Een document afdrukken

Als de machine gegevens van uw computer ontvangt, begint deze met afdrukken door het papier in de papierlade op te halen. De papierlade kan veel verschillende soorten papier en enveloppen invoeren. (Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor informatie over de papierlade en aanbevolen papiersoorten.)
1
Kies in uw applicatie de opdracht Afdrukken.
Als er nog andere printerdrivers geïnstalleerd zijn op uw computer, kiest u Brother MFC-XXXX of DCP-XXXX Printer* als printerdriver uit het menu Afdrukken of Afdrukinstellingen van de softwareapplicatie. Klik daarna op OK om het afdrukken te starten.
*(Hierbij is XXXX uw modelnaam. Als uw machine met een LAN-kabel of een parallelle kabel is aangesloten, wordt LAN of LPT in de naam van de printerdriver weergegeven.)
Opmerking Opmerking
De parallelle interface wordt niet ondersteund voor Windows Vista®.
2
Uw computer stuurt de gegevens naar de machine.
3
Als de machine alle gegevens heeft afgedrukt, wordt op het LCD-scherm de machinestatus weergegeven.
Opmerking Opmerking
U kunt in uw applicatie het papierformaat en de afdrukstand selecteren.
Als uw applicatie het afwijkende papierformaat niet ondersteunt, kies dan het volgende grotere papierformaat.
Pas dan het af te drukken gedeelte aan door de rechter- en linkermarges in uw applicatie te wijzigen.