Opties apparaat

Scherm
U kunt de volgende printerfuncties wijzigen:
• 
Afdruk beveiligen
• 
Snelle printerinstelling
• 
Macro (alleen MFC-7840W en DCP-7045N)
• 
Kop/Voetregel printen
• 
Dichtheid afstelling
• 
Uitvoer verbeteren
• 
Afdruk beveiligen
Beveiligde documenten zijn documenten die met een wachtwoord zijn beveiligd toen ze naar de machine werden verzonden. Alleen mensen die over het wachtwoord beschikken, kunnen de beveiligde documenten afdrukken. Omdat de documenten in de machine zijn beveiligd, moet u een wachtwoord via het bedieningspaneel van de machine invoeren om deze documenten af te drukken.
Een beveiligd document verzenden:
1
Selecteer Afdruk beveiligen in het menu Printerfunctie en vink Afdruk beveiligen aan.
2
Voer uw wachtwoord, gebruikersnaam en de naam van de taak in en klik op OK.
3
U moet de beveiligde documenten afdrukken via het bedieningspaneel van de machine. (Zie De toets Veilig Afdrukken (alleen MFC-modellen).)
Een beveiligd document verwijderen:
U moet het bedieningspaneel van de machine gebruiken om een beveiligd document te verwijderen. (Zie De toets Veilig Afdrukken (alleen MFC-modellen).)
• 
Snelle printerinstelling
Met deze functie kunt u snel driverinstellingen selecteren door op het pictogram op de taakbalk te klikken.
U kunt de snelle printerinstelling in- of uitschakelen. Door de selectievakjes voor de volgende functies te selecteren, kunt u selecteren welke functies beschikbaar zijn in de snelle printerinstelling.
• 
Meerdere pag. afdrukken
• 
Handmatig tweezijdig afdrukken
• 
Toner-bespaarstand
• 
Papierinvoer
• 
Soort papier
• 
Macro
U kunt een pagina van een document als een macro opslaan in het geheugen van de printer. U kunt de opgeslagen macro ook uitvoeren (en de opgeslagen macro gebruiken als overlay voor een document). Daarmee bespaart u tijd en verbetert u de afdruksnelheid voor veelgebruikte items als formulieren, bedrijfslogo's, briefhoofdindelingen of facturen.
• 
Kop/Voetregel printen
Als deze functie is ingeschakeld, worden de datum en de tijd van de klok van uw computersysteem en de inlog-gebruikersnaam of de tekst die u hebt ingevoerd, afgedrukt. Door op Instelling te klikken, kunt u deze informatie aanpassen.
• 
ID printen
Indien u Inlog-gebruikersnaam selecteert, wordt de inlog-gebruikersnaam van uw PC afgedrukt. Als u Afwijkend selecteert en de tekst invoert in het bijwerkvenster van Afwijkend, wordt de tekst die u hebt ingevoerd afgedrukt.
• 
Dichtheid afstelling
Hiermee vergroot of verkleint u de printdichtheid.
Opmerking Opmerking
 
Dichtheid afstelling is niet beschikbaar wanneer u de resolutie instelt op HQ 1200.
• 
Uitvoer verbeteren
Met deze functie kunt u de afdrukkwaliteit verbeteren.
• 
Omkrullen van papier voorkomen
Als u deze instelling selecteert, kan het kreuken van papier worden verminderd.
Als u slechts enkele pagina's afdrukt, hoeft u deze instelling niet te selecteren. Wijzig de instelling van de printerdriver bij Soort papier in een dunne instelling.
• 
Tonerhechting verbeteren
Als u deze instelling selecteert, kan de hechting van de toner op het papier worden verbeterd. Als met deze functie de kwaliteit niet voldoende wordt verbeterd, selecteert u Dikker papier bij de instellingen voor Soort papier.