Online Gebruikershandleiding
DCP‑J4120DW / MFC‑J4420DW / MFC‑J4620DW / MFC‑J4625DW / MFC‑J5320DW / MFC‑J5620DW / MFC‑J5625DW / MFC‑J5720DW / MFC‑J5920DW
- Voordat u uw Brother-machine gebruikt
- Aanbevolen browsers
- Modellen
- Definities van opmerkingen
- Belangrijke opmerking
- Kennismaken met uw Brother Machine
- Overzicht van het bedieningspaneel
- Overzicht van het touchscreen-LCD
- Overzicht instellingenscherm
- Bediening van het touchscreen
- Het gereedscherm instellen
- Toegang krijgen tot Brother Utilities (Windows®)
- Papierverwerking
- Papier plaatsen
- Papier in papierlade 1 plaatsen
- Papier van A4-, Letter- of Executive-formaat in lade 1 plaatsen
- Papier van A3-, Ledger- of Legal-formaat in papierlade 1 plaatsen
- Fotopapier in lade 1 plaatsen
- Enveloppen in lade 1 plaatsen
- Papier in papierlade 2 plaatsen
- Papier van A4- of Letter-formaat in lade 2 plaatsen
- Papier van A3-, Ledger- of Legal-formaat in lade 2 plaatsen
- Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MF-lade)
- Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
- Onbedrukbaar gedeelte
- Papierinstellingen
- Het papiertype wijzigen
- Het papierformaat wijzigen
- De papiergrootte en -soort wijzigen
- De instelling van de papiercontrole wijzigen
- Ladegebruik in kopieermodus wijzigen
- Ladegebruik in faxmodus wijzigen
- Ladegebruik in fotomodus wijzigen
- De ladeprioriteit wijzigen
- Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
- Aanbevolen afdrukmedia
- Afdrukmedia behandelen en gebruiken
- Over enveloppen
- De juiste afdrukmedia selecteren
- Type en formaat papier voor elke functie
- Afdrukstand en capaciteit van de papierladen
- Afdrukstand bij gebruik van Gebruikergedefinieerd als papierformaat in de printerdriver
- Papiergewicht en -dikte
- Papier in papierlade 1 plaatsen
- Documenten plaatsen
- Documenten plaatsen in de automatische documentinvoer (ADF)
- Documenten op de glasplaat plaatsen
- Onscanbaar gedeelte
- Afdrukken
- Alvorens af te drukken
- Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
- Standaard afdrukmethoden (Windows®)
- Foto's afdrukken (Windows®)
- Documenten afdrukken (Windows®)
- Afdrukvoorbeeld (Windows®)
- Annuleer een afdruktaak (Windows®)
- Het papierformaat wijzigen (Windows®)
- Maak een aangepast papierformaat aan (Windows®)
- Afdrukken zonder rand (Windows®)
- Wijzig de afdrukrichting (Staand of Liggend) (Windows®)
- Meerdere exemplaren van hetzelfde document afdrukken (Windows®)
- Het mediatype wijzigen (Windows®)
- Afdrukken op langzaam drogend papier (Windows®)
- De afdrukkwaliteit wijzigen (Windows®)
- De kleurmodus wijzigen (Windows®)
- Meer dan één pagina op één vel papier (N-in-1) afdrukken (Windows®)
- Afdrukken als poster (Windows®)
- Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Windows®)
- Druk automatisch af als folder (Windows®)
- Wijzig de papierbron (Windows®)
- Geavanceerde afdrukmethoden (Windows®)
- Een document in kleur in grijstinten afdrukken (Windows®)
- De kleurinstellingen van uw afdruk wijzigen (Windows®)
- De prioriteit voor de afdrukkwaliteit en afdruksnelheid wijzigen (Windows®)
- Het afdrukken van patronen wijzigen (Windows®)
- In de Inktbespaarstand afdrukken (Windows®)
- Geschaald afdrukken (Windows®)
- In spiegelbeeld afdrukken (Windows®)
- Ondersteboven afdrukken (Windows®)
- Een watermerk aan het afgedrukte document toevoegen (Windows®)
- De datum, tijd en pc-aanmeldnaam op het document afdrukken (Kop/Voetregel printen) (Windows®)
- De afdrukkwaliteit en -snelheid aanpassen door de overdrachtsmodus voor afdrukgegevens te wijzigen (Windows®)
- De methode voor de weergave van halftonen selecteren (Windows®)
- De kleur van afdrukken aanpassen aan de kleuren op het scherm (Windows®)
- Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen bij het afdrukken op beide zijden van het papier (Windows®)
- De kleurgegevens van de printer ophalen (Windows®)
- Een archiefbestand van de afdrukgegevens opslaan (Windows®)
- Selecteer een afdrukprofiel (Windows®)
- Een afdrukprofiel toevoegen (Windows®)
- Een afdrukprofiel verwijderen (Windows®)
- Wijzig de standaard printerinstellingen (Windows®)
- Standaard afdrukmethoden (Windows®)
- Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
- Foto's afdrukken (Macintosh)
- Druk een document af (Macintosh)
- Stel afdrukopties in (Macintosh)
- Druk meerdere kopieën van hetzelfde document af (Macintosh)
- Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Macintosh)
- Het papierformaat wijzigen (Macintosh)
- Maak een aangepast formaat aan (Macintosh)
- Afdrukken zonder rand (Macintosh)
- Wijzig de afdrukrichting (Staand of Liggend) (Macintosh)
- Druk meer dan één pagina af op één vel papier (N-in-1) (Macintosh)
- Ondersteboven afdrukken (Macintosh)
- Horizontaal omkeren (Macintosh)
- Geschaald afdrukken (Macintosh)
- Het mediatype wijzigen (Macintosh)
- De afdrukkwaliteit wijzigen (Macintosh)
- Druk een document in kleur af in grijstinten (Macintosh)
- Verklein of vergroot de documentlay-out (Macintosh)
- De papierbron wijzigen (Macintosh)
- De afdrukkwaliteit en -snelheid aanpassen door de overdrachtsmodus voor afdrukgegevens te wijzigen (Macintosh)
- Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen bij het afdrukken op beide zijden van het papier (Macintosh)
- De kleurgegevens van de printer ophalen (Macintosh)
- De papierdikte wijzigen (Macintosh)
- De prioriteit voor de afdrukkwaliteit en afdruksnelheid wijzigen (Macintosh)
- De kleurmodus wijzigen (Macintosh)
- De kleurinstellingen van uw afdruk wijzigen (Macintosh)
- De methode voor de weergave van halftonen selecteren (Macintosh)
- Afdrukken met NFC (Near-Field Communication)
- Scannen
- Alvorens te scannen
- Netwerkscannen configureren voor Windows®
- Configureer netwerkscannen voor Macintosh
- Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
- Foto's en afbeeldingen scannen
- Gescande gegevens als een PDF-bestand in een map opslaan
- Gescande gegevens naar een geheugenkaart of USB-flashstation opslaan
- Een geheugenkaart of USB-flashstation gebruiken
- Instellingen voor Scannen naar media
- De standaardinstellingen voor Scannen naar media wijzigen
- Instellingen terugzetten naar de fabriekswaarden
- Meerdere visitekaartjes en foto's scannen (Automatisch bijsnijden)
- Scannen naar een editeerbaar tekstbestand met tekenherkenningssoftware (OCR)
- Scannen naar e-mailbijlage
- Gescande gegevens naar een e-mailserver verzenden
- Scan naar FTP
- Een Scannen naar FTP-profiel instellen
- Gescande gegevens naar een FTP-server uploaden
- Scan naar netwerk (Windows®)
- Een Scannen naar netwerk-profiel instellen
- De datum en tijd instellen met Beheer via een webbrowser
- Gescande gegevens naar een CIFS-server uploaden
- Een Scannen naar netwerk-profiel instellen
- Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows Vista® SP2 of recenter, Windows® 7 en Windows® 8)
- Scannen met Web Services vanaf de machine van Brother (Windows Vista® SP2 of recenter, Windows® 7 en Windows® 8)
- Scaninstellingen voor Web Services configureren
- De Instellingen van de Scan-knop via ControlCenter4 (Windows®) wijzigen
- De Instellingen van de Scan-knop met ControlCenter2 (Macintosh) wijzingen
- Scannen vanaf uw computer (Windows®)
- Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Selecteer het documenttype met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Aangepaste scaninstellingen (Windows®)
- De scangrootte wijzigen met behulp van de home-modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Snijd een gescand beeld bij met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Druk gescande gegevens af met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Open met een toepassing met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Selecteer het documenttype met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan automatisch beide zijden van een document met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Beide zijden van een ID-kaart scannen met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Gescande gegevens op een SharePoint®-server opslaan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Meerdere visitekaartjes en foto's tegelijk scannen (Automatisch bijsnijden) met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scannen naar een toepassing met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan naar een e-mailbijlage met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scannen naar een editeerbaar tekstbestand (OCR) met de Home-modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scannen naar een Office-bestand met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan automatisch beide zijden van een document met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Beide zijden van een ID-kaart scannen met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Gescande gegevens op een SharePoint®-server opslaan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Meerdere visitekaartjes en foto's tegelijk scannen (Automatisch bijsnijden) met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan naar een e-mailbijlage met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scannen naar een Office-bestand met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan met Nuance™ PaperPort™ 12SE of andere Windows®-toepassingen
- TWAIN-driverinstellingen (Windows®)
- Scan met Windows® Photo Gallery of Windows® Faxen en scannen
- WIA-driver instellen (Windows®)
- BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer installeren
- Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scannen vanaf uw computer (Macintosh)
- Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scan documenten en foto's met Using ControlCenter2 (Macintosh)
- Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scan automatisch beide zijden van een document met ControlCenter2 (Macintosh)
- Beide zijden van een ID-kaart scannen met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scan naar een e-mailbijlage met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scannen naar een Office-bestand met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scannen met Presto! PageManager of andere TWAIN-toepassingen (Macintosh)
- TWAIN-driverinstellingen (Macintosh)
- NewSoft Technische ondersteuning
- Scannen met Apple Image Capture (ICA-driver)
- ICA-driverinstellingen
- Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scannen met NFC (Near-Field Communication)
- Kopiëren
- Een document kopiëren
- Gebruik de A3-kopieersnelkoppelingen
- Vooraf ingestelde kopieerinstellingen
- Kopieeropties
- De kopieerinstellingen wijzigen
- De kopieerkwaliteit wijzigen
- Het papiertype voor kopieën wijzigen
- De papiergrootte voor kopieën wijzigen
- De lade-instelling voor kopieën wijzigen
- Gekopieerde afbeeldingen vergroten of verkleinen
- De kopieerdichtheid aanpassen
- Kopiëren ordenen met behulp van de ADF (automatische documentinvoer)
- N-in-1-kopieën of een poster maken met de functie paginalay-out
- Paginalay-outopties voor kopieën
- Beide zijden van een identiteitskaart op één pagina kopiëren
- Op beide zijden van het papier kopiëren (eenzijdig naar dubbelzijdig)
- Op beide zijden van het papier kopiëren (tweezijdig naar tweezijdig/tweezijdig naar eenzijdig)
- De geavanceerde kopieerinstellingen wijzigen
- Kopiëren in inkt besparen-modus
- Kopiëren op dun papier
- Pagina's uit een boek kopiëren
- Een watermerk aan de kopie toevoegen
- Achtergrondkleur van het gekopieerde document verwijderen
- Kopieeropties als snelkoppelingen opslaan
- Faxen
- Een fax verzenden
- Een fax verzenden
- Instellingen voor het verzenden van een fax selecteren of wijzigen
- De faxresolutie wijzigen
- Het contrast van de fax wijzigen
- Een dubbelzijdige fax vanuit de ADF verzenden
- Een fax handmatig verzenden
- Scangrootte van de glasplaat voor faxen instellen
- Een kleurenfax verzenden
- Uitgaande faxen vooraf bekijken
- Een fax verzenden met behulp van geschiedenis van uitgaande oproepen
- Faxen verzenden via het overzicht nummerweergave
- Een fax verzenden aan het einde van een gesprek
- Tweevoudige werking gebruiken om faxen gelijktijdig te kiezen, scannen, verzenden en ontvangen
- Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden (groepsverzenden)
- Een aan de gang zijnde groepsverzending annuleren
- Een fax in realtime verzenden
- Een internationale fax verzenden
- Een fax verzenden op een specifiek tijdstip (uitgestelde fax)
- Een uitgestelde groepsverzending plannen
- Een fax die wordt verzonden annuleren
- Een hangende fax controleren en annuleren
- Uw faxinstellingen als de nieuwe standaard opslaan
- Alle faxinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen
- Faxopties als een snelkoppeling opslaan
- Faxen pollen
- Verzend Pollen
- Instellen voor Verzend pollen
- Beveiligd pollen instellen
- Verzend Pollen
- Faxen ontvangen
- Instellingen ontvangstmodus
- Ontvangstmodus
- Kies de juiste ontvangstmodus
- Stel het aantal keren in dat de machine overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
- De F/T-beltijd (dubbel belsignaal) instellen
- Stel Fax waarnemen in
- Faxvoorbeeld
- Stel Faxvoorbeeld in
- Afdrukvoorbeeld nieuwe faxen
- Een ontvangen fax afdrukken
- Alle ontvangen faxen in de lijst afdrukken
- Alle ontvangen faxen in de lijst verwijderen
- Faxvoorbeeld uitschakelen
- Extra handelingen bij het ontvangen
- De paginagrootte van een te grote inkomende fax verkleinen
- De faxontvangststempel instellen
- Een fax ontvangen aan het einde van een telefoongesprek
- Opties voor geheugenontvangst
- Inkomende faxen doorzenden naar een andere machine
- Inkomende faxen in het machinegeheugen opslaan
- Gebruik PC-Fax Ontvangen om ontvangen faxen over te brengen naar uw computer (alleen Windows®)
- Opties voor ontvangst in geheugen wijzigen
- Ontvangst in geheugen uitschakelen
- Een fax in het geheugen van de machine afdrukken
- Afstandsbediening
- Stel een toegangscode op afstand in
- Uw toegangscode op afstand gebruiken
- Opdrachten voor afstandsbediening
- Faxen van op afstand doorsturen
- Wijzig het nummer voor fax doorzenden
- Faxen pollen
- Ontvang pollen
- Instellen voor Ontvang pollen
- Ontvang Pollen met een beveiligingscode instellen
- Instellen om Uitgesteld pollen te ontvangen
- Instellen voor Opeenvolgend pollen ontvangen
- Annuleer een opeenvolgende pollingtaak
- Pollen stoppen
- Ontvang pollen
- Faxen in het geheugen ontvangen wanneer de papierlade leeg is
- Instellingen ontvangstmodus
- Faxnummers kiezen en opslaan
- Hoe kiezen
- Handmatig kiezen
- Kiezen van uit het adresboek
- Een faxnummer opnieuw kiezen
- Voicehandelingen
- Een telefoongesprek aannemen in de ontvangstmodus Fax/Telefoon
- Meer manieren om nummers te kiezen
- Adresboeknummers combineren
- Hoe nummers opslaan
- Nummers opslaan
- Adresboeknummers opslaan
- Adresboeknummers van uitgaande oproepen opslaan
- Adresboeknummers van de geschiedenis van nummerweergave bewaren
- Namen of nummers in het adresboek wijzigen
- Groepen voor groepsverzenden instellen
- Een groepsnaam wijzigen
- Een groep wissen
- Groepsleden toevoegen of wissen
- Nummers opslaan
- Hoe kiezen
- Telefoondiensten en externe apparaten
- Nummerweergave
- Nummerweergave inschakelen
- Het type telefoonlijn instellen
- PBX en doorverbinden
- Bellen via internet (VoIP) /Telefoonlijnstoring
- Extern ANTW.APP. (antwoordapparaat)
- Een extern antwoordapparaat aansluiten
- Een uitgaand bericht (OGM) op uw externe antwoordapparaat opnemen
- Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
- Externe en tweede toestellen
- Een extern of tweede toestel aansluiten
- Werken met externe of tweede toestellen
- Codes op afstand gebruiken
- De codes voor afstandsbediening wijzigen
- Nummerweergave
- Faxrapporten
- Een verzendrapport afdrukken
- Een faxjournaal afdrukken
- PC-FAX
- PC-FAX voor Windows®
- Overzicht van PC-FAX (Windows®)
- PC-FAX configureren (Windows®)
- Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows®)
- Een lid aan het adresboek toevoegen (Windows®)
- Een groep in het adresboek aanmaken (Windows®)
- Informatie van een lid of groep bewerken (Windows®)
- Een lid of groep wissen (Windows®)
- Het adresboek exporteren (Windows®)
- Informatie importeren naar het adresboek (Windows®)
- Een fax verzenden met PC-FAX (Windows®)
- Instellingen van het voorblad (Windows®)
- Een fax verzenden vanaf ControlCenter4 met PC-FAX (Windows®)
- Zend een gescande afbeelding als fax met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Zend een gescande afbeelding als fax met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- De voor PC-FAX verzenden gebruikte poort wijzigen (Windows®)
- Ontvang faxen op uw computer (Windows®)
- Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows®)
- PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows®)
- Stel uw computer in voor PC-FAX Ontvangen (Windows®)
- Configureer de instellingen voor PC-FAX Ontvangen via het netwerk (Windows®)
- Ontvangen berichten bekijken (Windows®)
- PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows®)
- Faxen bekijken en afdrukken met behulp van ControlCenter4 (Windows®)
- Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows®)
- Overzicht van PC-FAX (Windows®)
- PC-FAX voor Macintosh
- Overzicht van PC-FAX (Macintosh)
- Zend faxen vanuit uw toepassing (Macintosh)
- PC-FAX voor Windows®
- PhotoCapture Center
- Foto's rechtstreeks vanaf media afdrukken
- Compatibele geheugenkaarten en USB-flashstations
- Compatibele media en mapstructuren
- Foto's vanaf media afdrukken met de knop Foto op de Brother-machine
- Geselecteerde foto's en filmbestanden vanaf media bekijken en afdrukken
- Alle foto's bekijken en afdrukken vanaf media
- Een foto-index (miniaturen) vanaf media afdrukken
- Foto's afdrukken vanaf media aan de hand van het afbeeldingsnummer
- Foto's verbeteren met verschillende bewerkingsopties
- Foto's afdrukken met aangepast bijsnijden
- Pasfoto's afdrukken
- Een foto tijdens een diavoorstelling afdrukken vanaf media
- Foto's vanaf media afdrukken in DPOF-formaat (Digital Print Order Format)
- Foto's afdrukken met automatisch bijsnijden
- Foto's zonder rand afdrukken vanaf media
- De datum die in de fotogegevens is opgenomen afdrukken
- De afdrukinstellingen voor het afdrukken van foto's vanaf media wijzigen
- Afdrukinstellingen voor foto's
- De afdrukkwaliteit voor het afdrukken van foto's vanaf media wijzigen
- De papiersoort voor het afdrukken van foto's vanaf media wijzigen
- Het papierformaat en afdrukformaat voor het afdrukken van foto's vanaf media wijzigen
- De afdruklay-out voor het afdrukken van foto's vanaf media wijzigen
- De lade-instelling voor het afdrukken van foto's vanaf media wijzigen
- Het juiste effect toepassen op het afdrukken van foto's van media (Autocorrectie)
- Het helderheidsniveau voor afdrukken van foto's vanaf media aanpassen
- Het contrast voor afdrukken van foto's vanaf media aanpassen
- De kleurverbetering voor afdrukken van foto's vanaf media aanpassen
- Uw gewijzigde instellingen als nieuwe standaardinstellingen opslaan
- Alle fabrieksinstellingen voor foto's herstellen
- Foto's van andere media naar een computer kopiëren
- Alvorens foto's te kopiëren
- Foto's kopiëren van media bij een lokale verbinding (Windows®)
- Foto's kopiëren van media bij een netwerkverbinding (Windows®)
- Foto's kopiëren van media bij een lokale verbinding (Macintosh)
- Foto's kopiëren van media bij een netwerkverbinding (Macintosh)
- Foto's kopiëren vanaf media met ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation naar uw computer kopiëren in de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation naar uw computer kopiëren in de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's vanaf een geheugenkaart of een USB-flashstation naar uw computer kopiëren en een toepassing starten in de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's afdrukken vanaf een computer
- Foto's afdrukken vanuit ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's bijsnijden vanuit ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's automatisch corrigeren met ControlCenter4 (Windows®)
- Rode ogen verwijderen met ControlCenter4 (Windows®)
- Een kleurenfoto in zwart-wit of sepiatinten afdrukken met ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's verbeteren met ControlCenter4 (Windows®)
- Knopfuncties bewerken in ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's afdrukken vanuit ControlCenter4 (Windows®)
- Netwerk
- Aan de slag
- Ondersteunde basisnetwerkfuncties
- Uw netwerkverbindingstype selecteren
- Voorbeelden van bedrade netwerkverbindingen
- Peer‑to‑peer afdrukken via TCP/IP
- Op een netwerk gedeelde printer
- Voorbeelden van draadloze netwerkverbindingen
- Aangesloten op een computer met een draadloze LAN-toegangspoort/router in het netwerk (Infrastructuurmodus)
- Aangesloten op een draadloze computer zonder een draadloze LAN-toegangspoort/router in het netwerk (Ad-hocmodus)
- Voorbeelden van bedrade netwerkverbindingen
- Werken met netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
- Meer informatie over netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
- Wat is BRAdmin Light? (Windows® en Macintosh)
- Wat is BRAdmin Professional 3? (Windows®)
- Wat is Beheer via een webbrowser?
- Wat is Remote Setup? (Windows® en Macintosh)
- Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's installeren en starten
- BRAdmin Light (Windows® en Macintosh) installeren
- BRAdmin Light voor Windows® installeren
- BRAdmin Light voor Macintosh installeren
- BRAdmin Professional 3 (Windows®) installeren
- Beheer via een webbrowser openen
- Een aanmeldingswachtwoord voor Beheer via een webbrowser instellen
- Remote Setup (Windows® en Macintosh) starten
- Het programma Remote Setup voor Windows® starten
- Het programma Remote Setup starten (Macintosh)
- BRAdmin Light (Windows® en Macintosh) installeren
- Meer informatie over netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
- De netwerkinstellingen van de machine wijzigen
- De netwerkinstellingen wijzigen via het Brother-bedieningspaneel
- Uw netwerkinstellingen opvragen met Beheer via een webbrowser
- Uw netwerkinstellingen opvragen via BRAdmin Light (Windows® en Macintosh)
- Uw netwerkinstellingen opvragen via BRAdmin Professional 3 (Windows®)
- Vind uw netwerkinstellingen wanneer u Remote Setup gebruikt (Windows® en Macintosh)
- Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
- Voor u de machine van Brother configureert voor een draadloos netwerk
- Uw machine configureren voor een draadloos netwerk met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)
- Twee soorten draadloze netwerkaansluiting met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)
- Uw draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)
- Uw machine configureren voor een draadloos netwerk in Ad-Hocmodus (voor IEEE 802.11b/g/n)
- Uw draadloze netwerk configureren in de Ad-hocmodus met een nieuwe SSID
- Uw draadloze netwerkinstellingen configureren wanneer de SSID niet wordt doorgegeven
- Wi-Fi Direct™ gebruiken
- Afdrukken of scannen vanaf uw mobiele apparaat met Wi-Fi Direct
- Brother iPrint&Scan downloaden en installeren
- Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
- Stapsgewijze handleiding voor Wi-Fi Direct-netwerkconfiguratie
- Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de drukknopmethode
- Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de drukknopmethode en Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)
- Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode
- Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)
- Uw Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren
- Geavanceerde netwerkfuncties
- Druk het netwerkconfiguratierapport af
- Faxen via internet (I-Fax)
- Belangrijke informatie over I-Fax
- Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
- Begininstellingen voor e-mail en internetfax
- Een fax via internet verzenden
- Internetfaxen automatisch ontvangen
- De server handmatig pollen
- Hoe op de computer wordt aangegeven dat een fax via internet is ontvangen
- Internetfaxopties
- Ontvangen e-mail- en faxberichten doorsturen
- Relayverzending instellen op uw Brother-machine
- Relayeren vanaf uw Brother-machine
- Relayeren vanaf uw computer
- Verzendrapport
- Het verzendrapport voor verzending inschakelen
- Het verzendrapport voor ontvangst inschakelen
- Foutmeldingen
- Een LDAP-zoekopdracht configureren en uitvoeren
- De LDAP-configuratie wijzigen met Beheer via een webbrowser
- Een LDAP-zoekopdracht uitvoeren via het bedieningspaneel
- De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
- De datum en tijd configureren met Beheer via een webbrowser
- Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowser
- Technische informatie voor gevorderde gebruikers
- Ondersteunde protocollen
- Bijkomende netwerkinstellingen voor Windows®
- Voor u bijkomende netwerkinstellingen configureert
- Gebruik Web Services om drivers te installeren die worden gebruikt voor afdrukken en scannen (Windows Vista®, Windows® 7 en Windows® 8)
- Gebruik Web Services om drivers te verwijderen die worden gebruikt voor afdrukken en scannen (Windows Vista®, Windows® 7 en Windows® 8)
- Gebruik Vertical Pairing om drivers te installeren die worden gebruikt voor afdrukken en scannen in de infrastructuurmodus (Windows® 7 en Windows® 8)
- Gebruik Vertical Pairing om drivers te installeren die worden gebruikt voor afdrukken uit het Wi-Fi Direct-netwerk (Windows® 8.1)
- Beschikbare services
- Andere manieren om het IP-adres te configureren
- Het IP-adres configureren met DHCP
- Het IP-adres configureren met BOOTP
- Het IP-adres configureren met RARP
- Het IP-adres configureren met APIPA
- Het IP-adres configureren met ARP
- De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen
- Het WLAN-rapport afdrukken
- Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
- Netwerkmenu op het bedieningspaneel van de Brother-machine
- TCP/IP
- Ethernet (alleen bedrade netwerken)
- Status Bedraad
- MAC-adres
- WLAN-assistent (alleen draadloze netwerken)
- Installatiewizard (alleen draadloze netwerken)
- WPS/AOSS™ (alleen draadloze netwerken)
- WPS m/Pin-code (alleen draadloze netwerken)
- Status WLAN (alleen draadloze netwerken)
- Wi-Fi Direct
- NFC (Near Field Communication)
- E-mail I-Fax
- E-mailadres
- Server instellen
- E-mailontvangst instellen
- E-mailverzending instellen
- Relayfunctie instellen
- Netwerk I/F (voor bedrade en draadloze netwerken)
- WLAN activeren (alleen draadloze netwerken)
- Netwerk resetten
- Beveiliging
- Voor u netwerkbeveiligingsfuncties gebruikt
- Beveiligd functieslot 2.0 gebruiken om openbare toegang tot machinefuncties te beperken
- Voor u Beveiligd functieslot 2,0 gebruikt
- Beveiligd functieslot 2.0 configureren met Beheer via een webbrowser
- Een wachtwoord voor Beheer via een webbrowser configureren voordat u Beveiligd functieslot 2.0 gebruikt
- Het beheerderswachtwoord voor Beveiligd functieslot 2.0 instellen en wijzigen
- Gebruikers met beperkte rechten instellen
- De openbare modus configureren
- De modus van Beveiligd functieslot wijzigen: beperkte of openbare toegang
- Beperkte gebruikersmodus activeren
- Openbare modus activeren
- Beveiligd functieslot in-/uitschakelen
- Secure Function Lock inschakelen
- Secure Function Lock uitschakelen
- Scannen met Beveiligd functieslot 2.0
- PC-taakbeperking via gebruikersnaam
- Extra functies van Beveiligd functieslot 2.0
- Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
- Inleiding tot SSL/TLS
- Een korte geschiedenis van SSL/TLS
- Voordelen van het gebruik van SSL/TLS
- Certificaten en Beheer via een webbrowser
- Ondersteunde functies voor beveiligingscertificaten
- Een CA-certificaat importeren en exporteren
- Een CA-certificaat importeren
- Een CA-certificaat exporteren
- Meerdere certificaten beheren
- Inleiding tot SSL/TLS
- E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen
- Verzenden of ontvangen van e-mailberichten configureren via Beheer via een webbrowser
- E-mailberichten verzenden met gebruikersverificatie
- E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen met behulp van SSL/TLS
- Mobiel/Web Connect
- Web Services gebruiken vanaf de Brother-machine
- Brother Web Services gebruiken
- Afdrukken met Google Cloud Print™
- Afdrukken met AirPrint
- Afdrukken en scannen vanaf een mobiel apparaat
- ControlCenter
- ControlCenter4 (Windows®)
- Wijzig de bedieningsmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scaninstellingen voor de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scaninstellingen voor de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Gebruik Remote Setup om de machine van Brother te configureren met ControlCenter4 (Windows®)
- Een fax verzenden vanaf ControlCenter4 met PC-FAX (Windows®)
- Faxen bekijken en afdrukken met behulp van ControlCenter4 (Windows®)
- Kopieer documenten met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Het hulpprogramma BRAdmin openen vanuit ControlCenter4 (Windows®)
- Maak een aangepast tabblad aan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- ControlCenter2 (Macintosh)
- Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scaninstellingen voor ControlCenter2 (Macintosh)
- Gebruik Remote Setup om de machine van Brother te installeren met ControlCenter2 (Macintosh)
- Schakel de functie Automatisch laden in (Macintosh)
- Problemen oplossen
- Het probleem identificeren
- Fout- en onderhoudsberichten
- Foutanimatie
- Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
- Faxen overbrengen naar een andere faxmachine
- Faxen overbrengen naar uw computer
- Het faxjournaalrapport overbrengen naar een andere faxmachine
- Vastgelopen documenten
- Een document is aan de bovenzijde van de ADF vastgelopen
- Het document is in de ADF vastgelopen
- Kleine documenten verwijderen die in de ADF zijn vastgelopen
- Printer of papier vastgelopen
- Papier is voor in de machine vastgelopen (papier vast [voor])
- Papier is achter in de machine vastgelopen (papier vast [achter])
- Papier is voor en achter in de machine vastgelopen (Pap. vast [vr, achter])
- Aanvullende handelingen om vastgelopen papier te verwijderen
- Als u problemen hebt met de machine
- Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
- Telefoon- en faxproblemen
- Overige problemen
- Netwerkproblemen
- Waar kan ik netwerkinstellingen van de Brother-machine vinden?
- Het lukt niet om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien.
- Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows®)
- Mijn Brother-machine wordt niet gevonden na het veranderen van de netwerkinstellingen.
- Mijn Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk tijdens de installatie van MFL-Pro Suite.
- Mijn machine van Brother kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
- Mijn Brother-machine wordt tijdens Remote Setup niet in het netwerk gevonden.
- De Brother-machine wordt niet aangetroffen in het netwerk, zelfs niet nadat deze succesvol is geïnstalleerd.
- De netwerkinstellingen werken niet naar behoren.
- Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
- Netwerkapparaten controleren met de pingopdracht
- Stel de kiestoondetectie in
- Storing op de telefoonlijn/VoIP
- Informatie over de machine
- Het serienummer controleren
- De firmwareversie controleren
- Resetfuncties
- Hoe de machine resetten
- Routineonderhoud
- De inktcartridges vervangen
- Uw machine van Brother schoonmaken
- De scanner schoonmaken
- De printkop aan uw machine van Brother schoonmaken
- De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Windows®)
- De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Macintosh)
- Het touchscreen schoonmaken
- De buitenkant van de machine schoonmaken
- De geleiderollen van de machine schoonmaken
- De papierinvoerrollen schoonmaken
- De papierinvoerrollen schoonmaken
- De papierdoorvoerrollen voor papierlade 2 reinigen
- Uw machine van Brother controleren
- De afdrukkwaliteit controleren
- De afdrukuitlijning van uw machine van Brother controleren
- Controleer de afdrukuitlijning vanaf uw computer (Windows®)
- De afdrukuitlijning vanaf uw computer controleren (Macintosh)
- Het inktvolume controleren
- De status van de machine vanaf uw computer controleren (Windows®)
- Indicatoren van de Status Monitor en hun betekenis (Windows®)
- Schakel de functie Toon Status Monitor uit (Windows®)
- De Status Monitor uitschakelen (Windows®)
- De status van de machine vanaf uw computer controleren (Macintosh)
- De papierinvoer corrigeren om de verticale lijnen te verminderen
- Uw machine van Brother verpakken en verzenden
- Machine-instellingen
- Algemene instellingen
- Het volume van de machine wijzigen
- Het belvolume aanpassen
- Het volume van de waarschuwingstoon aanpassen
- Het luidsprekervolume aanpassen
- Automatisch wijzigen voor zomer-/wintertijd
- De aftelling naar Slaapstand instellen
- De machine instellen om automatisch uit te gaan
- De datum & tijd instellen
- De tijdzone instellen
- De helderheid van de LCD-achtergrond aanpassen
- Wijzigen hoe lang het achtergrondlicht van de LCD aan blijft
- Uw stations-ID instellen
- Toon of puls instellen Kiesmodus
- Het Kiezen van een foutief nummer voorkomen (Kiesbeperking)
- Lawaai bij het afdrukken verminderen
- In het geval van stroomstoring (opslag in geheugen)
- De weergegeven taal op de LCD wijzigen
- De toetsenbordinstelling wijzigen
- Het volume van de machine wijzigen
- Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
- Kopieersnelkoppelingen toevoegen
- Faxsnelkoppelingen toevoegen
- Scansnelkoppelingen toevoegen
- Snelkoppelingen voor Scannen naar media toevoegen
- Snelkoppelingen voor Scannen naar pc (Bestand/OCR/Afbeelding/E-mail) toevoegen
- Snelkoppelingen voor Scan naar e-mailserver toevoegen
- Snelkoppelingen voor Scannen naar Netwerk/FTP toevoegen
- Snelkoppelingen voor internetverbinding toevoegen
- De instellingen voor snelkoppelingen wijzigen
- Namen van snelkoppelingen bewerken
- Snelkoppelingen wissen
- Snelkoppelingen oproepen
- Statusrapporten
- Rapporten
- Rapport afdrukken
- Remote Setup
- Remote Setup (Windows®)
- Gebruik Remote Setup om de machine van Brother vanaf uw computer te installeren (Windows®)
- Gebruik Remote Setup om de machine van Brother te configureren met ControlCenter4 (Windows®)
- Gebruik Remote Setup om het adresboek van uw Brother te installeren met ControlCenter4 (Windows®)
- Remote Setup (Macintosh)
- Gebruik Remote Setup om de machine van Brother te installeren met ControlCenter2 (Macintosh)
- Gebruik Remote Setup om het adresboek van uw Brother te installeren met ControlCenter2 (Macintosh)
- Remote Setup (Windows®)
- Instellingen- en functietabellen
- 2,7"(67,5 mm) Instellingentabellen
- 2,7"(67,5 mm) Functietabellen
- 3,7"(93,4 mm) Instellingentabellen
- 3,7"(93,4 mm) Functietabellen
- Appendix
- Specificaties
- Tekst invoeren op het touchscreen van de Brother-machine
Verklarende woordenlijst | Sitemap