het volgende voordat u enveloppen in de lade plaatst:
• 
De flap van de envelop dient zich aan de lengtezijde te bevinden.
• 
De flappen dienen scherp en correct te zijn gevouwen (onregelmatig gesneden of gevouwen enveloppen kunnen papierstoringen veroorzaken).
• 
Enveloppen dienenuit twee lagen te bestaan in de hieronder omcirkelde gedeelten.
Figuur
1.
Invoerrichting
Opmerking Opmerking
• 
Voordat u op enveloppen afdrukt, dient u de stapel los te waaieren om papierstoringen te voorkomen.
• 
Maak voordat u een groot aantal enveloppen afdrukt een proefafdruk om zeker te zijn van het afdrukresultaat.
• 
Door de fabrikant geplakte voegen dienen stevig te zijn.
• 
Plaats NOOIT verschillende typen papier tegelijk in de papierlade. Hierdoor kunnen papierstoringen optreden.
• 
Voor een goed afdrukresultaat dient u hetzelfde papierformaat in te stellen in uw softwaretoepassing als het papier dat zich in de lade bevindt.
• 
We raden u aan niet binnen een marge van 15 mm van de randen van de envelop af te drukken.
• 

Te vermijden typen enveloppen

Voorzichtig Voorzichtig
 
Gebruik GEEN enveloppen
• 
die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben
• 
die extreem glanzend zijn of een grove structuur hebben
• 
met klemmetjes, nietjes of dichtbinders
• 
met zelfklevende plakrand
• 
die zakachtig zijn
• 
die niet scherp gevouwen zijn
• 
die van reliëf zijn voorzien
• 
die eerder zijn bedrukt door een lasermachine
• 
die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
• 
die niet netjes op elkaar kunnen worden gestapeld
• 
die gemaakt zijn van papier dat zwaarder is dan het gespecificeerde papiergewicht voor de machine
• 
met randen die niet recht of regelmatig zijn
• 
met vensters, gaten, uitsparingen of perforaties
• 
met lijm op het oppervlak zoals hieronder getoond
Figuur
• 
met dubbele flappen zoals hieronder getoond
Figuur
• 
met flappen die niet zijn gevouwen bij aankoop
• 
met flappen zoals hieronder getoond
Figuur
• 
met beide zijden gevouwen zoals hieronder getoond
Figuur
Als u een van de bovenstaande typen enveloppen gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze schade wordt niet gedekt door enige garantie- of service-overeenkomst met Brother.
De dikte, het formaat en de flapvorm van de enveloppen die u gebruikt, kunnen tot invoerproblemen leiden.

Etiketten

De machine kan afdrukken op de meeste typen etiketten die bedoeld zijn voor een lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag op basis van acryl te hebben omdat dit materiaal beter bestand is tegen de hoge temperaturen in de fuser unit. De plaklaag dient niet in contact te komen met enig deel van de machine, omdat de etiketten dan aan de riemeenheid of rollen blijven kleven waardoor papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag geen plaklaag open liggen tussen de etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt worden dat de volledige lengte en breedte van het vel bedekt zijn. Het gebruik van ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het loslaten van etiketten waardoor ernstige papierstoringen of afdrukproblemen kunnen ontstaan.
Etiketten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 graden Celsius, gedurende 0,1 seconden.
Etikettenvellen mogen niet zwaarder zijn dan het gewicht dat in deze gebruikershandleiding is gespecificeerd. Etiketten die deze specificatie overschrijden worden mogelijk niet goed ingevoerd of afgedrukt en kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Etiketten kunnen alleen worden ingevoerd via de MP-lade.

Te vermijden typen etiketten

Gebruik geen etiketten die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben.
Figuur
Voorzichtig Voorzichtig
 
Voer geen gedeeltelijk gebruikte etikettenvellen in. Het onbedekte draagvel kan schade toebrengen aan de machine.