Netwerk I/F (niet beschikbaar voor MFC-5490CN en MFC-5890CN)

U kunt het type netwerkverbinding kiezen: bedrade of draadloze verbinding. Als u gebruik wilt maken van de bedrade verbinding, kiest u LAN met kabel, en als u gebruik wilt maken van de draadloze verbinding kiest u WLAN. Er kan slechts één netwerkverbindingstype tegelijk actief zijn.
1
Druk op Menu.
2
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
3
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Netwerk I/F te selecteren.
Druk op OK.
4
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om LAN met kabel of WLAN te selecteren.
Druk op OK.
5
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).

LDAP (voor MFC-6890CDW)

U kunt het LDAP-protocol in- of uitschakelen. De standaardinstelling is Uit.
Raadpleeg Werken met LDAP (voor MFC-6890CDW) voor meer informatie over LDAP.
1
Druk op MENU.
2
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Netwerk te selecteren.
3
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om LDAP te selecteren.
4
Druk op Aan of Uit om uw keuze te selecteren.
5
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).