Hiermee kunt u de PC en een printerdriver voor geavanceerde kopieerbewerkingen gebruiken. U kunt een pagina op de machine scannen en kopieën afdrukken met een van de functies van de printerdriver voor de machine, of u kunt de kopieën naar een standaard printerdriver verzenden die op de PC is geïnstalleerd, ook netwerkprinters.
U kunt de gewenste instellingen op maximaal vier knoppen configureren.
De knoppen Kopie1 tot en met Kopie4 kunnen worden aangepast, zodat u geavanceerde kopieerfuncties kunt gebruiken zoals N in 1-afdrukken.
Voordat u de knoppen Kopie kunt gebruiken, moet u de printerdriver configureren door met de rechtermuisknop op de knop te klikken en Configuratie ControlCenter te selecteren.
Voer een naam in het tekstveld Voer een naam in voor de kopieerknop (max. 30 tekens) in en selecteer Kopieer Reden.
Selecteer de te gebruiken instellingen voor Resolutie, Type Scan, Documentgrootte, Scannerinterface weergeven, Helderheid en Contrast.
Voordat de configuratie van de knop Kopie voltooid is, selecteert u de Naam Printer. Als u de instellingen van de printerdriver wilt weergeven, klikt u op de knop Printer Opties... en vervolgens op Eigenschappen....
In het dialoogvenster van de instellingen van de printerdriver, kunt u de geavanceerde instellingen voor afdrukken kiezen.

Opmerking
| De kopieerknoppen kunnen pas worden gebruikt nadat u ze allemaal hebt geconfigureerd. |